Money EN U3 Theoretisch

Test unit 3
Lees eerst de opdrachten en ga daarna aan de slag. Succes!
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Test unit 3
Lees eerst de opdrachten en ga daarna aan de slag. Succes!

Slide 1 - Tekstslide

Words
Kies bij de volgende zinnen het juiste woord. Succes!

Slide 2 - Tekstslide

I bought these at the _____. They were very cheap!
A
save
B
teenager
C
nearly
D
bargain sale

Slide 3 - Quizvraag

He gave me 50 dollars. He is very _____.
A
reaction
B
generous
C
till
D
sure

Slide 4 - Quizvraag

I don't have any money for the food. I need to go to a _____ first
A
cashpoint
B
cash
C
popular
D
worker

Slide 5 - Quizvraag

I need _____ to make my test
A
business
B
a total of
C
silence
D
sale

Slide 6 - Quizvraag

He is raising money for _____.
A
reaction
B
treat
C
till
D
charity

Slide 7 - Quizvraag

Grammar: Tags
Schrijf bij de volgende zinnen de tags. Kijk goed naar het voorbeeld hieronder:

He is very happy, isn't he?

Slide 8 - Tekstslide

She does dishes every day, ________?

Slide 9 - Open vraag

They have it already, ________?

Slide 10 - Open vraag

She isn't happy, ________?

Slide 11 - Open vraag

You did your homework, ________?

Slide 12 - Open vraag

Pete has a dog, ________?

Slide 13 - Open vraag

Grammar: my / mine / of mine
Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord bij de volgende zinnen. Succes!

Slide 14 - Tekstslide

Is _____ car bigger than mine?
A
your
B
yours

Slide 15 - Quizvraag

This food is _____!
A
my
B
mine

Slide 16 - Quizvraag

I don't like that sister of _____!
A
you
B
yours

Slide 17 - Quizvraag

She lent me _____ bike.
A
her
B
hers

Slide 18 - Quizvraag

Grammar: to be going to
Schrijf zinnen met 'to be going to'. Kijk goed naar het voorbeeld hieronder.

I am going to work tomorrow

Slide 19 - Tekstslide

We _____ a book (read)

Slide 20 - Open vraag

They _____ a message (send)

Slide 21 - Open vraag

I _____ my car (drive)

Slide 22 - Open vraag

It _____ tomorrow (rain)

Slide 23 - Open vraag

'Will' en 'shall'
Kies bij de volgende zinnen het goede antwoord. Succes!

Slide 24 - Tekstslide

They _____ the sandwich, it is tasty!
A
won't eat
B
will eat
C
shall eating
D
shall eat

Slide 25 - Quizvraag

She _____ there, she doesn't have time
A
won't be
B
will be
C
shall being
D
shall be

Slide 26 - Quizvraag

_____ I _____ you?
A
won't help
B
will help
C
shall help
D
shall helping

Slide 27 - Quizvraag

_____ we _____ that?
A
won't do
B
will do
C
shall do
D
shall doing

Slide 28 - Quizvraag

Short answers
Schrijf bij de volgende zinnen de short answers. Kijk goed naar het voorbeeld hieronder!

Will you help me? Yes, I will

Slide 29 - Tekstslide

Can you come here? No, _______

Slide 30 - Open vraag

Was the party good? Yes, _______

Slide 31 - Open vraag

Do you want some water? No, _______

Slide 32 - Open vraag

Is the food ready? Yes, _______

Slide 33 - Open vraag

'present simple' vs 'present continuous'
Geef bij de volgende zinnen aan of het een zin in de 'present simple' (tt) of de 'present continuous' (nu) is

Slide 34 - Tekstslide

They _____ to help you right now
A
tried
B
are trying

Slide 35 - Quizvraag

_____ she _____ that sometimes?
A
Is drinking
B
Does drink

Slide 36 - Quizvraag

I rarely _____ guitar
A
play
B
am playing

Slide 37 - Quizvraag

We never _____ pictures
A
are taking
B
take

Slide 38 - Quizvraag