11.1 Voortplantingsstelsel man

Klas Binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • je telefoon in de tas
  • Je bent startklaar voor de      les                        
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Klas Binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • je telefoon in de tas
  • Je bent startklaar voor de      les                        

Slide 1 - Tekstslide

Tijdens de les
  • Doe actief mee
  • stoor niet               
  • Bij vragen eerst je vinger opsteken   
  • Houd het lokaal netjes
timer
8:00

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Zijn de schaamlippen van de vrouw een primair geslachtskenmerk of een secundair geslachtskenmerk?
A
Primair geslachtskenmerk
B
Secundair geslachtskenmerk

Slide 4 - Quizvraag

Secundaire geslachtskenmerken:
A
heb je al bij de geboorte
B
krijg je in de puberteit
C
krijg je als je volwassen bent

Slide 5 - Quizvraag


19. Geslachtskenmerken
Geslachtskenmerken kun je onderverdelen in primaire
geslachtskenmerken en secundaire geslachtskenmerken.

In welke zin staan alleen secundaire geslachtskenmerken?
A
Schaamlippen, borstgroei en borsthaar.
B
Schaamhaar, borstgroei en lagere stem.
C
Balzak, schaamlippen en penis.
D
Balzak, bredere schouders en lagere stem.

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn geslachtskenmerken?
A
De lichamelijke kenmerken waaraan je het geslacht herkent
B
De lichamelijke kenmerken waaraan je een persoon herkent

Slide 7 - Quizvraag

H.11 Voortplanting
Welkom
We gaan zo starten!
Inloggen in LessonUp / Magister

Nodig:
Tekstboek, schrift, 
laptop / computer
pen etc..
/

Slide 8 - Tekstslide

gedragsregels / afspraken
Naar elkaar luisteren
Een ander niet uitlachen
Respect tonen
Net taalgebruik
Een ander laten uitpraten
Niet pesten

Slide 9 - Tekstslide

wat ga je leren?
  • wanneer een jongen vruchtbaar is
  • wat de verschillende voortplantingsorganen van de man zijn
  • waar de voortplantingsorganen zich bevinden
  • wat de functies van de voortplantingsorganen zijn
11.1 Man

Slide 10 - Tekstslide

ontstaan secundaire geslachtskenmerken vrouw:
  • groei borsten
  • groei schaamhaar
  • ongesteld
hypofyse (hormoonklier)
geeft startsein 
maakt hypofyse-hormonen
zaadballen
geslachtsorgaan man reageert op hypofysehormonen en 
maakt testosteron
eierstokken
geslachtsorgaan vrouw reageert op hypofysehormonen en maakt oestrogeen
ontstaan secundaire geslachtskenmerken man:
  • penisgroei
  • baardgroei
  • lage stem etc...
Even terugblikken..................

Slide 11 - Tekstslide

Testosteron

- Stimuleert spiergroei
- ... lichaamsbeharing
- ...aanmaak van talg
-...de ontwikkeling van de penis
-...etc.....


Slide 12 - Tekstslide

Het voortplantingsstelsel van de man

Slide 13 - Tekstslide

Waneer is een jongen vruchtbaar?
  • in de puberteit maken de jongens voor het eerst zaadcellen
  • de zaadcellen zijn de voortplantingscellen van een man
  • in de puberteit begint de zaadballen met het maken van zaadcellen
  • een jongen is vruchtbaar na zijn eerste zaadlozing

Slide 14 - Tekstslide

Balzak
Balzak: een huidplooi waar de zaadballen en bij ballen in liggen.
Balzak

Slide 15 - Tekstslide

Zaadbal
Zaadballen: produceren mannelijke hormonen en zaadcellen. 




Slide 16 - Tekstslide

Bijbal
Bijballen: voor tijdelijke opslag van zaadcellen
In de bijballen rijpen ze verder. 


Slide 17 - Tekstslide

Zaadleider
  • Zaadleiders: vervoeren de zaadcellen die uit de bijballen komen

  • zaadleiders komen samen met de afvoerbuis van de zaadblaasjes.

Slide 18 - Tekstslide

Zaadblaasjes
Voegen vocht toe aan de 
zaadcellen, waardoor ze gaan gaan bewegen (worden actief) 


Slide 19 - Tekstslide

Prostaat
  •  Bij het klaarkomen worden de zaadcellen naar de prostaat gepompt. 
  • Voegt vocht toe aan de zaadcellen. In het vocht zitten voedingsstoffen voor de zaadcellen

Slide 20 - Tekstslide

De eerste zaadlozing

Slide 21 - Tekstslide

zaadlozing

  • Bij een zaadlozing komt sperma uit de penis. 
  • Dit gebeurt tijdens een ‘orgasme’, ook wel ‘klaarkomen’ genoemd. 
  • Een man kan een orgasme krijgen bij geslachtsgemeenschap, zelfbevrediging of bij een ‘natte droom’. 
  • Per zaadlozing komt er een theelepel sperma uit de penis.
  • Een zaadlozing bevat 100 tot 400 miljoen zaadcellen.


Slide 22 - Tekstslide

Sperma
  • zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de bijballen
  • zaadcellen worden vervoerd door de zaadleiders
  • zaadblaasjes en de prostaat voegen vocht toe
  • vocht uit zaadblaasjes en prostaat bevat voedingsstoffen voor de  zaadcellen
  • sperma = mengsel van zaadvocht en zaadcellen

Slide 23 - Tekstslide

De bouw van een zaadcel: 
zich voortbewegen door de zweepstaart

Slide 24 - Tekstslide

Zaadcel 
Een spermacel heeft een kop en een zweepstaart.
Met de zweepstaart kan hij zich voortbewegen. 
Mannen kunnen tot op hoge leeftijd sperma produceren. 
Zaadleiders vervoeren de zaadcellen. 

Slide 25 - Tekstslide

sperma
zaadcel

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

penis
De penis bestaat uit de eikel, de voorhuid, zwellichamen en de urinebuis. 
Door de urinebuis komt ook sperma naar buiten. 
De eikel is het voorste deel van de penis. 

Er bevinden zich in de penis de drie zwellichamen, die opzwellen in geval van een erectie. 
eikel
urinebuis
-vooruid
-zwellichaam

Slide 28 - Tekstslide

Voorhuid
 Voorhuid = dient als bescherming van de zeer gevoelige eikel.

 De voorhuid kan naar achteren worden geschoven, dan komt de eikel bloot te liggen.

Bij een besneden penis is de voorhuid verwijderd

Slide 29 - Tekstslide

Erectie
Kijk naar het plaatje. De rode delen heten 'zwellichamen'.
Zwellichamen vullen zich met bloed. Zo krijgt een man een stijve penis. 
Een ander woord voor stijve penis is 'erectie'. 

Slide 30 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
  • Je weet wat geslachtskenmerken zijn.
  • Primaire en secundaire geslachtskenmerken.
  • lichamelijke en geestelijke verandering.
  • Mannelijke geslachtscellen

Slide 31 - Tekstslide

De man
zaadblaasje
voegt vocht toe aan zaadcellen waardoor deze beweeglijk worden
Prostaat
voegt vocht toe aan zaadcellen waardoor deze beweeglijk worden
zaadleider
vervoert zaadcellen 
bijbal
opslag van zaadcellen
zaadbal
Ook wel lteelbal of testes
Hier worden zaadcellen geproduceerd
eikel
Meest gevoelige deel van de penis
zwellichaam
Hier wordt bloed in gepompt waardoor de penis in erectie komt
urinebuis
Vervoeren van sperma (zaadcellen + zaadvocht)
De urinebuis vervoert ook urine

Slide 32 - Tekstslide

In welk orgaan worden de zaadcellen geproduceert?
A
bijballen
B
teelballen
C
prostaat
D
zaadblaasjes

Slide 33 - Quizvraag

Waarom hangt de balzak van de man van het lichaam af?
A
om de weg naar buiten langer te maken
B
voldoende bewegingsruimte teelballen
C
Om de temperatuur te regelen
D
Om de penis in evenwicht te houden

Slide 34 - Quizvraag

Waar worden zaadcellen gemaakt?
A
Teelballen
B
Bijballen

Slide 35 - Quizvraag

Zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de
A
Teelballen
B
Bijballen

Slide 36 - Quizvraag

De zaadblaasjes en prostaat maken
A
Vocht
B
Urine
C
Zaadcellen
D
Eicellen

Slide 37 - Quizvraag

Tekst
Tekst
Tekst
Te
teelbal, testis
zaadleiders
de prostaat
teelballen
zaadblaasjes
worden zaadcellen gemaakt
Opslag plaats voor zaadcellen
zorgen voor het vervoer van zaadcellen
voegt vocht toe aan de zaadcellen
voegt vocht en voedingsstoffen aan de zaadcellen toe

Slide 38 - Sleepvraag

Waaruit bestaat sperma?
A
uit zaadcellen
B
uit zaadvocht
C
uit zaadcellen en zaadvocht
D
uit zaadcellen en urine

Slide 39 - Quizvraag

Heb je nog vragen?
schrijf ze op en stel ze aan je docent.

Slide 40 - Woordweb