Remmen: Dit betekent dat je kunt stoppen en nadenken voordat je iets doet, zoals niet zomaar snoep pakken als het niet mag.
Geheugen: Je hersenen onthouden dingen, zoals wat je vriendje je gisteren vertelde of wat je vandaag op school hebt geleerd.
Aandacht: Dit betekent dat je je kunt concentreren op wat je aan het doen bent, zelfs als er leuke dingen om je heen gebeuren.
Emoties controleren: Soms voel je je boos of verdrietig, en dat is oké. Executieve functies helpen je om deze gevoelens te begrijpen en ermee om te gaan.
Doorgaan: Het betekent dat je niet opgeeft, zelfs als iets moeilijk is. Het is als doorzetten, zoals wanneer je leert fietsen en steeds weer probeert.
Plannen: Je bedenkt wat je gaat doen en hoe je het gaat doen, zoals wanneer je een plan maakt voor een spelletje.
Flexibel denken: Soms moet je je plannen veranderen, en dat is oké. Executieve functies helpen je om flexibel te zijn en je aan te passen.
Zelf weten hoe je denkt: Het betekent dat je begrijpt hoe je denkt en leert van je ervaringen.
Doel stellen: Je denkt na over wat je wilt bereiken en maakt plannen om daar te komen, zoals leren lezen of een nieuwe truc op je skateboard.
Volhouden: Soms duurt het even voordat je iets leert of een doel bereikt. Executieve functies helpen je om door te zetten en niet op te geven.
Samen spelen: Het betekent dat je begrijpt hoe anderen zich voelen en goed met ze kunt omgaan, zoals vrienden maken en samen plezier hebben.