3.3 De Verlichting 2021

P3.3 De Verlichting






  • Eerst snel een herhaling van P3.2, punten scoren dus!
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

P3.3 De Verlichting






  • Eerst snel een herhaling van P3.2, punten scoren dus!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens het Ancien regime was er sprake van een standensamenleving. Wie vormden de eerste stand?
A
De koning
B
De boeren
C
De geestelijken
D
De adel

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koning Lodewijk XIV regeerde. Welk woord past het beste bij hem?
A
monarchie
B
democratie
C
absolutisme
D
dictatuur

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



In de Franse standenmaatschappij profiteerden de eerste en de tweede stand van de derde stand, omdat:
A
de eerste stand veel belasting betaalde aan de koning.
B
de tweede stand veel herendiensten moesten verrichten
C
de derde stand veel belasting betaalde aan de koning.
D
De eerste en de tweede stand veel inspraak had

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een advocaat hoort bij
A
de eerste stand
B
de derde stand
C
de tweede stand
D
de boeren

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de situatie op het plaatje hiernaast?
A
Machtspiramide
B
Middeleeuwse bestuursorganisatie
C
het oude gezag in Frankrijk
D
onderdrukking

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke stand behoorden de burgers?
A
Eerste stand.
B
Tweede stand.
C
Derde stand.
D
Geen enkele stand.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies








P3.3 De Verlichting
Instructie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van wetenschap naar Verlichting
  • Komt voort uit de wetenschappelijke revolutie >  
  • Kennis van klassieke inzichten +
  • baanbrekende nieuwe inzichten door
  • kennis op grond van zintuiglijke waarneming:
  • wat kon men met deze nieuwe kennis(nieuw mens- en wereldbeeld)
  • Maar ja, ....: in hoeverre zijn onze zintuigen te vertrouwen? >>>>



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen P3.3 Verlichting
Hoofdvraag: Welke nieuwe denkbeelden ontstonden er tijdens de Verlichting?
  • Je kunt uitleggen dat de Verlichting een nieuwe manier van denken was.
  • Je kunt drie aspecten van de Verlichting benoemen en uitleggen.
  • Je kunt uitleggen wat verlichte denkers niet goed vonden aan de standensamenleving en het bestuur in Frankrijk.
  • Je kunt uitleggen welke opvattingen Locke, Rousseau en Montesquieu hadden over de invloed van de burgers op het bestuur.
  • Je kunt uitleggen hoe de vorsten reageerden op de nieuwe verlichte ideeën.
  • Je kunt uitleggen hoe de  verlichte ideeën zich verspreiden.
  • Je kent de namen, begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Eise Eisinga
  • Bekijk het planetarium bij de intro van par 3.3. 

Slide 13 - Tekstslide

Verlichtingsdenker
De hoogbegaafde Eisinga mag als kind niet naar de Latijnse School omdat hij is voorbestemd om, net als zijn vader, wolkammer te worden. Eisinga leert rekenkunde van de contacten van zijn vader. Door verdere zelfstudie verdiept hij zich in de astronomie. Lang is aangenomen dat Eisinga een eenvoudige wolkammer was, maar volgens recent onderzoek blijkt hij een zakenman die internationaal opereert. Eisinga heeft meerdere mannen en vrouwen in dienst en drijft ook handel met Amerika.

Eisinga is net als veel andere burgers in zijn tijd geïnspireerd door de Verlichting. Hij is ervan overtuigd dat mens en samenleving verbeterd kunnen worden door kennis!

Het planetarium
In 1774 publiceert de Friese dominee Eelco Alta een boekje waarin hij een gruwelijke voorspelling doet. Zodra vier planeten en de maan in één lijn komen te staan, zal door de gezamenlijke aantrekkingskracht de aarde uit zijn baan worden geslingerd en in de zon verbranden. Deze voorspelling leidt in Friesland tot enige onrust. Het is voor Eisinga een van de aanleidingen om aan zijn planetarium te beginnen, een klus die hem zeven jaar zal kosten.

Het planetarium dat Eisinga in het plafond van zijn woonkamer bouwt, is een schaalmodel van het zonnestelsel. In 1781 is het planetarium klaar.  






























Boeken
Gebeurtenissen
Voor docenten
Eropuit
Websites
Topstukken
Regiocanons

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Joseph Wright of Derby, Experiment met een luchtpomp.
We zien een natuurfilosoof bezig met een experiment waarbij de lucht uit een glazen stolp wordt gepompt. In de stolp ligt een kaketoe, die is gestorven door gebrek aan zuurstof: het experiment is geslaagd. De kinderen zijn nogal ontdaan door de dood van de kaketoe. Een heer probeert hen er van te overtuigen dat de wetenschap nu eenmaal zijn offers vraagt.
  • Het licht van het verstand kan de duisternis van bijgeloof en achterlijkheid overwinnen!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overeenkomst:
Verlichting en Wetenschappelijke revolutie


  • Tijdens de verlichting en tijdens de wetenschappelijke revolutie begonnen wetenschappers niet alles meer aan te nemen van de kerk. 
  • Ze gingen nadenken over hoe de wereld echt in elkaar zit. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil: 
Verlichting en Wetenschappelijke revolutie

  • Bij de wetenschappelijke revolutie meer focus op de natuur en natuurwetten

  • Bij de verlichting meer focus op de samenleving

  • In beide gevallen meer  vertrouwen in menselijk verstand(ratio)
  • =meer kennis en verklaringen over de wereld en mensen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertrouwen in de wetenschap/religie?
  • De Verlichting (1650) leidde dus ook tot nieuwe ideeën over God.

  • Verlichte denkers geloofden dat God de aarde en de mens had geschapen, maar zich verder niet meer met zijn schepping bemoeide.

  • De wereld werkte volgens natuurwetten (bijvoorbeeld de Gravitatiewet van Newton).

  • Voor rampen waren logische verklaringen (geen straf van God).

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuwe samenleving
  • De Verlichting: anders denken over de samenleving. Zou verbeterd kunnen worden door het verstand te gebruiken ('maakbare samenleving'). 
  • Onderwijs was erg belangrijk om de samenleving vooruit te helpen.
  • Belangrijke aspecten voor die nieuwe, 'verlichte' samenleving:
  1. Religieus
  2. Sociaal
  3. Politiek
  4. Economie (hoef je niet te kennen)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuwe samenleving....
  • ...1:op religieus gebied:
  • Kritiek op de houding van de kerk (vervolgingen en verbod op andere religies). Juistheid van geloof kon niet bewezen worden. 
  • Religieuze tolerantie = Geen straf als je iets anders geloofde dan de kerk voorschreef. Iedereen mag geloven wat hij of zij wil en moet elkaars godsdienst respecteren.
  • Scheiding van kerk en staat = De kerk mocht zich niet met het bestuur bemoeien en de staat niet met het geloof. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuwe samenleving....
  • ...2:op sociaal gebied
  • Kritiek op de ongelijkheid van de (standen)samenleving. 
  • Alle mensen zijn geboren met natuurrecht. Idee dat voor iedereen rechten gelden omdat ze door de 'natuur' zijn gegeven. Niemand mag de gezondheid, vrijheid of het bezit van anderen aantasten.
  • Vrijheid, bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting, persvrijheid, godsdienstvrijheid of vrijheid om handel te drijven.
  • Gelijkheid, bijvoorbeeld gelijkheid voor de wet, gelijkheid tussen man en vrouw, gelijkheid voor slaaf of niet-slaaf of zelfs afschaffen van slavernij. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuwe samenleving....
  • ....op politiek gebied:
  • Veel kritiek op het absolutisme. Leidde tot machtsmisbruik en was gebaseerd op religie.

  • John Locke (1632-1704)
  • Koning heeft de macht van het volk ontvangen.
  • Taak koning: beschermen van de vrijheid van het volk.
  • Deed de koning dat niet--> volk in opstand

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuwe samenleving
  • Jean-Jacques Rousseau
  • Volk moest de macht niet aan de koning overdragen.
  • Volk moest zelf besturen (volkssouvereiniteit).
  • Tegen absolutisme.

  • Charles de Montesquieu
  • Scheiding der machten ('Trias Politica'): 
  • Bestuurlijke macht moest in drie delen worden verdeeld 
  • (wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht).

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trias Politica
Wetgevende macht
  • Parlement (volksvertegenwoordiging)
  • Maken regels en wetten

Uitvoerende macht
  • Koning en ministers (regering)
  • Voeren de regels en wetten uit

Rechtsprekende macht 
  • Rechters
  • Straffen wanneer wetten en regels worden overtreden

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuwe samenleving....
  • ...4: op economisch gebied:
  • boek "The wealth of nations"-> econ. liberalisme
  • zegt dat de overheid zich zo min mogelijk met de handel en nijverheid moet bemoeien, anders wordt het mechanisme van vraag en aanbod verstoord
  • Je moet vrijheid hebben om met je verstand te kunnen beslissen over je eigen belangen in de economie."
  • Overheid moet de markt zijn werk laten doen
    (= het "Laissez Faire")
  • Een “onzichtbare hand” houdt namelijk alles in de   economie in evenwicht. 
Adam Smith (1723-1790)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van idee naar werkelijkheid....
  • Ondanks de censuur vanuit de 1e en 2e stand kon de verspreiding niet worden gestopt.
  • De bourgeoisie kwam bijeen in koffiehuizen, salons en huiskamers om het over de ideeën van de verlichting te hebben. Parijs is middelpunt! 
  • Tijdschriften en kranten ontstonden die er voor zorgden dat er een Publieke opinie ontstond. 
  • De 1e en 2e stand hadden niet alles meer voor het zeggen.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

....reactie van kerk en vorst kan niet uitblijven...
  • De kerken en vorsten die te maken kregen met deze verlichte burgers waren hier natuurlijk niet blij mee. 
  • Verbod op boeken waarin kritiek op de kerk of op het bestuur werd geleverd. 
  • Dit verbieden van teksten, toneel of muziek= censuur.
  • Vooral in Frankrijk was de censuur streng. Verlichte denkers werden verbannen of opgesloten in de Bastille....tijd voor grote veranderingen!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies