2KGT Herhaling Grammar THeme 5


  • Present perfect en past simple (recap)
  • Future continuous
  • Do homework
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


  • Present perfect en past simple (recap)
  • Future continuous
  • Do homework

Slide 1 - Tekstslide

Hoe maak je de Present Perfect?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer gebruik ik de Present Perfect? Noem 3 redenen

Slide 4 - Open vraag

Present Perfect, wanneer?
Bij ervaringen tot nu toe
So far, Luke has had five piano lessons.
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog steeds bezig is
Alice has lived in Rome for two years.
Iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat
I have been to the hairdresser, now my hair is short.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe maak je de Past Simple?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de past simple?

Slide 8 - Open vraag

Past simple, wanneer?
Iets is in het verleden begonnen en nu afgelopen
I went to see a movie last night

Slide 9 - Tekstslide

Verschil present perfect en past simple
  • Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen.
  • Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.

Slide 10 - Tekstslide

Signaalwoorden Present Perfect:

Already, for, since, how long, always, ever, never, often, sometimes, 
before, yet, recently, lately

Signaal woorden Past Simple:



last year, yesterday, in 2010, an hour ago, a month ago

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Word Order

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld
Keith used to watch television in his room at bedtime.
onderwerp - werkwoord(en) - lvw - plaats - tijd

Slide 14 - Tekstslide

Onderwerp
Werk
woord
Lijdend 
voorwerp
Plaats
Tijd
I
walk
my dog
in the park
at night 

Slide 15 - Sleepvraag

onderwerp
werkwoord
lijdend / meewerkend
voorwerp

plaatsbepaling
tijdsbepaling
Jacky and Pete
aren't going
to the cinema
tonight

Slide 16 - Sleepvraag

onderwerp
werkwoord
lijdend / meewerkend
voorwerp

plaatsbepaling
tijdsbepaling
My parents
bring
to football training

every Sunday

me

Slide 17 - Sleepvraag

onderwerp
werkwoord
lijdend / meewerkend
voorwerp

plaatsbepaling
tijdsbepaling
You
don't have to come
home
right now

Slide 18 - Sleepvraag

Choose the sentence with the correct word order.
A
Who swims every day in the canal?
B
Who swims in the canal every day?

Slide 19 - Quizvraag

Choose the sentence with the correct word order.
A
They often go out in the weekends.
B
They go often out in the weekends.

Slide 20 - Quizvraag

Choose the sentence with the correct word order.
A
We are hardly in a position to complain.
B
We hardly are in a position to complain.

Slide 21 - Quizvraag

Correct word order:
Billy / to his friend / five minutes ago / next door / went
A
Billy went to his friend five minutes ago next door.
B
Billy went next door to his friend five minutes ago.
C
Billy went five minutes ago next door to his friend.
D
Billy went to his friend next door five minutes ago.

Slide 22 - Quizvraag

Correct word order:
her / in town / yesterday / I / met
A
I met her in town yesterday.
B
I met her yesterday in town.
C
I yesterday met her in town.
D
I met yesterday her in town.

Slide 23 - Quizvraag

Correct word order:
summer / we / here / are / in / usually
A
Usually we are here in summer.
B
We usually are here in summer.
C
We are usually in summer here.
D
We are usually here in summer.

Slide 24 - Quizvraag

The future

Slide 25 - Tekstslide

Future: present continuous
Wanneer?
         Afspraken in de nabije toekomst waarvan tijd en/of plaats              vaststaat.
Hoe?
         to be + infinitief + ing

Slide 26 - Tekstslide

Present continuous

Tijd en/of plaats staat vast
She is meeting them at five o'clock

To be going to

Een plan dat nog niet vast staat
I'm going to invite him to the party

Voor dingen waar je geen controle over hebt
The leaves are going to fall

Slide 27 - Tekstslide

Fill in going to or present continuous:
I _______ (play) bridge tonight with Tom and Ann.

Slide 28 - Open vraag

Fill in going to or present continuous:
He ________ (have) an operation next week.

Slide 29 - Open vraag

Fill in going to or present continuous:
It's very cold. I ______ (light) a fire.

Slide 30 - Open vraag

Fill in going to or present continuous:
We ____ (have) some friends to lunch tomorrow.

Slide 31 - Open vraag

Fill in going to or present continuous:
My nephew ______ (come) to stay with me next week.

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Link