Les 6 - Infinitief, gebiedende wijs & Engelse werkwoorden

Werkwoordspelling: 2 havo
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling: 2 havo

Slide 1 - Tekstslide

Toets
Dinsdag 22 oktober,
3e uur

Heb je verlenging? Dan kun je in de pauze door!

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Leerde je hoe je:

  • van een (on)voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord maakt

Slide 3 - Tekstslide

Deze les
Leer je hoe je:

  • een infinitief herkent
  • de gebiedende wijs schrijft
  • Engelse werkwoorden schrijft

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoordsvormen

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm verleden tijd
Voltooid deelwoord
Onvoltooid deelwoord
VD als bijvoeglijk naamwoord
Infinitief (hele werkwoord)
Gebiedende wijs 





Afkortingen

PV TT
PV VT
VD
OD
VD BN
INF
GW





Slide 5 - Tekstslide

Infinitief = hele werkwoord
  • eten, slapen, drinken, voetballen, doen, fietsen, zijn...
  • Vaak gebruik je de infinitief na 'te':
  • Hij ligt te slapen
  • Zij stond hem uit te lachen
  • Maar niet altijd:
  • Wij moesten gaan slapen
  • Ik heb zo hard moeten lachen

Slide 6 - Tekstslide

Let op!
In tegenstelling tot de persoonsvorm verandert de infinitief nooit:

  • Hij ligt te slapen
  • Zij stond hem uit te lachen
  • Wij moesten gaan slapen
  • Ik heb zo hard moeten lachen

Slide 7 - Tekstslide

Persoonsvorm of infinitief?
  • De infinitief heeft altijd dezelfde vorm als de meervoud persoonsvorm tegenwoordige tijd.

  • Is het een persoonsvorm of infinitief?
  • Wij moeten om 12 uur aanwezig zijn.
  • Wij zijn om 12 uur aanwezig.

Slide 8 - Tekstslide

Voltooid deelwoord of infinitief?
  • Soms zijn het voltooid deelwoord en de infinitief hetzelfde.

  • Is het een voltooid deelwoord of infinitief?
  • Wij hebben cadeautjes ontvangen.
  • Wij moeten die cadeautjes nog ontvangen.

  • Let op: als er een hulpwerkwoord (hebben, zijn, worden) bij staat, dan is het een voltooid deelwoord!

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoordsvormen

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm verleden tijd
Voltooid deelwoord
Onvoltooid deelwoord
VD als bijvoeglijk naamwoord
Infinitief (hele werkwoord)
Gebiedende wijs 





Afkortingen

PV TT
PV VT
VD
OD
VD BN
INF
GW





Slide 10 - Tekstslide

Gebiedende wijs
LET EENS OP!

  • Een zin met een bevel (opdracht/boodschap).
  • Bij gebiedende wijs staat er geen onderwerp in de zin.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe schrijf je de gebiedende wijs?
Als de ik-vorm tegenwoordige tijd:
  • Loop door.
  • Eet je bord leeg.
  • Schrijf dat op.

  • Soms wordt de infinitief gebruikt:
  • Niet pesten.
  • Deur sluiten.

Slide 12 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
Bij werkwoorden die uit het Engels komen, gebruik je de Nederlandse regels voor spelling.

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video

Spelling Engelse werkwoorden
Bij werkwoorden die uit het Engels komen, gebruik je de Nederlandse regels voor spelling.

joggen - ik jog - hij jogt - hij jogde - hij heeft gejogd
downloaden - ik download - hij downloadt - hij downloadde - hij heeft gedownload
smashen - ik smash - hij smasht - hij smashte - hij heeft gesmasht

Slide 15 - Tekstslide

Spelling Engelse werkwoorden
Maar let wel op de uitspraak!

Slide 16 - Tekstslide

Spelling Engelse werkwoorden
De uitspraak bepaalt of je aan het eind van de ik-vorm één of twee medeklinkers schrijft.
paintballen- ik paintball- hij paintballt- hij paintballde- hij heeft gepaintballd

grillen- ik gril- hij grilt- hij grilde- hij heeft gegrild
stressen - ik stres - hij strest - hij streste - hij is gestrest

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide