Les 1 - V3 - intro tema 3 - la ropa y los colores + ir a

Clase de español - V3
jueves, 26 de enero de 2023
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Clase de español - V3
jueves, 26 de enero de 2023

Slide 1 - Tekstslide

Ben je al begonnen met de po van tema 2?

A
Ja, ik heb de tekst al geschreven
B
Ja, ik ben al aan het filmen
C
Nee, ik heb er nog niets aan gedaan

Slide 2 - Quizvraag

4

Slide 3 - Video

00:23
¿Por qué el chico no está
contento (blij/tevreden)?
timer
0:40

Slide 4 - Open vraag

01:20
¿Por qué no le gustan los pantalones?
A
Son muy grandes
B
Son blancos
C
Son muy pequeños
D
Son muy largos.

Slide 5 - Quizvraag

01:40
Noem twee redenen waarom hij
deze kleding niet mooi vindt?
timer
0:40

Slide 6 - Open vraag

01:56
Welke tip krijgt deze jongen
van de spreker?
timer
0:40

Slide 7 - Open vraag

¿Qué tema vamos a aprender ahora?
¿Por qué?
timer
0:30

Slide 8 - Open vraag

Repartir nuevo reader
Tarea 3 - instrucción
Proefwerk in toetsweek

Slide 9 - Tekstslide

Habla con tu compañero sobre la tarea
¿Qué tienes que aprender para hacer bien la tarea?
¿Con quién quieres hacer la tarea?

Slide 10 - Open vraag

No me gustan ...
Quiero ...
No me gusta ...
Voy a . . . .
... mis pantalones.
... otra imagen.
... el color de mi pelo.
. . . comprar nueva ropa para ti.

Slide 11 - Sleepvraag

Voy a comprar nueva ropa para ti.
Voy a cambiar tu imagen.

Bij welk werkwoord hoort 'voy'? WAt is de vervoeging van dit werkwoord?
Welke tijd is dit? Voy a hacer mis deberes / Voy a comprar nuevos zapatillas.

Hoe maak je die tijd in het Nederlands?
Wat is het verschil met het Spaans?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Completa con “ir a” en la persona correcta
(el infinitivo ya está escrito)

Slide 14 - Open vraag

Stel je bent een stilist en je gaat een make over verzorgen voor een klant.
Schrijf 4 zinnen in het SP wat je gaat doen. (ir a + infinitivo)

Slide 15 - Open vraag

La ropa - vocabulario

Slide 16 - Tekstslide

Escribe 5 palabras relacionadas
a la ropa

Slide 17 - Open vraag

vaqueros
zapatillas
botas
calcetines
abrigo
falda
vestido
camiseta
zapatos de tacón

Slide 18 - Sleepvraag

Memory de la ropa

Pinch aquí

Slide 19 - Tekstslide

3

Slide 20 - Video

00:17
¿Qué colores ves ahora?
A
rojo y verde
B
amarillo y azul
C
naranja y rosa
D
blanco y negro

Slide 21 - Quizvraag

00:41
El vestido de la chica es de color
A
rosa
B
verde
C
roja
D
azul

Slide 22 - Quizvraag

01:22
La blusa de esta chica es de color
A
azul
B
verde
C
rosa
D
blanca

Slide 23 - Quizvraag

Sleep de Spaanse woorden naar de juiste kleuren.
amarillo
azul
negro
gris
rojo
verde
blanco
naranja
rosa
marrón

Slide 24 - Sleepvraag

¿Qué lleva puesto tu compañero de clase?
En dúos 

Enseña (= laat zien) a tu compañero de clase qué llevas puesto.
Escribe en una hoja:
(Nombre de tu compañero) lleva . . . . .
Nombra 3 prendas de ropa y los colores
timer
4:00

Slide 25 - Tekstslide

¿Qué lleva puesto tu compañero de clase?
Cuando la profe dice tu nombre . . . 

Slide 26 - Tekstslide

Ik ken minstens zes kleuren in het Spaans
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Ik weet hoe ik moet vertellen wat ik aan heb.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Ik heb vandaag goed meegedaan met de les.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Ik vond deze les . . .
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Wat zou je deze les gaan leren of doen?
timer
0:30

Slide 31 - Open vraag

Hoe ga je wat je vandaag geleerd hebt gebruiken in je po 'make over'?
timer
0:30

Slide 32 - Open vraag

Responde en frases completas:
1. ¿Cuál es tu color favorito?
2. ¿Qué color es tu mochila / bolso?
3. Hoy llevo .... (noem de kleding en de kleuren)

Slide 33 - Open vraag

Los deberes para la próxima semana
Leren
Los colores hol-esp
La ropa esp-hol
grammatica: ir a + infinitivo (vervoeging van werkwoord ir en de uitdrukking hoe je zegt dat je iets van plan bent.
Maken
Ejercicios 12 t/m 16


Slide 34 - Tekstslide