M1 les 4: Zuren, maskers en mechano-apparatuur
1 / 42
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke dieptereiniging is een indicatie voor een huid met littekens?
A
Reinigingsgel
B
Peeling
C
Lysing
D
Reinigingsolie
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke twee soorten reiniging kunnen we onderscheiden?
A
Oppervlakte & diepte reiniging
B
Milk en lotion & water en zeep
C
Milk en lotion & milia verwijderen
D
Masker & peeling
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is geen voorbehandelingen voor een dieptereiniging?
A
Kompres
B
Lotion
C
Waterdampapparatuur
D
Lijnzaadpakking
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Peeling
Scrub
Sleep de juiste ingrediënt (en) naar het juiste product
Melkzuur
Hoornstof splitsende enzymen
Organische zuren
Schurende stoffen
Schurende stoffen
Slide 9 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Er zijn meerdere apparaten die tot de mechano apparatuur behoren. Voor de basis gezichtsbehandeling moeten jullie het borstelapparaat kennen.
Slide 13 - Tekstslide
Er zijn meerdere apparaten die tot de mechano apparatuur behoren. Voor de basis gezichtsbehandeling moeten jullie het borstelapparaat kennen.
Slide 14 - Tekstslide
De slijpbehandeling wordt gedaan met een ander opzetstuk, de slijpsteen. Deze behandeling wordt in principe niet meer toegepast in de praktijk.
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de functie van het borstelapparaat?
A
Verwijderen van acné
B
Verwijderen van dode huidcellen
C
Verwijderen van teleangiëctastieën
D
Verwijderen van wratten
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Er staat niet zo veel in het boek over het crème masker, omdat dit erg afhankelijk is van het merk, van de toegevoegde werkstoffen. We praten dus wat algemener over het crème masker.
Slide 21 - Tekstslide
Er staat niet zo veel in het boek over het crème masker, omdat dit erg afhankelijk is van het merk, van de toegevoegde werkstoffen. We praten dus wat algemener over het crème masker.
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
In de basisbehandeling pas je het masker toe aan het einde van de behandeling. Je zult later leren dat er ook maskers zijn die je al eerder in de behandeling kunt toepassen.
Slide 25 - Tekstslide
Dit masker moet je zelf aanmaken. Je kunt kiezen voor water, maar het kan ook met lotion of kruidenaftreksel. Hierdoor krijgt het weer een iets andere werking. Het vocht heeft wel effect op de huid .
Slide 26 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 27 - Tekstslide
Anorganische stoffen kunnen we indelen in zuren, base en zouten. De zuurgraad van producten en onze huid drukken we uit in een getal tussen de 0 en 14. De zuurgraad van een product te hoog of te laag is, kan dit schadelijk zijn voor de huid. De zuurgraad kun je bepalen met de pH indicatoren. Op de pH schaal kun je lezen wanneer een product een zuur of base is.
Slide 28 - Tekstslide
Een zuur is een oplossing met een pH waarde tussen de 0 en 7. Hoe lager de pH waarde hoe sterker de zuur. Zuren zijn stoffen die opgelost in water H+ ionen afgeven. Een zuur is opgebouwd uit positieve waterstofionen en een negatief zuurrest ion.
Zuren hebben de volgende eigenschappen.
Prikkelende smaak
Een samentrekkende (adstringerende) werking op de eiwitten van de huid.
Eiwitsplitsende werking
Een blekend vermogen
Ze bieden weerstand tegen ziekteverwekkende micro organismen
Een verstevigende werking op de huid (zwakke zuren)
Opgelost in water geleiden ze elektrische stroom
Slide 29 - Tekstslide
We onderscheiden zwakke en sterke zuren. Een sterk zuur splitst zich volledig in ionen. Een zwak zuur splitst zich onvolledig in ionen. Hoe sterk een zuur is hangt af van het aantal waterstofionen in de stof. Een sterk zuur bevat meer waterstofionen dan een zwak zuur.
Zwavelzuur en zoutzuur is een sterke zuur.
Plantenzuur is een zwakzuur, dat verwerkt wordt in lotions.
Zuren worden bij gebruik meestal opgelost in water. Geconcentreerde oplossingen van sterke zuren vernietigen het weefsel.
Slide 30 - Tekstslide
Basen (loog) zijn stoffen die opgelost in water H+ ionen opnemen. Door een metaaloxide in water op te lossen, ontstaat een basische oplossing. Er ontstaan dan hydroxide ionen. OH ionen zijn dus kenmerkend voor een basische oplossing. Ze hebben een negatieve lading (OH-)
Eigenschappen:
Een zeepachtige smaak (loogsmaak)
Opgelost in water geleiden ze elektrische stroom
Zwakke basen verweken (zacht maken) de hoornlaag en werken keratolytisch (hoornsplitsend)
Geconcentreerde oplossingen van sterke basen tasten het weefsel aan, evenals geconcentreerde oplossingen van sterke zuren.
Slide 31 - Tekstslide
Sterke basen hebben meer OH- ionen dan zwakke zuren. Sterke basen zijn bijvoorbeeld natriumhydroxide en kaliumhydroxide. In cuticle remover zit een klein percentage van deze stoffen.
Een zwakke base is borax. Dit wordt gebruikt in producten die de huid verzachten, ook geschikt om water te ontharden
Slide 32 - Tekstslide
Als je een base en een zuur bij elkaar brengt -> zout en water.
Een sterk zuur en een sterke base vormen een neutraal zout / zwakke base en een zwak zuur -> neutraal zuur
Breng je een sterk zuur en een zwakke base bij elkaar -> zuur zout (aluin of salmiak
Zwak zuur en een sterke base -> basisch zout -> soda
Slide 33 - Tekstslide
Met het begrip zuurgraad (pH) geven we aan hoe zuur een zure oplossing is of hoe basisch een basische oplossing. De letter p staat voor potentie of macht, de letter H voor het element waterstof.
De zuurgraad druk je uit in een getal.
Je hebt ook indicatoren waarmee we de zuurgraad van een stof kunnen vaststellen. Ph meter, lakmoesstrookjes of een pH pen
Lakmoes is een kleurstof die in verschillende planten voorkomt. Lakmoesstrookjes zijn in lakmoes gedrenkte papiertjes. Doop je hem in een zure oplossing -> kleurt rood. Oplossing basisch dan rood. Zo kan je zuurgraad van producten meten
Voor het meten van een pH waarde van de huid kun je een pH meter gebruiken. Dit is een elektrische meetapparaat.
Slide 34 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de pH-waarde van een zwakke base?
A
Circa 6
B
Circa 8
C
Circa 12
Slide 35 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
pH- waarde 1
pH-waarde 14
pH-waarde 7
Zeer sterk zuur
Neutrale oplossing
Zeer sterk basisch
Slide 36 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vul in:
Een basische oplossing kunnen we afzwakken door er een .... aan toe te voegen.
Een basische oplossing kunnen we afzwakken door er een .... aan toe te voegen.
A
Base
B
Zuur
C
Zout
Slide 37 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vul in:
Een zure oplossing kun je afzwakken door er een ... aan toe te voegen.
Een zure oplossing kun je afzwakken door er een ... aan toe te voegen.
A
Base
B
Zuur
C
Zout
Slide 38 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de invloed van een zwak zuur op de huid?
A
Adstringerend
B
Keratolytisch
C
Verwekend
Slide 39 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke stelling is juist?
1. Een sterke base en een sterk zuur vormt een neutraal zout.
2. Een zwakke base en een sterk zuur vormt een zuur zout.
1. Een sterke base en een sterk zuur vormt een neutraal zout.
2. Een zwakke base en een sterk zuur vormt een zuur zout.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
1 en 2 zijn beiden juist
Slide 40 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke stelling is juist?
1. Een sterk zuur of base is schadelijk voor de huid.
2. Een neutrale oplossing heeft een pH-waarde van 7.
1. Een sterk zuur of base is schadelijk voor de huid.
2. Een neutrale oplossing heeft een pH-waarde van 7.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
1 en 2 zijn beiden juist
Slide 41 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Voor welke huidtype is een poedermasker geschikt?
A
Droge huid
B
Vochtarme huid
C
Vette huid
Slide 42 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
