HEY 3.2 repeating vocab 1

3.2 repeating vocab 1
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.2 repeating vocab 1

Slide 1 - Tekstslide

How to choose your book


How to choose  your book

Slide 2 - Tekstslide

Claim
A
Kopen
B
Schadevergoeding
C
Beweren
D
Eisen

Slide 3 - Quizvraag

Evade
A
Uitwijden
B
Rennen
C
Wegvagen
D
Ontwijken

Slide 4 - Quizvraag

Grove
A
Bosje
B
Vulkaan
C
Grasland
D
Hutje

Slide 5 - Quizvraag

Profound
A
Wetenschappelijk
B
Diepzinnig
C
Voorgevonden
D
Geheim

Slide 6 - Quizvraag

Learn the ropes
A
De praktijk begrijpen
B
De fijne kneepjes leren
C
Touwen leren kennen
D
Veters strikken

Slide 7 - Quizvraag

Resent
A
Kwalijk nemen
B
Boos zijn
C
Blij zijn voor
D
Opnieuw sturen

Slide 8 - Quizvraag

Subsequently
A
Vooraf
B
Tijdelijk
C
Vervolgens
D
Tijdens

Slide 9 - Quizvraag

Surpressed
A
Opdrukken
B
Onder de indruk
C
Voortdurend
D
Onderdrukken

Slide 10 - Quizvraag

Tale
A
Wijsheid
B
Verhaal
C
Staart
D
Groot

Slide 11 - Quizvraag

Wit
A
Geestigheid
B
Geheugen
C
Blank
D
Wijsheid

Slide 12 - Quizvraag

Pointless
A
Komma
B
Minder punten
C
Doelloos
D
Hulpeloos

Slide 13 - Quizvraag

Pursue
A
Nastreven
B
Uitgeven
C
Handtas
D
Weggooien

Slide 14 - Quizvraag

Translate

1. Afwijzing
2. Bezorgd
3. Doel (t..)
4. Doorzetten
5. Dringend verzoeken
6. Leiden (g..)
7. Lonen


8. Moeilijk (t..)
9. Onbereikbaar
10. Ondanks
11. Ontwikkelen (e..)
12. Rondzwerven (w..)
13. Uitzonderlijk
14. Waarderen

Slide 15 - Tekstslide

Translate

1. Afwijzing = rejection
2. Bezorgd = concerned
3. Doel = target
4. Doorzetten = persevere
5. Dringend verzoeken = urge
6. Leiden = guide
7. Lonen = pay off


8. Moeilijk = tough
9. Onbereikbaar= unreachable
10. Ondanks = despite
11. Ontwikkelen = evolve
12. Rondzwerven = wander
13. Uitzonderlijk= extraordinary
14. Waarderen = value

Slide 16 - Tekstslide

Get to work
3.2 Exercise 2 - 7
Study lesson 1 & 2

Slide 17 - Tekstslide