LAVARSE me lavo te lavas se lava nos lavamos os laváis se lavan
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Werkwoorden met klinkerwisseling
Hoe vervoeg je deze werkwoorden?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Oefening -5 min
servir (i)—opdienen Nosotros ......... verduras. pedir (i)—vragen om Vosotros ............ monedas al rico. repetir (i)-- herhalen Tú ............ la palabra. atender (ie) bijwonen: Ellos ............... las quejas del padre calentar (ie) opwarmen: Emilio ............... la comida defender (ie) verdedigen: Vosotros .............. su posición