In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
¿Qué? palabras cortas: VOC p. 14 oef 1-2
bijv. nmw. karakter: VOC p. 9-10 oef 3-4-5
bezittelijk voornaamwoord: VOC p.12-13 oef 4-5
¿Cómo? Individualmente