Spelling: koppelteken en weglatingsstreepje

Spelling
koppelteken
weglatingsstreepje
tussen -n /-s
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spelling
koppelteken
weglatingsstreepje
tussen -n /-s

Slide 1 - Tekstslide

domino + effect
A
domino effect
B
dominoeffect
C
domino-effect

Slide 2 - Quizvraag

vmbo+leerling
A
vmbo leerling
B
vmboleerling
C
vmbo-leerling

Slide 3 - Quizvraag

studie + avond
A
studie avond
B
studieavond
C
studie-avond

Slide 4 - Quizvraag

havo+leerling
A
havo leerling
B
havoleerling
C
havo-leerling

Slide 5 - Quizvraag

gala + avond
A
gala avond
B
galaavond
C
gala-avond

Slide 6 - Quizvraag

politie + academie
A
politie academie
B
politieacademie
C
politie-academie

Slide 7 - Quizvraag

dvd+collectie
A
dvd collectie
B
dvdcollectie
C
dvd-collectie

Slide 8 - Quizvraag

camera+opstelling
A
camera opstelling
B
cameraopstelling
C
camera-opstelling

Slide 9 - Quizvraag

rij + examen
A
rij examen
B
rijexamen
C
rij-examen

Slide 10 - Quizvraag

A4+formaat
A
A4 formaat
B
A4formaat
C
A4-formaat

Slide 11 - Quizvraag

mini+jurk
A
mini jurk
B
minijurk
C
mini-jurk

Slide 12 - Quizvraag

Kies de juiste vorm
Harde broodjes en zachte broodjes
A
Harde en zachte broodjes
B
Broodjes -Zacht en hard
C
Harde- en zachte broodjes
D
Harde Broodjes en zachte -

Slide 13 - Quizvraag

Laat weg en gebruik indien nodig een weglatingsstreepje:
invoer en uitvoer

Slide 14 - Open vraag

Laat weg en gebruik indien nodig een weglatingsstreepje:
woensdagmiddag en donderdagmiddag

Slide 15 - Open vraag

Laat weg en gebruik indien nodig een weglatingsstreepje:
hoestsiroop en hoesttabletjes

Slide 16 - Open vraag

Laat weg en gebruik indien nodig een weglatingsstreepje:
voorjaarsvakantie, meivakantie en zomervakantie

Slide 17 - Open vraag

hoog + school
A
hogeschool
B
hogenschool

Slide 18 - Quizvraag

reus + leuk
A
Reuzeleuk
B
Reuzenleuk

Slide 19 - Quizvraag

krant + kop
A
krantekop
B
krantenkop

Slide 20 - Quizvraag

lade + kast
A
ladekast
B
ladenkast

Slide 21 - Quizvraag

horloge +maker
A
horlogemaker
B
horlogenmaker

Slide 22 - Quizvraag

tarwe+brood
A
tarwebrood
B
tarwenbrood

Slide 23 - Quizvraag

etalage+pop
A
etalagepop
B
etalagenpop

Slide 24 - Quizvraag

lachen+bek
A
lachebek
B
lachenbek

Slide 25 - Quizvraag

raam+lapper
A
ramelapper
B
ramenlapper

Slide 26 - Quizvraag

hart+stilstand
A
hartstilstand
B
hartsstilstand

Slide 27 - Quizvraag

redding+operatie
A
reddingoperatie
B
reddingsoperatie

Slide 28 - Quizvraag

slaging+cijfers
A
slagingcijfers
B
slagingscijfers

Slide 29 - Quizvraag

Ik snap dit
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll