6.3 Zouten

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

6

Zouten

leerdoelen:

gezamelijke opdracht 

Geef de reactievergelijking voor het oplossen van de volgende zouten:

kaliumjodide (s)

ijzer(III)chloride (s)

Zinkbromide (s)

Zouten zijn moleculaire stoffen

1. Juist
2. Onjuist

Smeltpunten van zouten zijn laag vergeleken met smeltpunten van moleculaire stoffen.

1. Waar
2. niet-waar

ZOUTEN

MOLECULAIRE STOFFEN

natriumjodide

CuO

NH3

methaan

KF

NH4+

Deel de volgende stoffen in bij de juiste groep.

TIP: uit welke atomen is de stof opgebouwd?

METALEN

ZOUTEN

MOLECULAIRE STOFFEN

water

natriumjodide

koperoxide

calcium

koolstof

methaan

goud

kaliumfluoride

kwik

Kijk goed naar de formules van de volgende stoffen: welke stoffen zijn zouten?

sleep deze formules naar de afbeelding van zoutwinning.

ps. de index is niet klein en dat moet natuurlijk wel!

NaCl

HCl

H2S

P2O5

CaO

CO2

Fe2O3

SO3

BaF2

ZnS

SnCl2

K2O

Hoe heet de binding tussen de deeltjes in een zout?

1. Zoutbinding
2. Vanderwaalsbinding
3. Atoombinding
4. Ionbinding

zelfstandig werken

Maak opdracht 21, 23, 26 en 28 in de les

Opdracht 20 t/m 31 is huiswerk