Klaar? * Maken achterstallig werk * Leren begrippen H3.
timer
15:00
Slide 1 - Tekstslide
Lesagenda
Herhaling
Begrippen leren
Nakijken
Afsluiting en huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Toerisme is goed voor de economie
Het zorgt voor:
directe werkgelegenheid
indirecte werkgelegenheid
Slide 4 - Tekstslide
Directe werkgelegenheid
'werkgelegenheid die voortkomt uit een bepaalde activiteit'.
→ werk waarbij je rechtstreeks contact hebt met toeristen.
Slide 5 - Tekstslide
Indirecte werkgelegenheid
'Extra werkgelegenheid die niet direct ontstaat door een bepaalde activiteit, maar die daaruit voortvloeit'.
→ bedrijven die dankzij het toerisme extra werk hebben.
Slide 6 - Tekstslide
Directe werkgelegenheid
Indirecte werkgelegenheid
kamermeisje hotel
bakker
architect die een hotel ontwerpt
Slide 7 - Sleepvraag
Massatoerisme (B220)
4 kenmerken:
Er is een hoogseizoen - een aantal maanden waarin er heel veel toeristen zijn.
Grote internationale bedrijven spelen een hoofdrol.
Mensen regelen vakantie bij grote reisorganisatie
Massatoerisme bepaald de inrichting van een gebied.
Slide 8 - Tekstslide
Informele sector
'Ongeschoold, slecht betaald werk in de dienstensector'.
50% van de bevolking in Gambia is werkloos en veel mensen verdienen daarom wat geld door kleine klusjes te doen, groenten uit eigen tuin te verkopen of sigaretten te verhandelen.
Slide 9 - Tekstslide
ontwikkelingshulp en samenwerking
ontwikkelingshulp
rijke landen helpen ontwikkelingslanden
sturen van mensen, geld en/of spullen
rijke landen bepalen wat er wordt gedaan
ontwikkelingssamenwerking
afspraken tussen arme en rijke landen
ze werken samen
arme landen maken plannen, rijke landen ondersteunen
Slide 10 - Tekstslide
Ontwikkelingssamenwerking vs. ontwikkelingshulp.
Hamvraag:wie bepaalt wat de beste oplossingen zijn voor de problemen?
Het land dat geld geeft of het land dat geld ontvangt?
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Bekijk het kaartje hiernaast. Welke landen ontvangen het meeste geld voor ontwikkelingssamenwerking?