2a t/m r. 19

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

2a t/m r. 5

r. 1: die: Noteer het lemma en sla het WB NIET dicht

r. 1: die: Noteer het voorbeeldrijtje volgens welk 'die' wordt verbogen en sla het WB NIET dicht

r. 1: die: kijk bij betekenis II.1: vastgestelde dag. Kan 'die' in deze context de betekenis vastgestelde dag hebben? Motiveer je antwoord op basis van het Latijn en goed woordenboekgebruik.

r. 3: deficiente: noteer de naamval en de functie

r. 3: deficiente: noteer het lemma en sla het WB NIET dicht.

r. 3: deficiente: in het WB wordt onderscheid gemaakt tussen betekenis I en II. Leg uit op basis waarvan het onderscheid gemaakt is, leg de lastige begrippen zo uit dat iedereen in de klas het kan begrijpen. Sla het WB NIET dicht.

r. 4: ei: Noteer het lemma.

r. 3: deficiente: de juiste betekenis is (dus) te vinden bij

1. I
2. II

r. 4: habent en dicit: Noteer de tijd én leg het verschil in gebruik van die tijd uit.

Nog wat oefening

Er volgen nu nog wat opzoekdingetjes: Noteer ze, ze komen verderop in de tekst voor.

positae: Zoek op in het WB en noteer van het lemma de 1e betekenis. Sla je WB niet dicht.

Pono heeft een opsplitsing in I en II. Op basis waarvan is die splitsing gemaakt?

donderdag 11-2

r. 6: dixerit: noteer de tijd en geef je motivatie

r. 14: zoek ut op in het WB en noteer de juiste betekenis en sla het WB NIET dicht

r. 14: ut heeft een onderdeling in I, II en III; op basis waarvan wordt het onderscheid gemaakt

r. 15: sciebat: zoek op en noteer het lemma

crediderunt: noteer het lemma