In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Wisselkoers en inflatie
hoofdstu k6
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Slide 2 - Tekstslide
Uitgangspunt
Homogeen product - alleen de prijs is van belang
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Ronde 1
Slide 7 - Tekstslide
Ronde 1
Aanbieder 1
€ 1.500
Aanbieder 2
€ 1.620
Aanbieder 3
€ 1.650
Slide 8 - Tekstslide
Bij welke aanbieder koop jij de laptop?
A
1
B
2
C
3
Slide 9 - Quizvraag
Ronde 2
€ 1,00 = $ 1,00 = £ 1,00
Slide 10 - Tekstslide
Ronde 2
Aanbieder 1
£ 1.500
Aanbieder 2
$ 1.620
Aanbieder 3
€ 1.650
Slide 11 - Tekstslide
Bij welke aanbieder koop jij de laptop?
A
1
B
2
C
3
Slide 12 - Quizvraag
Ronde 3
€ 1,00 = $ 1,10 = £ 0,90
Slide 13 - Tekstslide
Ronde 3
€ 1,00 = $ 1,10 = £ 0,90
Aanbieder 1
£ 1.500
Aanbieder 2
$ 1.620
Aanbieder 3
€ 1.650
Slide 14 - Tekstslide
Bij welke aanbieder koop jij de laptop?
A
1
B
2
C
3
Slide 15 - Quizvraag
Ronde 3
€ 1,00 = $ 1,10 = £ 0,80
Aanbieder 1
£ 1.500 / 0,90 = € 1.666,67
Aanbieder 2
$ 1.620 / 1,10 = € 1.472,73
Aanbieder 3
€ 1.650
Slide 16 - Tekstslide
Tussenconclusie
Er ontstaat vanuit Nederland
(meer) vraag naar laptops in de VS.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Vraaglijn $ verschuift
Jullie kopen een laptop bij een aanbieder in de VS.
Om die te kunnen kopen (betalen), heb je dollars nodig.
Jullie vragen dus dollars...
Slide 19 - Tekstslide
Aanbodlijn € verschuift
... en bieden euro's aan (om te ruilen tegen dollars).
Dit extra aanbod van euro's ontstaat doordat jullie euro's gaan inwisselen voor dollars en niet door een verandering van de wisselkoers, dus bij elke gegeven koers is er meer aanbod van euro's.
Slide 20 - Tekstslide
Wat is juist?
Door de extra vraag naar producten uit de VS zal...
A
De vraag naar de dollar stijgen en dus de koers van de dollar stijgen
B
De vraag naar de dollar stijgen en dus de koers van de dollar dalen
C
De vraag naar de dollar dalen en dus de koers van de dollar stijgen
D
De vraag naar de dollar dalen en dus de koers van de dollar dalen
Slide 21 - Quizvraag
Wat is juist?
Door de extra vraag naar producten uit de VS zal...
A
Het aanbod van de euro stijgen en dus de koers van de euro stijgen
B
Het aanbod van de euro dalen en dus de koers van de euro stijgen
C
Het aanbod van de euro stijgen en dus de koers van de euro dalen
D
Het aanbod van de euro dalen en dus de koers van de euro dalen
Slide 22 - Quizvraag
Tussenconclusie
Als de vraag naar een valuta stijgt, dan stijgt ook de koers
(bij een gelijkblijvend aanbod).
Positief verband.
Als het aanbod van een valuta stijgt, dan daalt de koers
(bij een gelijkblijvende vraag).
Negatief verband.
Slide 23 - Tekstslide
Ronde 4
€ 1,00 = $ 1,08 = £ 0,90
Slide 24 - Tekstslide
Ronde 4
€ 1,00 = $ 1,05 = £ 0,90
Aanbieder 1
£ 1.500
Aanbieder 2
$ 1.620 --> $1750
Aanbieder 3
€ 1.650
Slide 25 - Tekstslide
Bij welke aanbieder koop jij de laptop?
A
1
B
2
C
3
Slide 26 - Quizvraag
Ronde 4
€ 1,00 = $ 1,05 = £ 0,90
Aanbieder 1
£ 1.500 = € 1.666,67
Aanbieder 2
$ 1.750 / 1,05 = € 1.666,67
Aanbieder 3
€ 1.650
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Prijspeil VS stijgt
(inflatie)
Koers $
...
Concurrentie-
positie
VS verslechtert
Export VS neemt af
Vraag dollars neemt af
Slide 31 - Sleepvraag
Wat is juist?
Koers dollar (in euro) ...
A
daalt
B
stijgt
Slide 32 - Quizvraag
Conclusie
Bij inflatie verslechtert de concurrentiepositie van een land.
Daardoor daalt de export.
(Buitenlanders gaan minder kopen in dat land.)
Dus daalt de vraag naar de munt van dat land.
Dus daalt de wisselkoers van die munt.
Slide 33 - Tekstslide
Bij de wisselkoers kijk je naar wat buitenlanders (met een andere valuta) doen. Verklaar waarom je kijkt naar het gedrag van buitenlanders (met een andere munt).