Doel: Je kan rekenen met formules met haakjes.
Hoe heb je de opdracht gedaan?
Heb je het echt begrepen?
Als je het nog moeilijk vindt, ga dan thuis aan de slag
met de theorie §5.4 op blz. 29 en blz. 59.
Oefen onder andere met opgave 60 op blz. 30 en
opgave 16 op blz. 66.