8.3 Lengtematen omrekenen

Hoofdstuk 8
Lengte, omtrek en oppervlakte
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8
Lengte, omtrek en oppervlakte

Slide 1 - Tekstslide

8.3 Lengtematen omrekenen
Lesdoel:
Je leert lengtematen omrekenen

Slide 2 - Tekstslide

8.3 Lengtematen omrekenen
Uitdaging
Je hebt vast weleens gehoord van kilometers, meters, decimeters, centimeters en millimeters.

Maar hoe kun je de ene lengtemaat omrekenen in de andere lengtemaat?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

8.3 Lengtematen omrekenen
De uitleg over lengtematen omrekenen:
kilometer: 1 kilometer is gelijk aan 1000 meter.
kilo = duizend
hectometer: 1 hectometer is gelijk aan 100 meter.
hecto = honderd
decameter: 1 decameter is gelijk aan 10 meter.
deca = tien

Slide 5 - Tekstslide

8.3 Lengtematen omrekenen
De uitleg over lengtematen omrekenen:
decimeter: 1 decimeter is gelijk aan 1/10 meter.
deci = een tiende (1/10)
centimeter: 1 centimeter is gelijk aan 1/100 meter.
centi = een honderdste (1/100)
millimeter: 1 millimeter is gelijk aan 1/1000 meter.
milli = een duizendste (1/1000)

Slide 6 - Tekstslide

8.3 Lengtematen omrekenen
Kan Het Dametje Met De Centimeter  Meten?
kilometer
            hectometer
                     decameter
                                        meter
                                                  decimeter
                                                           centimeter
                                                                            millimeter

Slide 7 - Tekstslide

De volgorde

Slide 8 - Tekstslide

Even oefenen.....
Je krijgt een aantal meerkeuzenvragen. Probeer steeds het juiste antwoord te geven.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde van de lengtematen?

A
Km Dam Hm m Dm Mm Cm
B
Mm Cm Dm Dam M Km Hm
C
Km Hm Dam M Dm Cm Mm
D
Km Hm Dam M Dm Mm Cm

Slide 10 - Quizvraag

3000 cm = ........ m
A
30
B
300
C
3
D
0,3

Slide 11 - Quizvraag

25 dm = .... cm
A
250
B
0,25
C
0,025
D
2,5

Slide 12 - Quizvraag

0,5 m = .... cm
A
5
B
0,05
C
0,5
D
50

Slide 13 - Quizvraag

5 km = ..........m
A
0,005 m
B
500 m
C
5.000 m
D
0,05 m

Slide 14 - Quizvraag

1750 dam =..................m
A
17,50 m
B
17500 m
C
175 m
D
1,75 m

Slide 15 - Quizvraag

24 mm = ..........cm
A
240 cm
B
0,24 cm
C
2400 cm
D
2,4 cm

Slide 16 - Quizvraag

0,02 km = ..........m
A
2000 m
B
200 m
C
20 m
D
2 m

Slide 17 - Quizvraag

20 dm =...............mm
A
0,2 mm
B
2 mm
C
200 mm
D
2000 mm

Slide 18 - Quizvraag

15 hm =.............km
A
1,5 km
B
0,15 km
C
150 km
D
15 km

Slide 19 - Quizvraag

Huiswerk
Maak de opdrachten in je boek die horen bij paragraaf 3.

Slide 20 - Tekstslide