8 Frequentie en toonhoogte

H8.2 Frequentie en toonhoogte
1. Herhaling paragraaf 1
2. Herhaling paragraaf 2
3. Oefenen met frequentie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H8.2 Frequentie en toonhoogte
1. Herhaling paragraaf 1
2. Herhaling paragraaf 2
3. Oefenen met frequentie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel

Ik kan rekenen met frequentie en trillingstijd

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heet een voorwerp dat zelf geluid maakt?

Slide 3 - Open vraag

Wat is geen geluidsbron
A
je stemband
B
een speaker
C
een trommel
D
een microfoon

Slide 4 - Quizvraag

Geluid onstaat door ....... in een geluidsbron.
A
trillingen
B
stroom
C
licht
D
snelheid

Slide 5 - Quizvraag

Je ontvangt geluid in je oor, de trillingen worden opgevangen door
A
je hamer
B
je trommelvlies
C
je neusholte
D
je trilharen

Slide 6 - Quizvraag

Waar kan geluid zich niet doorheen bewegen?
A
Lucht
B
Water
C
Beton
D
Vacuüm

Slide 7 - Quizvraag

Belangrijkste van paragraaf 1:
Iets wat zelf geluid maakt is een geluidsbron

Geluid is een trilling die door een geluidsbron wordt gemaakt

Geluid kan zich alleen voortplanten door een tussenstof, dus niet door vaccuum!

Slide 8 - Tekstslide

 Toonhoogte en frequentie

Slide 9 - Tekstslide

Frequentie
  • Hoge toon = hoge frequentie
  • Lage toon = lage frequentie
  • Frequentie is het aantal trillingen in 1 seconde
  • Grootheid: frequentie (f)
  • Eenheid: hertz (Hz)

  • Mensen horen van 20 Hz tot 20.000 Hz

Slide 10 - Tekstslide

Oscilloscoop
We kunnen geluid zichtbaar maken. Dit doen wij met een oscilloscoop

Zo kan je de frequentie berekenen

Slide 11 - Tekstslide

Oscilloscoop
Hiermee kun je de frequentie berekenen. (Hertz = Hz)

f = 1 : T

Hiermee kun je de trillingstijd berekenen. (Seconden = s)


Slide 12 - Tekstslide

Berekening frequentie
1 hokje is 0,1 seconde.

Wat is de trillingstijd?
Wat is de frequentie?

Slide 13 - Tekstslide

voorbeeld
  • een muziekinstrument geeft een toon met een trillingstijd van 0,0025 seconde. Bereken de frequentie.

1. Schrijf de formule op
2. Schrijf de gegevens eronder
3. Uitrekenen
4. Eenheid achter je antwoord

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld 2
De frequentie van een geluid is 2000 Hz. Bereken de trillingstijd.

1. Schrijf de formule op
2. Schrijf de gegevens eronder
3. Uitrekenen
4. Eenheid achter je antwoord

Slide 15 - Tekstslide

de trillingstijd is 0.01 seconde.
wat is de frequentie?
A
0,1 Hz
B
1 Hz
C
10 Hz
D
100 Hz

Slide 16 - Quizvraag

de trillingstijd is 100 ms.
wat is de frequentie?
A
0,1 Hz
B
1 Hz
C
10 Hz
D
100 Hz

Slide 17 - Quizvraag

de frequentie is 250 Hz.
wat is de trillingstijd?
A
0,004 s
B
250 s
C
0,25 s
D
0,025 s

Slide 18 - Quizvraag

de frequentie is 400 Hz
wat is de trillingstijd?
A
2,5 ms
B
25 ms
C
0,25 ms
D
0,0025 ms

Slide 19 - Quizvraag

Bereken de frequentie

Slide 20 - Open vraag

de eenheid van frequentie is...
A
milliseconde
B
amplitude
C
hertz
D
trillingstijd

Slide 21 - Quizvraag

Als de frequentie 440 Hz, dan is de trillingstijd?
A
0,00227 seconde
B
0,0227 seconde
C
0,000227 seconde
D
0,227 seconde

Slide 22 - Quizvraag

Frequentie van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 23 - Quizvraag

Als de frequentie 400 Hz, dan is de trillingstijd?
A
0,0025 seconde
B
0,025 seconde
C
0,00025 seconde
D
0,25 seconde

Slide 24 - Quizvraag

Hoe heet het apparaat dat trillingen zichtbaar kan maken?

Slide 25 - Open vraag

Wat vind je nog lastig van deze les?

Slide 26 - Open vraag