Thema 4 B1 Geslachtsorganen

Thema 4 

Voortplanting en seksualiteit



B1
Geslachtsorganen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 

Voortplanting en seksualiteit



B1
Geslachtsorganen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Intro
  • Leerdoel B1 (1 min)
  • Uitleg B1: - (Primaire) geslachtskenmerken
                           - Uitwendige en inwendige geslachtskenmerken
  • Zelfstandig aan de slag met de opdrachten (15 min)
  • Afsluiter B1 (5 min)
            

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen B1

4.1.1 Je kunt uitleggen welke organen tot het voortplantingsstelsel behoren.

4.1.2 Je kunt de delen van de geslachtsorganen van een man en een vrouw noemen, inclusief de overeenkomsten en verschillen.

4.1.3 Je kunt de primaire geslachtskenmerken noemen.

Slide 3 - Tekstslide

Geslachtskenmerken

  • Geslacht (sekse): lichamelijke geslachtskenmerken, bijvoorbeeld penis of vulva. 
  • Geslachtskenmerken: de lichamelijke kenmerken die het geslacht bepalen
  • Primaire geslachtskenmerken heb je al bij je geboorte
  • Jongen: penis en zijn balzak
  • Meisje: vulva (vulvalippen, clitoriseikel en opening van de vagina)
  • Overige kenmerken liggen in de buik

Slide 4 - Tekstslide

Intersekse
  • Geslacht van een persoon met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken 
  • Anders er uitzien dan mensen verwachten bij een jongen of meisje, of dat iemand geslachtskenmerken heeft van beide geslachten
  • ontwikkeling tot volwassen man of vrouw anders verloopt dan verwacht (blijkt soms pas in puberteit)
  • Eén keer week een intersekse baby

Slide 5 - Tekstslide

Uitwendig geslachts-orgaan vrouw
  • Clitoris: gevoelig voor prikkels die een fijn gevoel geven.
  • Clitoriseikel (glans) aan de buitenkant zichtbaar. Dit ‘knopje’ is erg gevoelig en is omgeven door een huidplooi: de clitorishoed
  • Binnenste vulvalippen: gladde huidplooien die aan de bovenkant samenkomen onder de clitoris. 
  • Tussen de binnenste vulvalippen liggen de openingen van de urinebuis en van de vagina
  • Buitenste vulvalippen: behaarde huidplooien en deze liggen om de binnenste. 
  • Bij de meeste vrouwen zijn de binnenste vulvalippen na de puberteit groter dan de buitenste.

Slide 6 - Tekstslide

Uitwendig geslachts-orgaan man
  • Eikel: top van penis, erg gevoelig
  • Voorhuid: huidplooi die de eikel beschermt.
  • Voorhuid is zo ruim dat je deze over de eikel kunt terugtrekken.
  • Balzak: achter de penis, met daarin de teelballen. 
  • Huid van de balzak kan gerimpeld of glad zijn, met haar of kaal. 

Slide 7 - Tekstslide

Inwendig geslachts-orgaan vrouw
  • Grootste deel  in de onderbuik 
  • Baarmoeder: hier ontwikkelt een bevruchte eicel zich
  • eileiders: buis die eicel vervoert naar baarmoeder
  • eierstokken: orgaan waar eicellen zich ontwikkelen 
  • In elke eierstok zitten honderdduizenden onrijpe eicellen, de vrouwelijke geslachtscellen.
  • Vagina: het kanaal naar de baarmoeder. 
  • Maagdenvlies: een randje weefsel aan het begin van de vagina. Het is geen dicht vlies. Sommige meisjes hebben geen maagdenvlies bij de geboorte.
  • Grootste deel van de clitoris ligt inwendig en bestaat uit zwellichamen. 
  • Zwellichamen vullen zich met bloed wanneer  vrouw seksueel opgewonden raakt, ze worden daardoor groter en steviger.

Slide 8 - Tekstslide

Inwendig geslachts-orgaan man
  • Zwellichamen liggen in de penis en deze vullen zich met bloed en worden groter en steviger bij seksuele opwinding.
  • Teelballen: produceren zaadcellen, de geslachtscellen van de man. 
  • Bijballen: deze liggen op de teelballen en slaan de zaadcellen op
  • Vanaf de bijballen lopen de zaadleiders langs de zaadblaasjes en de prostaat in de onderbuik van de man. 
  • Zaadleiders vervoeren de zaadcellen. 
  • Bij de prostaat komen de zaadleiders uit in de urinebuis. 
  • De urinebuis loopt door de penis.

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag
  • Maak eerst opdracht 1 t/m 4
  • Kijk deze opdrachten na met het antwoordboek
  • Maak de opdrachten 5 en 6 (+7)
  • Kijk ook deze opdrachten goed na en vul je antwoorden aan
  • Oefen de flitskaarten en maak de Test Jezelf van B1

Klaar?
Lees de Samenhang en maak opdracht 8

timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Lever hier de samenvatting in!

Slide 11 - Open vraag

Afsluiter B1
4.1.1 Je kunt uitleggen welke organen tot het voortplantingsstelsel behoren.

4.1.2 Je kunt de delen van de geslachtsorganen van een man en een vrouw noemen, inclusief de overeenkomsten en verschillen.

4.1.3 Je kunt de primaire geslachtskenmerken noemen.

Slide 12 - Tekstslide

Baarmoeder
Eileider
Eierstok
Urineblaas
Urinebuis
Vagina

Slide 13 - Sleepvraag


Waarin worden de eicellen rijp?
A
Eileider
B
Baarmoeder
C
Eierstok
D
Vagina

Slide 14 - Quizvraag

In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw bevindt zich het maagdenvlies?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de eierstok

Slide 15 - Quizvraag

Het maagdenvlies is een echt vlies en sluit de vagina helemaal af
A
Juist
B
Onjuist
C
niet bij iedereen
D
dat kun je niet weten

Slide 16 - Quizvraag

Volgorde van de voorzijde naar de achterzijde
bij de vrouw (in de schaamstreek):
A
clitoris, anus, vagina
B
vagina, anus, clitoris
C
clitoris, poepgat, anus
D
clitoris, vagina, anus

Slide 17 - Quizvraag

Waarom bevindt de balzak zich net een beetje buiten het lichaam?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Link

Hoeveel procent had je goed? Welke vond je lastig?

Slide 20 - Open vraag