Empirisme en Rationalisme zijn de belangrijkste wetenschappelijke methoden uit de tijd van de Verlichting.
Empirisme: Wetenschappelijke methode dat zintuiglijke waarneming de enige bron is van alle kennis.
Rationalisme: Wetenschappelijke methodedie ervan uitgaat dat alleen het gebruik van het menselijk verstand (ratio) tot zinnige kennis kan leiden.
Slide 20 - Tekstslide
Empirisme vs Rationalisme
Wit en blauw.
Voorbeeld Empirisme:
Vier koeien zijn zwart en wit’, dat kan ik zien.
De hypothese: alle koeien zijn zwart en wit.
Althans tot er een tegenvoorbeeld komt
Slide 21 - Tekstslide
0
Slide 22 - Video
0
Slide 23 - Video
Historische vaardigheden
Spotprenten: de Memes van de geschiedenis.
Slide 24 - Tekstslide
Spotprent
Wat gebeurt er op de spotprent
Worden mensen of dingen overdreven getekend?
Staat er tekst boven of onder?
Over welke gebeurtenis gaat de spotprent?
Wat is de mening van de maker?
Slide 25 - Tekstslide
Stemmen per stand
1e en 2e stand samen 5 % van de samenleving
3e stand 95%.
Koning:"Belasting moet omhoog, geld is op."
1e en 2e stand: Eens (betalen geen belasting)
3e stand: Oneens "we hebben al niks meer"
Conclusie: Verhoging gaat door
Slide 26 - Tekstslide
De Verlichting
De Verlichting: was een nieuwe filosofische stroming in Europa in de 18e eeuw. Geleerden begonnen na te denken over de ideale samenleving en verbeteringen in het bestuur.
De belangrijkste geleerden:
John Locke
Montesquieu
Voltaire
Rousseau
Slide 27 - Tekstslide
John Locke
Tegen het absolutisme.
Vorsten mogen niet zomaar doden, gevangen nemen en bezittingen afpakken
Natuurrecht: Recht verkregen bij geboorte. Recht op leven, vrijheid en bezit. Ieder is gelijkwaardig en heeft gelijke rechten
Slide 28 - Tekstslide
Montesquieu
Vond dat de macht niet bij één persoon moest liggen, maar verdeeld moest worden.
Scheiding der machten: Trias Politica.
Wetgevende macht: Regering + parlement maken wetten
Rechtsprekende macht: Onafhankelijke rechters Controleren wetten en spreken recht.