les 1 H6 Oriëntatie: Pruiken en revoluties

Hoofdstuk 6: Revolutie! Alles moet anders
Tijdvak 7
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6: Revolutie! Alles moet anders
Tijdvak 7

Slide 1 - Tekstslide

In deze les
  • Introductie
  • Oriëntatie
  • Dit hoofdstuk: mavo 4 paragrafen - havo 5 paragrafen 

Lesdoel: Aan het eind van de les heb je kennis gemaakt met het nieuwe hoofdstuk.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over de Franse revolutie?

Slide 3 - Open vraag

Tijd van Pruiken en Revoluties
1700 - 1800

Slide 4 - Tekstslide

Aantekeningen
Zie je dit potloodje? Dan neem je de dikgedrukte en onderstreepte zin over in je schrift.



Slide 5 - Tekstslide

Belangrijke jaartallen
Tijdvak van Pruiken en revoluties:
  • 18e eeuw 1700 n.chr - 1800. n.chr 
  • De Franse Revolutie (1789-1799)            
  • Napoleon Bonaparte (1799-1815)

Slide 6 - Tekstslide

Tijdbalk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800

Slide 7 - Tekstslide

Tijdlijn
De tijdlijn maak je tijdens de lessen, dit is handig voor de toets

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maak de oriëntatie van H6 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een oorzaak-gevolg relatie? Geef hiervan een voorbeeld.

Slide 10 - Open vraag

Oorzaak-gevolg
Oorzaak: Waarom of waardoor iets gebeurt
Gevolg: Datgene wat erna gebeurt
Aanleiding: De allerbelangrijkste oorzaak. Waarom of waardoor iets gebeurt. De laatste oorzaak, de druppel die de emmer doet overlopen.

Slide 11 - Tekstslide

Oorzaken & aanleiding
Oorzaken: Alle eerdere druppels in de emmer 
Aanleiding: De druppel die de emmer doet overlopen

Gevolg: Emmer loopt over


Slide 12 - Tekstslide

Frankrijk 18e eeuw
Absolutismealle macht bij de koning.
Droit devin: Goddelijk recht om te heersen

Standensamenleving: 


Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Inleiding 
maken vragen 
samenwerken
huiswerk volgende keer

Slide 14 - Tekstslide

Extra materiaal

Slide 15 - Tekstslide

Bestorming Bastille
Begin Franse Revolutie

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Rousseau
  • Was van mening dat alle mensen zich moesten onderschikken aan de algemene wilhet algemeen belang van de bevolking

  • Er moest volgens hem dus gehandeld worden vanuit het belang van het hele volk. 
  • Hij vond ook dat iedereen gelijk moest zijn voor de wet.

Slide 18 - Tekstslide

De Verlichting
De filosofen schreven boeken over hun ideeën en deze werden in heel Europa gelezen en verspreid. 

Gevolgen: 
  • Veel verlichte filosofen werden gevangen gezet.
  • Boeken werden verboden vanwege hun kritiek op het huidige regime. 
  • Sommige Europese vorsten voerden enkele Verlichte waarden en ideeën door en gaven hun onderdanen meer vrijheden en inspraak.
  • De onderzoekende geest van de Verlichting stimuleerde uitvindingen.

Slide 19 - Tekstslide

Empirisme vs Rationalisme
Wit en blauw.

Empirisme en Rationalisme zijn de belangrijkste wetenschappelijke methoden uit de tijd van de Verlichting.

Empirisme: Wetenschappelijke methode dat zintuiglijke waarneming de enige bron is van alle kennis.

Rationalisme: Wetenschappelijke methode die ervan uitgaat dat alleen het gebruik van het menselijk verstand (ratio) tot zinnige kennis kan leiden. 


Slide 20 - Tekstslide

Empirisme vs Rationalisme
Wit en blauw.

Voorbeeld Empirisme:

  • Vier koeien zijn zwart en wit’, dat kan ik zien.
  • De hypothese: alle koeien zijn zwart en wit.
  • Althans tot er een tegenvoorbeeld komt

Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

0

Slide 23 - Video

Historische vaardigheden
Spotprenten: de Memes van de geschiedenis. 

Slide 24 - Tekstslide

Spotprent
  • Wat gebeurt er op de spotprent

  • Worden mensen of dingen overdreven getekend?

  • Staat er tekst boven of onder?

  • Over welke gebeurtenis gaat de spotprent?

  • Wat is de mening van de maker?

Slide 25 - Tekstslide

Stemmen per stand 
1e en 2e stand samen 5 % van de samenleving
3e stand 95%.

Koning: "Belasting moet omhoog, geld is op."
1e en 2e stand: Eens (betalen geen belasting)
3e stand: Oneens "we hebben al niks meer" 
Conclusie: Verhoging gaat door

Slide 26 - Tekstslide

De Verlichting
De Verlichting: was een nieuwe filosofische stroming in Europa in de 18e eeuw. Geleerden begonnen na te denken over de ideale samenleving en verbeteringen in het bestuur.

De belangrijkste geleerden:

  • John Locke
  • Montesquieu
  • Voltaire
  • Rousseau

Slide 27 - Tekstslide

John Locke

  • Tegen het absolutisme.
  • Vorsten mogen niet zomaar doden, gevangen nemen en bezittingen afpakken 

Natuurrecht: Recht verkregen bij geboorte. Recht op leven, vrijheid en bezit. Ieder is gelijkwaardig en heeft gelijke rechten

Slide 28 - Tekstslide

Montesquieu

  • Vond dat de macht niet bij één persoon moest liggen, maar verdeeld moest worden. 
  • Scheiding der machten: Trias Politica. 

  1. Wetgevende macht: Regering + parlement maken wetten
  2.  Rechtsprekende macht: Onafhankelijke rechters Controleren wetten en spreken recht.
  3. Uitvoerende macht: Regering, ministeries & politie.

Slide 29 - Tekstslide

Voltaire




  • Vond dat mensen mochten zeggen wat ze ergens van vonden, zonder dat ze meteen opgesloten of verbannen werden.
  • Voor vrijheid van meningsuiting. 
  • Een van de eerste voorvechters van de mensenrechten: rechten die iedere mens zou moeten hebben.

Slide 30 - Tekstslide

De Verlichters en gelijkheid
Verlichters
  • Mensen zijn gelijk en vrij vanaf geboorte 
  • Volkssoevereiniteit: het volk bepaald die het land bestuurd/regeert

Gevolg
  • Tegen standensamenleving
  • Tegen slavernij/slavenhandel (Abolitionisme)
  • Tegen absolutisme 

Slide 31 - Tekstslide

Rationeel denken
  • Rationeel denken= logisch nadenken
  • Mensen kregen meer kennis
  • Experimenteren
  • Veel nieuwe ideeën over het geloof

Slide 32 - Tekstslide

Wat is de Verlichting ook alweer?
A
Vorm van regeren waar het volk alle macht heeft
B
Manier van denken waarbij alle mensen gelijk zijn en dezelfde rechten hebben
C
Vorm van regeren waar de koning alle macht heeft
D
Manier van denk waarbij je eigen verstand belangrijker is dan de Bijbel

Slide 33 - Quizvraag

Waren de verlichte denkers hier voor of tegen?
Verlichte denkers zijn voor
Verlichte denkers zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Ongelijkheid
Vrijheid van godssdienst
Gelijke rechten voor iedereen

Slide 34 - Sleepvraag

Verlicht denken of niet?
"Als ik ziek ben ga ik bidden om beter te worden"

Slide 35 - Poll

Verlicht denken of niet?
"Onderwijs is belangrijk want kinderen moeten leren om zelf na te denken."

Slide 36 - Poll

Trans-Atlantische slavenhandel 

slavenhandel


Na 1675 richtte de WIC (anders dan de VOC) zich vooral op de slavenhandel en ontstond de driehoekshandel

Slide 37 - Tekstslide

Slavernij en het abolitionisme 
  • Er werd veel geld verdiend met slavernijhandel 
  • 'Verlichte' manier van denken ging niet samen met slavernij

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Wat is abolitionisme?
A
Mensen hebben recht om zichzelf te besturen
B
slavenhandel en slavernij moeten worden afgeschaft
C
mannen en vrouwen hebben gelijke rechten
D
de koning moet afgezet worden

Slide 40 - Quizvraag

Wat was de reden waarom slavernij afgeschaft werd?
A
Gelijkheid
B
Vrijheid
C
Broederschap

Slide 41 - Quizvraag

Wat is het verband tussen de verlichting en de afschaffing van de slavernij? (Abolitionisme)

Slide 42 - Open vraag

De Franse Revolutie

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

De Franse Revolutie is geinspireerd door
A
De Renaissance
B
De Verlichting
C
De Amerikaanse revolutie
D
De Wetenschappelijke revolutie

Slide 45 - Quizvraag

Wat was de uitspraak van de Franse Revolutie?
A
Vrijheid, liefde en broederschap
B
Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap
C
Vrede, Vrijheid en Broederschap
D
Vrijheid, Gelijkheid en Vrede

Slide 46 - Quizvraag

Wat heeft te maken met de Franse Revolutie? Sleep die woorden naar de guillotine
gelijkheid
vrijheid
broederschap
stokbrood
Rode wijn
Eiffeltoren

Slide 47 - Sleepvraag

Sleep de zinnen naar het goede vak
Geen gevolg van de Franse Revolutie
Een gevolg van de Franse Revolutie
Alle Fransen werden even rijk
Afschaffing van het koningschap
De adel grijpt de macht
Boeren gaan Frankrijk besturen
Gelijke rechten voor alle Fransen

Slide 48 - Sleepvraag