Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Taal thema 4 - week 3 - les 14
Woordsoorten
1 / 48
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Taal
Basisschool
Groep 8
In deze les zitten
48 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woordsoorten
Slide 1 - Tekstslide
Gezegde
Alle werkwoorden uit de zin!
Wij
gaan
morgen samen
eten
.
Slide 2 - Tekstslide
Onderwerp
Wie of wat + gezegde?
Henk loopt in de tuin.
Wie of wat loopt? ------>
Henk!
Slide 3 - Tekstslide
Lijdend voorwerp
Wie of wat + gezegde + onderwerp?
Anna en Veerle ontvangen een uitnodiging.
Wie of wat ontvangen Anna en Veerle? -->
een uitnodiging
.
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het lijdend voorwerp?
Twee meisjes bewonderen Rachid.
A
Twee meisjes
B
Rachid
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
Rachid vindt beiden aardig.
A
Rachid
B
beiden
C
vindt
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
Mira geeft aan Rachid veel cadeautjes.
A
Rachid
B
veel cadeautjes
Slide 7 - Quizvraag
Is er ook een meewerkerkend voorwerp? (aan, voor)
Mira geeft aan Rachid veel cadeautjes.
A
Rachid
B
geeft
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
Elvira zegt weinig tegen Mira.
A
weinig
B
zegt
C
Mira
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
Mira zegt de hele tijd lelijke dingen.
A
de hele tijd
B
lelijke dingen
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
Rachid vraagt twee weken pauze.
A
Twee weken pauze
B
Rachid
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
Nu geniet Rachid van 14 dagen rust.
A
Van 14 dagen rust
B
Nu
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Video
Dus..................................
Lijdende vorm:
Vorm van worden + voltooid deelwoord!
Slide 14 - Tekstslide
Zet de zin in de lijdende vorm:
Twee meisjes bewonderen Rachid.
A
Rachid wordt door twee meisjes bewonderd.
B
Twee meisjes worden bewonderd door Rachid.
C
Twee meisjes worden bewonderen Rachid.
Slide 15 - Quizvraag
Zet de zin in de lijdende vorm.
Rachid vindt beiden aardig.
A
Rachid wordt door beiden aardig gevonden.
B
Beiden worden door Rachid aardig gevonden.
C
Rachid vindt beiden worden aardig.
Slide 16 - Quizvraag
Zet de zin in de lijdende vorm.
Mira geeft aan Rachid veel cadeautjes.
A
Veel cadeautjes worden door Rachid aan Mira gegeven.
B
Veel cadeautjes worden aan Rachid gegeven door Mira.
Slide 17 - Quizvraag
Zet de zin in de lijdende vorm.
Elvira zegt weinig tegen Mira.
A
Er wordt weinig tegen Mira gezegd door Elvira.
B
Elvira wordt weinig gezegd tegen Mira.
Slide 18 - Quizvraag
Vul de lijdende vorm in.
Mira zegt steeds lelijke dingen.
A
Lelijke dingen worden steeds gezegd door Mira.
B
Mira wordt steeds een lelijk ding.
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het telwoord?
Twee meisjes bewonderen Rachid.
A
Twee
B
Rachid
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het telwoord?
Rachid vindt beiden aardig.
A
Geen telwoord
B
beiden
Slide 21 - Quizvraag
Mira geeft aan Rachid veel cadeautjes.
A
Geen telwoord
B
Veel
C
Aan
Slide 22 - Quizvraag
Wat is het telwoord?
Elvira zegt weinig tegen Mira.
A
Zegt
B
weinig
Slide 23 - Quizvraag
Mira zegt steeds lelijke dingen.
A
Steeds
B
Geen telwoord
Slide 24 - Quizvraag
Rachid vraagt twee weken pauze.
A
Twee
B
weken
Slide 25 - Quizvraag
Wat is het telwoord?
Ik ben eerste geworden in de competitie.
A
Ben
B
eerste
Slide 26 - Quizvraag
Wat is het wederkerend voornaamwoord?
Omdat hij zijn wekker niet zette, verslaapt Ruben .....
A
zich
B
je
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Wat is het wederkerend voornaamwoord?
Nu moet hij ........... haasten
A
je
B
zich
Slide 29 - Quizvraag
Wat is het wederkerend voornaamwoord?
Zijn moeder roept nog: was ....... je wel?
A
je
B
zich
Slide 30 - Quizvraag
Daar maakt Ruben ......... niet druk om.
A
ons
B
zich
C
je
Slide 31 - Quizvraag
We gaan ......vermaken met drie dingen: fietsen, picknicken en kletsen.
A
ons
B
je
Slide 32 - Quizvraag
Interpunctie
: geeft een opsomming aan, verklaring, directe rede.
Ik moet morgen niet vergeten om het volgende klaar te leggen: mijn schrift, boeken & etui.
Slide 33 - Tekstslide
Interpunctie
Ik ben nu zo trots dat ik durf te zeggen:
'Mijn broertje zit op ballet!'
Slide 34 - Tekstslide
Interpunctie
; Komt tussen 2 hoofdzinnen waar
geen
voegwoord is. Eigenlijk is het dus in plaats van een punt. De zinnen hangen nauw met elkaar samen.
Die jongen heeft een maillot; hij heeft er wel zes.
Slide 35 - Tekstslide
;
Als er
wel
een voegwoord is, komt er dus GEEN puntkomma!!
Er komt dan een gewone komma!
Slide 36 - Tekstslide
Interpunctie
Mijn kleine broertje heeft een solo gedanst; hij was de enige.
Puntkomma als de tweede zin nauw samen hangt met de eerste zin.
Slide 37 - Tekstslide
Interpunctie
,
Als je iemand aanspreekt: Bert, wil je die tosti aan me geven?
Tussen een opsomming: bami, nasi, kip en groenten.
Slide 38 - Tekstslide
,
Tussen twee persoonsvormen: Toen mijn broertje op ballet
ging, schaamde
ik me voor hem.
Slide 39 - Tekstslide
,
Vóór een
voegwoord
komt ook vaak een komma!
Meestal ook voor een
tegenstelling!
Tijdens de voorstelling wist ik niet wat ik zag,
want
hij danste geweldig.
Slide 40 - Tekstslide
Wat moet er op de lege plek komen te staan?
Morgen ga ik drie gerechten koken [..] lasagne, stoofvlees & aardappelpuree.
A
:
B
,
C
;
D
!
Slide 41 - Quizvraag
Wat moet er op de lege plek komen te staan?
Maaike roept blij [..] 'We gaan op schoolreis!'
A
:
B
,
C
;
Slide 42 - Quizvraag
Wat moet er op de lege plek komen te staan?
Ze gaan de dijk op [..] Ruben slooft zich uit.
A
;
B
:
C
.
Slide 43 - Quizvraag
Wat moet er op de lege plek komen te staan?
Hallo Ruben [..] ik maakte me al zorgen.
A
,
B
;
C
:
Slide 44 - Quizvraag
Wat moet er op de lege plek komen te staan?
Ik ben bloednerveus [..] maar ik laat me niet van de wijs brengen.
A
,
B
;
C
:
Slide 45 - Quizvraag
Wat moet er op de lege plek komen te staan?
Nu moet ik wachten [..] de jury heeft ook tijd nodig.
A
;
B
:
C
,
Slide 46 - Quizvraag
Wat moet er op de lege plek komen te staan?
Toen ik mijn boterham opat [..] voelde ik iets hards.
A
,
B
;
C
:
Slide 47 - Quizvraag
Toppers!!
Voor de interpunctie ga ik nog hulpjes ophangen in de klas!
Slide 48 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
les 14
Januari 2023
- Les met
41 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
SMS klas 5; het lijdend voorwerp thema 3.
Maart 2022
- Les met
49 slides
Taalles
Primary Education
Age 10,11
LV&MV
Februari 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Gebruik van persoonlijk voornaamwoord lijdend voorwerp
April 2023
- Les met
14 slides
Les 4: lijdend en meewerkend voorwerp
Februari 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 14 hv3
November 2020
- Les met
36 slides
Frans
Enseignement Secondaire
2 HV Grammatica (zinsdelen)
Februari 2022
- Les met
48 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2