Medicatie (her)kennen

Medicatie (her)kennen
Na deze les ken jij:

  • medicatie in de palliatieve fase;
  • Diverse toedieningsvormen;
  • handige weetjes over medicatie in de laatste fase.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Medicatie (her)kennen
Na deze les ken jij:

  • medicatie in de palliatieve fase;
  • Diverse toedieningsvormen;
  • handige weetjes over medicatie in de laatste fase.

Slide 1 - Tekstslide

Zie casussen en meetinstrument op DucZorg - Onderwijs - 
Verschillend verloop
Ziektegerichte palliatie
De ziekte wordt behandeld terwijl er geen genezing meer mogelijk is.

Symptoomgerichte palliatie
Verlichten en onder controle houden van de symptomen

Palliatie in de stervensfase
Aandacht verschuiven naar kwaliteit van sterven. Dit zijn de laatste dagen voor het overlijden

Nazorg
Ondersteunen van de verwerking middels gesprekken met naasten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg is gericht op?
A
zo lang mogelijk blijven leven
B
kwaliteit van sterven
C
kwaliteit van leven
D
voorbereiden op een operatie

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Terminale zorg is gericht op?
A
zo lang mogelijk blijven leven
B
kwaliteit van sterven
C
kwaliteit van leven
D
voorbereiden op een operatie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Medicatie

Welke palliatieve medicatie kennen jullie?

Bij welke klachten wordt welk medicijn gegeven?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je doen aan pijn, behalve medicatie?
  • Minimaliseer pijn gerelateerd aan beweging 

  •  Wisselligging en dagelijks lichamelijke verzorging vinden alleen plaats als dat wenselijk is; dien 15-30 minuten tevoren preventief medicatie tegen doorbraakpijn toe

  • Biedt afleiding

  • Maak bij onrust in het sterfbed onderscheid tussen onrust door een terminaal delier en onrust door pijn.

  • Begeleid de naasten van een bewusteloze patiënt 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veelvoorkomende medicatie bij symptoomgerichte palliatie
Pijnstilling: Paracetamol, Morfine, Fentanyl (pleister), Oxycodon

Benauwdheid: Morfine, Midazolam

Misselijkheid: Metoclopramide, Haloperidol

Delier en onrust: Haloperidol, Midazolam

Slijmvorming/Reutelen: scopolaminebutyl subcutaan

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening toedieningsvormen
Je krijgt de 6 veelvoorkomende toedieningsvormen op één papier. 

Bekijk de verschillende voor- en nadelen. Match de juiste voor- en nadelen bij de toedieningsvormen. 
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subcutaan
'vlinder/vleugelnaaldje'

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het toedienen van morfine in de stervenfase versnelt het stervensproces
A
Ja
B
Nee
C
Weet niet

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oxycodon is een lichte pijnstiller die vergelijkbaar is met paracetamol
A
Ja
B
Nee
C
Weet niet

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve sedatie wordt gegeven om het leven te verkorten
A
Ja
B
Nee
C
Weet niet

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Haloperidol kan helpen tegen misselijkheid en onrust
A
Ja
B
Nee
C
Weet niet

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Morfine wordt alleen gegeven voor pijnbestrijding
A
Ja
B
Nee
C
Weet niet

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Casus
Mevrouw De Vries, 82 jaar, heeft vergevorderde longkanker en bevindt zich in de palliatieve fase. Ze ligt veel in bed en is de laatste dagen erg benauwd. Ze heeft moeite met slikken en weigert haar tabletten in te nemen. Daarnaast lijkt ze onrustig en heeft ze verwarde momenten waarin ze niet goed begrijpt waar ze is. Haar familie merkt op dat ze af en toe grimassen trekt en haar handen balt, wat kan wijzen op pijn.

Welke medicatie is waarschijnlijk nodig om haar klachten te verlichten?

Welke toedieningsvormen zijn het meest geschikt voor haar situatie?

Slide 15 - Tekstslide

Bespreking:

Pijnstilling: Morfine subcutaan (tabletten niet meer mogelijk).
Benauwdheid: Morfine subcutaan of via een pompje.
Onrust/delier: Haloperidol of midazolam subcutaan.
Slikproblemen: Geen orale medicatie meer, voorkeur voor subcutaan of eventueel een pleister als lange termijn oplossing (bijv. fentanyl voor pijnstilling).