3.1 De opkomst van de islam

1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Middeleeuwen

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide


Met het einde van het Romeinse Rijk begint een nieuw tijdperk in Europa. Dit tijdperk noemen wij de Middeleeuwen. De Middeleeuwen duren 1000 jaar: van 500 tot 1500. 

Tijdvak 3 en 4 gaan over de Middeleeuwen.
(H3 en H4)


Tijd van Monniken en Ridders - Hoofdstuk 3

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk: 3.1 t/m 3.4
Tijdvak: Tijd van Monniken en Ridders
jaartallen: 500-1000
periode: (vroege) middeleeuwen

Kenmerkende aspecten:
  1. Het ontstaan en de verspreiding van de islam
  2. De vervanging van de steden in Europa voor alleen maar landbouw georganiseerd via het hofstelsel en horigheid.
  3. Het ontstaan van het feodale stelsel
  4. De verspreiding van het christendom in Europa
Planning tot aan de toetsweek

Slide 5 - Tekstslide

3.1 De opkomst van de islam

Slide 6 - Tekstslide

Planning

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Kenmerkend aspect 
Het ontstaan en de verspreiding van de islam 

Slide 9 - Tekstslide

Islam

Slide 10 - Woordweb

Doelen van de les
  • Hoe ontstond de islam?
  • Kenmerken van de islam.
  • Hoe breidde het Arabische rijk zich uit?
  • Hoe ontwikkelden de Arabische samenleving en        cultuur zich?
  • Hoe verspreidde de islam zich verder?

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel 1
Hoe ontstond de islam?

Slide 12 - Tekstslide

Ontstaan van de islam 
Midden-Oosten

- Onherbergzaam gebied
- Stammensamenleving
- Polytheïstische godsdienst 

Slide 13 - Tekstslide


Over het ontstaan van de islam is weinig met wetenschappelijke zekerheid bekend, net als over het ontstaan van het jodendom en christendom

Dit nieuwe geloof heeft joodse en christelijke wortels; ontstaan rond 610 toen Allah (Arabisch voor God) de Arabische handelaar Mohammed als zijn boodschapper (profeet) aanwees.

  • Mohammed krijgt een visioen "Allah is de enige god en jij bent zijn profeet"
  • Mohammed moest deze boodschap verkondigen.
  • In Mekka wilde men niets van de boodschap van Mohammed weten
  • 622: Mohammed vlucht van Mekka naar Medina
  • --> hedsjra: begin van de Islamitische jaartelling
Hoe de islam ontstond

Slide 14 - Tekstslide

Ontstaan
Overeenkomst christendom:
  •  monotheïstische godsdienst,
  •  heeft een heilig boek: de Koran

Verschillen christendom: 

  • Vanaf het begin een godsdienst van heersers; niet bestreden, 
  • Islamitische jaartelling begint bij verdrijving Mohammed niet geboorte (622),
  • Niet alleen geestelijk leider ook wereldlijk machthebber

Slide 15 - Tekstslide

Tijdlijn
Ontstaan islam: 
  1.  610 n.C. Mohammed krijgt opdracht van God om zijn profeet te worden. 
  2. 622 n.C. Mohammed wordt uit Mekka verdreven. (Begin jaartelling moslim)
  3. 622 n.C. Mohammed krijgt de macht in Medina.
  4. 632 n.C. Engel Gabriel verschijnt aan Mohammed en geeft hem De Verzen van Allah door. (Dit wordt uiteindelijk de Koran)
  5. 632. n.C. Mohammed sterft in Medina. 

Slide 16 - Tekstslide

De 5 zuilen van de islam

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

leerdoel 2
Splitsing binnen de islam

Slide 21 - Tekstslide


Na Mohammeds dood (632) breidden kaliefen (opvolgers) de islamitische staat (kalifaat) uit tot een groot Arabisch rijk door het Perzische rijk en delen van het Byzantijnse rijk te veroveren.

Het begrip jihad is zowel innerlijk als
uiterlijk. Leg uit.

In 650 eindigde de expansie door 
burgeroorlogen binnen het kalifaat


Hoe het Arabische rijk werd uitgebreid.
(heilige strijd) 1. innerlijke strijd om een goed moslim te zijn en de strijd om e islam te verdedigen, 2. verplichting voor moslims om hun godsdienst te verspreiden, zo nodig met geweld

Slide 22 - Tekstslide

tot 661 - Kalief Ali
tot 750 de Obbjaden
Tot 900 de 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

de belangrijkste verschillen tussen soennieten en sjiieten samengevat. 

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoel 3
Verspreiding van de islam

Slide 26 - Tekstslide

Expansie onder de verschillende kalifaten

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Vanaf eind 7e eeuw veroverden islamitische legers grote delen van 
- centraal-Azië en 
- Noord-Afrika. 


Europa
  • 711 n.C.: moslims steken de straat van Gibraltar over. De verovering van het Iberisch schiereiland begint. 
  • 732 n.C.: Karel Martel verslaat de moslims bij Potiers waarmee de opmars van de moslims worden gestopt. 


De verspreiding van de islam

Slide 29 - Tekstslide


  1. De Perzische en Byzantijnse rijken waren ernstig verzwakt
  2. Ze waren militair sterk door hun nomadisch bestaan
  3. Ze waren door de islam niet meer verdeeld en streden voor hun geloof
  4. Ze maakten kans op een rijke buit
  5. Ze werden geholpen door de overwonnen volken


Hoe konden de Arabieren hun rijk zo snel uitbreiden?

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide


Onder de Abbasiden stopte de expansie, wel verdere verspreiding islam: o.a. in Afrika en in Indonesië

Vanaf 11e eeuw verovering van Anatolië door Turken:
  • stichting Ottomaanse rijk
  • 1453 verovering van Constantinopel, einde Byzantijnse rijk
Hoe de islam later in andere gebieden werd verspreid.
Mehmed II verovert Constantinopel (1453)

Slide 32 - Tekstslide

Leerdoel 4
Hoe ontwikkelden de Arabische samenleving en cultuur zich?

Slide 33 - Tekstslide

.
Ondanks het uiteenvallen van het kalifaat waren delen van de Arabische wereld economisch en cultureel verbonden door:

  • welvarende landbouwstedelijke samenleving
  • bloeiende beschaving met Arabisch schrift en taal, islam als staatsgodsdienst
  • nieuwe architectuur met o.a. moskeeën
  • tolerantie van christendom en jodendom
  • overname van elementen van Perzische en Grieks-Romeinse cultuur
  • bevordering van de wetenschap
Hoe de Arabische samenleving en cultuur zich ontwikkelden
Omajjadenmoskee, Damascus

Slide 34 - Tekstslide


In 750 werd de Omajjadenfamilie grotendeels vermoord door de Abbasidenfamilie.

Daardoor:
  • een nieuwe kaliefendynastie in Irak (Bagdad)
  • een onafhankelijk rijk in delen van Spanje, Portugal en Marokko met een emir: Arabische vorst
  • in de 10e eeuw een sjiitisch kalifaat in Egypte met Caïro als hoofdstad
  • uiteenvallen van Arabische rijk in kleinere staten bestuurd door een sultan: islamitische vorst
  • Zij erkenden wel de opperheerschappij van de kalief van Bagdad, maar die had weinig te vertellen.
Hoe de Arabische samenleving en cultuur zich ontwikkelden.

Slide 35 - Tekstslide

De islam in Europa
Ondanks de verschillende Emiraten en Sultanaten bleef de islamitische wereld één culturele en economische wereld.

één culturele wereld doordat: 
  1. Gebruik dezelfde geschrift. 
  2. Gebruik dezelfde taal. 
  3. Hetzelfde geloof. 

één economische wereld doordat: 
  1. Bleven handelen met elkaar. 

Slide 36 - Tekstslide

Culturele Bloei
Arabieren waren ook tolerant in wetenschap en filosofie: 

  • Kopieerden wetenschappelijke werken van oude Grieken
  • Kopieerden filosofische werken van de oude Grieken. 
  • Combineerden Grieks-Romeinse bouwvormen met eigen bouwvormen. 

Slide 37 - Tekstslide




Huiswerk: 
Maken uit boek: 1/3/5/6/7


maak een korte samenvatting van 3.1 (voor jezelf)

 Zelfstandig werken en huiswerk
timer
10:00

Slide 38 - Tekstslide

Maak een samenvatting van §3.1. Leg hierin uit:
> Wat kenmerken van de Islam zijn
> Het ontstaan van de Islam
> De verspreiding van de Islam (Jihad/veroveringen)
> Soennieten + Sjiieten (kenmerken/verschil)

Lees 2.3
Maak een overzicht van het ontstaan en kenmerken van de twee andere monotheïstische godsdiensten.
>> Waarom verspreidde en groeide het christendom zich wél en het jodendom niet?

Slide 39 - Tekstslide

Test

Slide 40 - Tekstslide

Leg uit hoe de moslims hebben bijgedragen aan de verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur.

Slide 41 - Open vraag


Wat is de juiste chronologische volgorde in ontstaan?
A
Christendom, Islam, Jodendom
B
Islam, Christendom Jodendom
C
Jodendom, Christendom, Islam
D
Jodendom, Islam, Christendom

Slide 42 - Quizvraag


Wat is niet een van de vijf zuilen 
van de islam?
A
Eén keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vijf keer per week naar de moskee gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
Minstens vijf keer per dag bidden

Slide 43 - Quizvraag


Wie is geen profeet van de islam?
A
Mohammed
B
Jezus
C
Jakob
D
Gabriël

Slide 44 - Quizvraag


Waar is de islam ontstaan?
A
Arabië
B
Indonesië
C
Spanje
D
Turkije

Slide 45 - Quizvraag


Wat betekent islam?
A
Onderwerping aan Allah
B
Zoeken naar Allah
C
Geloven in Allah
D
Allah is groot

Slide 46 - Quizvraag

Wat zijn kruistochten?
A
Oorlog om Jeruzalem te bevrijden
B
Reizen om ongelovigen te bekeren
C
Bedevaarten
D
Een tocht die wordt begonnen na een oproep van de paus

Slide 47 - Quizvraag


Welke uitspraak over de islam is juist?
A
De islam is gesticht door de Turk Mohammed
B
Aanhangers van de islam noem je Turken of Arabieren.
C
Het gebedshuis van de islam noem je een moskee.
D
De verspreiding van de islam begon in de zesde eeuw na Christus.

Slide 48 - Quizvraag

De middeleeuwen is van ....
A
500 tot 1500 n.Chr.
B
500 tot 1000 n.Chr.
C
1000 tot 1500 n.Chr.
D
500 v.Chr. tot 500 n. Chr

Slide 49 - Quizvraag

Wat is geen kenmerkend aspect van tijdvak 3 (500-1000 n Chr.)?
A
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
B
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
C
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving
D
Het ontstaan en de verspreiding van de islam

Slide 50 - Quizvraag

Hoe heet dit tijdvak?
A
Tijd van jagers en boeren
B
Tijd van monikken en ridders
C
Tijd van Grieken en Romeinen
D
Tijd van ontdekkers en hervormers

Slide 51 - Quizvraag