1 LOB - Stress en Plannen

Deze les
  • Wat is stress
  • Wat is gezonde en ongezonde spanning
  • Hoe ga je hiermee om
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Deze les
  • Wat is stress
  • Wat is gezonde en ongezonde spanning
  • Hoe ga je hiermee om

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Waar kun jij heel
gespannen of zenuwachtig
voor zijn?

Slide 3 - Woordweb

Zenuwen kun je hebben
voor van alles!

Slide 4 - Tekstslide

Veel mensen kunnen heel zenuwachtig zijn voor de dokter of tandarts!

Slide 5 - Tekstslide

Anderen weer voor een toets....

Slide 6 - Tekstslide

Of om iets voor de klas te moeten doen....

Slide 7 - Tekstslide

Of een sportwedstrijd!

Slide 8 - Tekstslide

Zenuwen horen er gewoon een beetje bij!

Slide 9 - Tekstslide

Maar té veel zenuwen zijn ongezond!

Slide 10 - Tekstslide

Dit noem je namelijk Stress

Slide 11 - Tekstslide

Stress kan heel vervelend
zijn en je hele dag beïnvloeden

Slide 12 - Tekstslide

En je zelfs de hele nacht wakker houden

Slide 13 - Tekstslide

Je voelt je gespannen voor de normaalste zaken, zoals school

Slide 14 - Tekstslide

ZOVEEL TE DOEN
  • Iedereen heeft stress
  • De één meer dan de ander
  • Verschilt per situatie
  • Bespreek stress

Slide 15 - Tekstslide

STRESS IS POSITIEF
  • Maakt je alert
  • Belangrijk middel om leuke en spannende dingen in je leven te doen
  • Nog meer?

Het is hóe je met de stress omgaat wat het negatief maakt.

Slide 16 - Tekstslide


Wanneer heb jij last van stress?
Hoe merk je dit aan jezelf? 

Slide 17 - Open vraag

Wat werkt voor jou ontspannend?
stopwatch
00:00

Slide 18 - Open vraag

STRESS ONTSTAAT NIET DOOR DE GEBEURTENIS ZELF, MAAR DOOR DE MANIER WAAROP JE ERNAAR KIJKT/ ER BETEKENIS AAN GEEFT

Slide 19 - Tekstslide

Anti-stresstips toetsenweek
  1. Maak een strakke planning waarin je met jezelf afspreekt wat je wanneer doet. Plan ook aok de leukle dingen in (sporten, uitjes, etc).
  2. Bepaal vooraf hoeveel tijd je in de voorbereidingen wilt steken. Je kunt natuurlijk altijd meer doen, maar bepaal de grenzen van het toelaatbare. .
  3. Ken de kracht van ontspanning door inspanning. Een uurtje hardlopen, wandelen, muziek maken of fietsen levert soms meer op dan nog een uur studeren.
  4. Op tijd naar bed! Ga liever op tijd slapen dan dat je leert tot diep in de nacht of vanaf de vroege ochtend.
  5. Een ademhalingsoefening of ontspanningsoefening doet wonderen.
  6. Concentreer je op 1 taak tegelijk: 2x zo productief dan als je 2 dingen tegelijk doet (bijv. appen en verslag typen).
  7. Mobiel uitzetten of wegleggen.
  8. To-do listjes maken = loslaten.
  9. Even helemaal niks doen en nergens aan denken (heel moeilijk!).

Slide 20 - Tekstslide

Plannen
- Maandplanning / Maandoverzicht
- Plan realistisch!
- Plan ook rust momentjes / leuke dingen in
 - Niet langer dan 1,5 á 2 uur huiswerk per dag
- Hou je aan vaste tijden / vaste dagen in de week

Slide 21 - Tekstslide

Hoe voorkom jij stress?
Geef elkaar tips!

Slide 22 - Woordweb

Huiswerk 10 december
Maak een word-document die je via de LOB-teams inlevert bij 'opdrachten'.
Maak een verslag waarin je via een lopende tekst de volgende vragen beantwoordt; in verslag-style dus en niet in q&a-style!

1. Denk terug aan een moment afgelopen week waarin je niet gemotiveerd was om te studeren/huiswerk te maken. Hoe kwam dit? Hoe kan je de volgende keer de motivatie wel vinden? Wat heb je toen gedaan om tóch aan de slag te gaan?
2. Denk terug aan een moment afgelopen week waarin je wel gemotiveerd was om te studeren / huiswerk te maken. Waar kwam die motivatie door? Hoe kun je daar vaker gebruik van maken?

Zie volgende slide

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk 
Denk terug aan periode 1 van dit jaar. Kijk bijvoorbeeld naar je resultaten en check bijvoorbeeld je agenda.
A) Welke conclusies kun je hieruit trekken over je motivatie?
B) Heb je naar eigen idee voldoende gedaan in de tijd die je aan je studie hebt besteed? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, hoe komt dit?
C) Als je de motivatie soms moeilijk vindt, wat weerhoudt je dan om te werken? Welke factoren zorgen ervoor dat je zaken uitstelt? 

Zie volgende slide

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
Als laatste:
Kies van de volgende rij 3 'smoesjes' die je zelf wel eens gebruikt om niet te hoeven leren/studeren (of bedenk er zelf een paar). Weerleg elk van deze smoesjes door aan te geven waarom dit een smoesje is en wat je kan veranderen om in die situatie wél aan de slag te gaan:
- Ik heb het altijd zo gedaan en steeds gehaald
- Ik kan alleen onder druk werken
- Ik mik op herkansingen
- Sociale contacten zijn ook belangrijk
- Eerst even nog .. en dan begin in echt                
- Ik heb het druk met andere, belangrijkere dingen                                          
 OF

Slide 25 - Tekstslide

Leg juist uit hoe het komt dat je wél aan de slag gaat wanneer het nodig is. Wat doe jij eraan om geen stress te krijgen? Hoe zorg jij ervoor dat je elke dag de motivatie vindt om je werk af te ronden? Welke tips zou je je klasgenoten mee willen geven als het om planning en motivatie gaat?

Slide 26 - Tekstslide