3D Dienstag, den 3. Oktober 2023 Kapitel 1: Umgebung

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Dienstag, den 3. Oktober 2023
  • Willkommen.
  • Nachsehen Aufgaben Woche 39
  • Ziele
  • Hören
  • Grammatik
  • Examenidiom Deutsch
  • Hausaufgaben Woche 40
  • Zum Schluss.

Slide 2 - Tekstslide

Nachsehen Aufgaben Woche 39
Aufgaben 2 t/m 9 Seiten 15-19

Slide 3 - Tekstslide

Ziele:
  • Du kannst die Verben haben und sein anwenden im Präsens und im Präteritum.
  • Du kannst das Verb werden anwenden im Präsens.

Slide 4 - Tekstslide

Hören        Seiten 20-21
Aufgabe 10 Auf Gewitterjagd

  • Vor/während/nach dem Hören.
  • Warum?
  • Was ist wichtig beim Zuhören?

Slide 5 - Tekstslide

Grammatik machen Aufgaben Seiten 26-27
  • Selbständig machen Aufgaben 15 und 16
  • Fertig (klaar): Lernen Lernliste
  • Besprechen Aufgabe 15 und 16
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Grammatik
  • haben und sein    Präteritum = verleden tijd
  • welke werkwoorden hebben ook geen uitgang bij ich, er/sie/es/man?
  • bij er/sie/es/man is uitgang niet et, bij welk werkwoord is dit ook het geval?

Slide 7 - Tekstslide

Grammatik machen Aufgaben             Seiten 27 + 29
  • Selbständig machen Aufgaben 17 + 20 
  • Fertig: Lernen Grammatik haben, sein. Lernen Lernliste
  • Besprechen Aufgaben 17 + 20

timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Grammatik  das Verb werden
das Verb werden 
Präsens = tegenwoordige tijd

Slide 9 - Tekstslide

Examenidiom Deutsch

  • Warum Examenidiom?
  • Kommunizieren!
  • Lesen, Hören aber auch sprechen!
  • Anmelden link: Teams Deutsch

Slide 10 - Tekstslide

D Lesen  Seiten 22-24
Aufgabe 12: In den Tiefen der Schwäbischen Alb
  • Per alinea lezen en vraag beantwoorden.
  • Fertig: Aufgabe 13, Lernen Wörterliste.
  • Bespreken Aufgabe 12

Aufgabe 13: Wörter kombinieren.
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Hausaufgaben Woche 40
L Lernliste Seiten 48-49 ganz.
L Grammatik Seite 50 (die Verben haben, sein Präteritum, werden Präsens)

M Aufgaben 18, 19, 21 und 22 Seiten 28-30



Slide 12 - Tekstslide

Zum Schluss:
  • Was is wichtig beim Sehen/Zuhören?
  • Wie lernt man am besten Wörter?
  • Welche Hilfsmittel haben wir?
  • Was kannst du sagen über haben und sein im Präteritum?

Slide 13 - Tekstslide

Tentamenweek november 2023:
Lernliste NL-> D   Seite 48 helemaal
Lernliste D->NL    Seite 49 helemaal

Grammatik haben + sein Präteritum (verleden tijd) Seite 50
Grammatik werden Präsens (tegenwoordige tijd) Seite 50

Sprachmittel Seiten 33 + 51
  • Je kunt zinnen vertalen in het Duits.
  • Je kunt in het Duits antwoord geven op een Nederlandse vraag
  • Je kunt van steekwoorden een goedlopende zin maken in het Duits. Je gebruikt hierbij alle steekwoorden in willekeurige volgorde.

Slide 14 - Tekstslide

Voorzetsels 4e naamval
bis              tot
durch        door
für               voor
gegen        tegen
ohne           zonder
um               om
entlang      langs (evenwijdig)
Voorzetsels 3e naamval
mit           met
nach        naar
bei            bij
seit           sinds
von           van
zu              naar (bij personen)
aus            uit

Slide 15 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoorden 4e naamval
ich                                      mich
du                                       dich
er                                        ihn
sie                                      sie
es                                       es

wir                                     uns
ihr                                      euch
sie                                     sie
Sie                                     Sie

wer                                    wen
Persoonlijke voornaamwoorden 3e naamval
mir
dir
ihm
ihr
ihm

uns
euch
ihnen
Ihnen

wem

Slide 16 - Tekstslide

Beate wollte mit .... (wij) spielen.

Vertaal en zet indien nodig het persoonlijk vnw in de juiste vorm.

Slide 17 - Open vraag

Morgen gehe ich zu .... (zij meervoud).

Vertaal en zet indien nodig het persoonlijk vnw in de juiste vorm.

Slide 18 - Open vraag

Ich war kurz bei .... (jullie).

Vertaal en zet indien nodig het persoonlijk vnw in de juiste vorm.

Slide 19 - Open vraag

(ik) .... gehe in fünf Minuten zu .... (zij enkelvoud).

Vertaal en zet indien nodig het persoonlijk vnw in de juiste vorm.

Slide 20 - Open vraag

Wir haben nichts (van hun) .... .... gehört.

Vertaal en zet indien nodig het persoonlijk vnw in de juiste vorm.

Slide 21 - Open vraag

voor jou

Slide 22 - Open vraag

om haar

Slide 23 - Open vraag

door jullie

Slide 24 - Open vraag

tegen jou

Slide 25 - Open vraag

zonder het

Slide 26 - Open vraag

voor wie

Slide 27 - Open vraag

tot ons

Slide 28 - Open vraag

door wat

Slide 29 - Open vraag

zonder mij

Slide 30 - Open vraag

Ich möchte mit .... (zij) nach Hause fahren.

Vertaal en zet indien nodig het persoonlijk vnw in de juiste vorm.

Slide 31 - Open vraag

Hallo, kommt ... (zij) mit in die Eisdiele?

Vertaal en zet indien nodig het persoonlijk vnw in de juiste vorm.

Slide 32 - Open vraag

Ich bin in drei Minuten bei .... (jij).

Vertaal en zet indien nodig het persoonlijk vnw in de juiste vorm.

Slide 33 - Open vraag

Wenn ... (jullie) fertig seid dann fahren wir los.

Vertaal en zet indien nodig het persoonlijk vnw in de juiste vorm.

Slide 34 - Open vraag

Wie alt .... , Frau Müller?
A
bist du
B
sind sie
C
seid ihr
D
sind Sie

Slide 35 - Quizvraag

Es .... viele Vorteile.
A
habe
B
hast
C
hat
D
haben

Slide 36 - Quizvraag

Meine Cousinen .... ein großes Haus.
A
hast
B
hat
C
haben
D
habt

Slide 37 - Quizvraag

Es .... 17 Uhr!
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind

Slide 38 - Quizvraag

.... Sie Tickets für den Film um acht Uhr?
A
Hast
B
Hat
C
Haben
D
Habt

Slide 39 - Quizvraag

.... du vielleicht Geld für mich?
A
Habe
B
Hast
C
Hat
D
Haben

Slide 40 - Quizvraag

.... die Mädchen hübsch?
A
Bin
B
Bist
C
Ist
D
Sind

Slide 41 - Quizvraag

Was soll ich machen? Ich weiß nicht was das bedeutet?
Notiere in deinem Heft!! (Noteer in je schrift!!)
  • Seite 145 Arbeitsbuch A
  • www.uitmuntend.de -> lidwoorden, meerdere betekenissen, voorbeeldzinnen enzovoort
  • www.interglot.nl
  • www.mijnwoordenboek.nl
  • vragen in de les, opletten tijdens uitleg

Slide 42 - Tekstslide