Examenidioom en signaalwoorden

Geef de vertaling van:
außerdem
1 / 27
volgende
Slide 1: Open vraag
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Geef de vertaling van:
außerdem

Slide 1 - Open vraag

allerdings
A
toch
B
echter

Slide 2 - Quizvraag

dadurch
A
daarom
B
daardoor

Slide 3 - Quizvraag

außerdem
A
bovendien
B
over heen

Slide 4 - Quizvraag

daher
A
daar vandaan
B
daarom

Slide 5 - Quizvraag

zumal
A
desondanks
B
vooral, omdat

Slide 6 - Quizvraag

Erläuterung
A
toelichting
B
conclusie

Slide 7 - Quizvraag

Einräumung
A
beperking
B
toegeving

Slide 8 - Quizvraag

Wie verhält sich dieser Satz zum vorangehenden Satz?

Slide 9 - Open vraag

Was geht aus diesem Satz hervor?

Slide 10 - Open vraag

Widerlegung
A
weerlegging
B
tegenspraak

Slide 11 - Quizvraag

die Begeisterung
A
het enthousiasme
B
de verbazing

Slide 12 - Quizvraag

prägen
A
publiceren
B
beinvloeden

Slide 13 - Quizvraag

das Ergebnis
A
het resultaat
B
de bekentenis

Slide 14 - Quizvraag

Signaalwoord - betekenis NL - functie

Die Miete ist plausibel, außerdem ist die Lage perfekt.

Slide 15 - Open vraag

Signaalwoord - betekenis NL - functie

Ihr Auto ist größer und deswegen komfortabler.

Slide 16 - Open vraag

Welke signaalwoorden geven een reden/oorzaak (=Begründung/Ursache)
timer
1:00

Slide 17 - Open vraag

Opdracht - signaalwoorden: Noteer de vertaling en de functie van: 1. dagegen, 2. darüberhinaus,
3. deshalb, 4. nämlich

Slide 18 - Open vraag

Geef de vertaling van:
nicht nur... , sondern auch...

Slide 19 - Open vraag

Geef de vertaling van:
allerdings

Slide 20 - Open vraag

Geef de vertaling van:
stattdessen

Slide 21 - Open vraag

Geef de vertaling van:
deswegen

Slide 22 - Open vraag

Geef de vertaling van:
Was kann man aus dem 3. Absatz schließen?

Slide 23 - Open vraag

Geef de vertaling van:
Welches Wort passt im Sinne des Textes in die Lücke im 5. Absatz?

Slide 24 - Open vraag

Geef de vertaling van:
Welchen Grund gibt es dafür?

Slide 25 - Open vraag

Geef de vertaling van:
Wie schließt dieser Satz an den vorhergehenden Satz an?

Slide 26 - Open vraag

Geef de vertaling van:
Welche Aussage ist richtig?

Slide 27 - Open vraag