Les 3 1.3 Percentage berekenen en 1.4 grote getallen

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Welkom!

Pak je spullen erbij en ga snel zitten

Boek en schrift open, etui en rekenmachine op tafel

Ready?

• Is iedereen aanwezig?
  

• Hebben jullie alles mee?

• Proefwerk H1 woensdag 22 september

LEERDOELEN:

Je kunt de absolute toename en -afname berekenen;

Je kunt relatieve toename en -afname berekenen.

Je kunt grote getallen schrijven in cijfers;

Je kunt een percentage van een groot getal berekenen.

Planning

Vragen 1.2

Uitleg 1.3 en 1.4

(Aan de slag?)

Afsluiting 

Planning

1.2 vragen?

Procentuele daling en stijging

BTW 

Let op! Zet alles in de tabel

Je kan inmiddels nakijken

1.3 percentage berekenen (theorie G)

Absolute toename: trek de getallen
van elkaar af.   20 mm

Procentuele of relatieve toename:
toename in procenten

1. bereken de absolute toename
2. zet alles in een tabel
3. bereken en rond af op 1 decimaal. 

1.3 percentage berekenen (theorie G)

Absolute toename: trek de getallen
van elkaar af.   20 mm

Procentuele of relatieve toename:
toename in procenten

1. bereken de absolute toename
2. zet alles in een tabel
3. bereken en rond af op 1 decimaal. 

1.4 grote getallen (theorie H)

Neem over  --> 

1.4 grote getallen (theorie H)

Neem over  --> 

Staat er in de vraag "hoeveel miljoen?" , dan geef je ook antwoord in miljoenen. 10% van 17 miljoen? 1.7 miljoen

Lees zelf de theorie zorgvuldig door!

Aan de slag 

Huiswerk vorige weken: paragraaf 1.1 en 1.2

Maak: paragraaf 1.3 en 1.4
Maak de testopgave en kies zelf je leerroute.

Klaar? Nakijken

Helemaal klaar? Start samenvatten (vanaf 1.1) of werk verder

Je gaat rustig aan het werk!

Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, lees de uitleg in het boek en/of overleg op fluistertoon met je buurman / buurvrouw vóór je je vinger opsteekt. 

Het is je eigen verantwoordelijkheid of je hier thuis of tijdens flexlessen wel of niet mee verder gaat

(vraag om hulp als nodig!)

Vragen?

Leerdoel behaalt?

• Je kunt de absolute toename en -afname berekenen;
• Je kunt relatieve toename en -afname berekenen.
• Je kunt grote getallen schrijven in cijfers;
• Je kunt een percentage van een groot getal berekenen.

Hoe ging de les?

Wat ging goed?

wat ging minder goed?

Hoe ga ik dit verbeteren?