Lidwoord en zelfstandig naamwoord

Lidwoord

  • Lidwoorden: de - het - een
  • Bepaald lidwoord: de -  het
  • Onbepaald lidwoord: een
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lidwoord

  • Lidwoorden: de - het - een
  • Bepaald lidwoord: de -  het
  • Onbepaald lidwoord: een

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
Alle meervouden krijgen
de
als lidwoord.
Bijvoorbeeld: de huizen

Alle verkleinwoorden krijgen het als lidwoord.
Bijvoorbeeld: het huisje


Slide 2 - Tekstslide

 Zelfstandig naamwoorden krijgen in het meervoud dus altijd de  en nooit het of een.  Ook al staat er in het enkelvoud het  voor het zelfstandig naamwoord.

Bron foto: Jennifer C., Flickr

Bepaald en onbepaald lidwoord
Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord!
Er zijn drie lidwoorden: de, het, een.

De en het -> bepaald lidwoord.
een -> onbepaald lidwoord.




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitzonderingen
- Als je een uitspreekt als 1, is het geen lidwoord.

- Als het niet voor een zelfstandig naamwoord staat, is het geen lidwoord.
Het regent.
Het is gezellig
Het is al laat. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bepaalde lidwoorden
Onbepaald lidwoord
  • Er zijn twee bepaalde   lidwoorden. DE, HET
  • Ze geven iets aan wat   voor jou duidelijk is.
  • Er is één onbepaald   lidwoord.
  • Het geeft iets algemeens   aan.
  • Onbepaald lidwoord: EEN.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoorden
Er zijn drie lidwoorden: de, het, een.

De en het -> bepaald lidwoord.
een -> onbepaald lidwoord.




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op:
Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord. 
Maar:
Een zelfstandig naamwoord heeft niet altijd een lidwoord.
Bijvoorbeeld bij namen: 
Bowie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoord (lw)
Soms zie je 'het' staan in een zin, maar is het geen lidwoord.
Dat komt, omdat het dan NIET bij een zelfstandig naamwoord hoort.

Het regent buiten hard.
Heb je het al verteld?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoorden
Er zijn drie lidwoorden: 
de, het, een.

De en het -> bepaald lidwoord.
een -> onbepaald lidwoord.




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig naamwoord
  • Een zelfstandig naamwoord komt altijd ACHTER het lidwoord.
- De computer 
De = lidwoord. Computer = zelfstandig naamwoord
- Het kopje
Het = lidwoord. Kopje = zelfstandig naamwoord.
- Een vogelhuisje
Een = lidwoord. Vogelhuisje = zelfstandig naamwoord.
                                       Lidwoord en zelfstandig naamwoord horen dus bij elkaar!! 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk lidwoord is een onbepaald lidwoord?
A
een
B
de
C
het

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk lidwoorden zijn bepaalde lidwoorden?
A
een, de
B
het, een
C
de, het

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
mooie
B
verliefdheid
C
verkleden
D
winkelen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?
A
Verdriet
B
Hond
C
Rommelig
D
Batterij

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoorden en zelfstandig naamwoorden.

Wat is een zelfstandig naamwoord?
timer
0:20
A
alle werkwoorden
B
zelfde als 'de, het, een'
C
mens, dier, plant, ding of een naam
D
wie of wat

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
lopen
B
boodschappen doen
C
de wekker
D
staan

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
Jan
B
in
C
de
D
mooie

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
duiken
B
jij
C
lucht
D
de

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?
A
Koe
B
zwemmen
C
fiets
D
broer

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is niet een zelfstandig naamwoord?
A
Hoofddorp
B
vandaag
C
doekje
D
schriften

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?
A
plezier
B
grond
C
rommelig
D
batterij

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
werken
B
achter
C
rennen
D
gemeente

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een
zelfstandig naamwoord?
A
in
B
de
C
voorlichtingsavond
D
meedoen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?
A
roepen
B
kleding
C
schaal
D
kerstkaart

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
lopen
B
boodschappen doen
C
wekker
D
staan

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies