Op Niveau - BK Leerjaar 2 - Blok 3 - Spelling les 2

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Weten we het nog?
- Werkwoord tt en vt
- Zelfstandig naamwoord meervoud

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoord tt en vt
In elke zin staan werkwoorden. Een van deze werkwoorden is de persoonsvorm.

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Ik ... (worden) moe van spelling.
pv-tt
A
wordt
B
wort
C
word
D
worddt

Slide 5 - Quizvraag

Zij ...(geloven) mij niet.
pv-tt
A
gelooft
B
geloofd
C
geloofdt
D
looft

Slide 6 - Quizvraag

werkwoordspelling pv-tt
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.

Slide 7 - Quizvraag

(Luisteren) ... je moeder niet naar je?
pv-vt
A
luisterde
B
luisterte
C
luistert

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de pv-vt?
Hij ____ van kroketten.
A
houd
B
hield
C
houdt
D
hielt

Slide 9 - Quizvraag

(Vinden)... je dat lastig?
pv-vt
A
vind
B
vindt
C
vond
D
vondt

Slide 10 - Quizvraag

Zelfstandig naamwoord meervoud
Meestal maak je het meervoud van een zelfstandig naamwoord door
-en of -s achter het woord te plakken.

Maar let op:
Net als bij andere woorden moet je soms een klinker weghalen of er een medeklinker bij zetten.
Bijvoorbeeld: noot – noten, mes – messen.
Soms geldt een andere regel om het meervoud te maken. Deze staat in je boek online.

Slide 11 - Tekstslide

Wat ga je deze les leren?
Je weet hoe je het voltooid deelwoord moet spellen.

Je weet hoe je woorden met een au/ou, ei/ij, i/ie en g/gg/ch moet spellen.

Slide 12 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord van klankvaste werkwoorden eindigt vaak op een t-klank. Maar hoe weet je of je een t of d moet schrijven?
Zet het werkwoord eerst in de verleden tijd.
Hoor je een d? Dan schrijf je het voltooid deelwoord ook met een d.
Hoor je een t? Dan schrijf je het voltooid deelwoord ook met een t.


Slide 13 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord

Slide 14 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord
Soms kun je niet horen of je het voltooid deelwoord met een t of d moet schrijven
Dan gebruik je de regel van ’t kofschip.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Het voltooid deelwoord

Slide 17 - Tekstslide

Werkwoord vt - klankveranderend
In het Nederlands hebben een aantal klanken meerdere schrijfmanieren. Zoals au/ou, ei/ij, i/ie en g/gg/ch. Het kan verwarrend zijn hoe je woorden met die klanken moet schrijven. Soms zijn beide schrijfwijzen ook goed, maar betekent het iets anders, bijvoorbeeld  bij
licht-ligt.




Er zijn hier geen regels voor. Een grote woordenschat helpt je juist te spellen.

Slide 18 - Tekstslide