Elk klimaat kan weer onderverdeeld worden. Köppen doet dat door extra letters toe te voegen.
■ Het B-klimaat is droog. Het wordt, door het toevoegen van een hoofdletter, onderverdeeld in een zeer droog woestijnklimaat BW en een iets minder droog steppeklimaat BS.
■ Aan de klimaten A, C en D worden (kleine) letters toegevoegd. Die zeggen iets over het al of niet voorkomen van een droge tijd.
f = fehlt (= ontbreekt): droge tijd ontbreekt; neerslag in alle jaargetijden.
s = sommer (= zomer): droge tijd in de zomer.
w = winter (= winter): droge tijd in de winter.
● Aan het E-klimaat worden hoofdletters toegevoegd:
F = (eeuwige) sneeuw in poolgebieden.
H = (eeuwige) sneeuw in hooggebergte.
T = toendra.