Les 2 - Invloed van de media 204 - 205 v

Les 2 - Invloed van de media 204
Deze les leer je:
- Dat media invloed kunnen hebben op hoe je over iets denkt.
- Dat beelden op de media niet altijd kloppen.
- Wat een hype is.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapISK

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Les 2 - Invloed van de media 204
Deze les leer je:
- Dat media invloed kunnen hebben op hoe je over iets denkt.
- Dat beelden op de media niet altijd kloppen.
- Wat een hype is.

Slide 1 - Tekstslide

Les 2 - 204
Beelden in de media. Tekst 
- Waar kan media invloed op hebben als je iets leest of ziet? (1)
- Wat kun je bijvoorbeeld zien op het journaal? (2)
- Wat kun je dan gaan denken? (3)
- Kloppen de beelden allemaal die je ziet in de media? (4)
- Wat zie je vaak op t.v.(5)
- Wat kun je dan denken? (6)

Slide 2 - Tekstslide

Wat zie je op het plaatje op blz. 204?

Slide 3 - Open vraag

Opdracht 1 - 205
a. Krantenkop 1
Nederlands ontsnapt aan bomaanslag.

Slide 4 - Tekstslide

205 - opdracht 1 a, b, c en d
a. Krantenkop 2
Drie verdachten opgepakt na bommelding.


Slide 5 - Tekstslide

205 opdracht 1 
b. Wat lees je in het boek?
De krantenkoppen gaan over dezelfde gebeurtenis.
c. Welke twee verschillen vallen jullie op? ( open vraag L.U.)

Slide 6 - Tekstslide

205 - c

Slide 7 - Tekstslide

c. Welke twee verschillen vallen jullie op?

Slide 8 - Open vraag

206 d - e
d Wat denken jullie dat er is gebeurd?

e. De stelling:
In de media worden gebeurtenissen vaak overdreven.

Slide 9 - Tekstslide

In de media worden gebeurtenissen vaak overdreven.
Ja dat vind ook = (eens)
Nee dat vind ik niet = oneens

Slide 10 - Poll

( 206, 207 en  208 opdracht 2 )
a. Zoek thuis op internet of in een tijdschrift een afbeelding van mannen of vrouwen in de media.
b. Internet.

Slide 11 - Tekstslide

208 - Hypes
We lezen de tekst.
- Wat kan een onderwerp in de media krijgen? (zin 1)
- Waarom lijkt het dan ineens heel belangrijk? (zin 2)
- Hoe noem je dit dan? ( zin 3)
- Wat is een voorbeeld van een hype in zin 4?
 

Slide 12 - Tekstslide

Weet jij een voorbeeld van een hype?

Slide 13 - Open vraag

208 - Hypes
- The wow dance. ( 2019   1.00 )

Slide 14 - Tekstslide

209 - Opdracht 3.
De Ice Bucket Challenge  (1.24)
Tekst;
- Wanneer was de Ice Bucket Challenge? zin 1
- Wat moesten de mensen binnen 24 uur doen? (zin 2)
- Wat moesten ze nog meer doen? (zin 3)
- Hoeveel nieuwe mensen moesten ze uitdagen?
 

Slide 15 - Tekstslide

209 - Opdracht 3.
- Waaraan moesten mensen doneren ( = geld geven) als ze niet meededen? (zin 4)
- wat is ALS  
- Wie deden er ook mee? (zin 6) 0.15
 

Slide 16 - Tekstslide

209 - Opdracht 3 b en c

Slide 17 - Tekstslide

b. Waarom was de Ice Bucket Challenge een hype?

Slide 18 - Open vraag

209
Veel mensen deden mee en 
heel veel mensen vonden het belangrijk.

Slide 19 - Tekstslide

209 c. Welke rol speelden sociale media bij de Ice Bucket Challenge?

Slide 20 - Open vraag

210 d Denk jij dat de Challenge een hype was geworden als er geen beroemdheden aan mee hadden gedaan?
ja ik denk het wel.
Nee ik denk het niet.

Slide 21 - Poll

210 e Heb jij wel eens aan een hype meegedaan?

Slide 22 - Open vraag

210 f

f. Mondeling

Slide 23 - Tekstslide

209
- Het ging vooral viraal ( de hele wereld over) en het ging heel erg snel. 

Slide 24 - Tekstslide

210 Studiemeter

Slide 25 - Tekstslide