In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
functie van het AHS
Slide 1 - Tekstslide
Ademhalingsstelsel
Bloedvatenstelsel
Spijsverteringsstelsel
voortplantingsstelsel
Beenderstelsel
Uitscheidingsstelsel
Slide 2 - Sleepvraag
Ademhalingsorganen
Neus en mond
Keelholte (farynx)
Strottenhoofd (larynx)
Luchtpijp (trachea)
Bronchiën
Longen
Slide 3 - Tekstslide
De Neusholte en Mondholte
De lucht komt binnen via de neus of mond. De neusholte verwarmt en bevochtigt de lucht, en filtert deze met behulp van trilhaartjes.
Slide 4 - Tekstslide
Wat is de functie van de neus bij de ademhaling?
A
Produceren van zuurstof
B
Filteren en bevochtigen van ingeademde lucht
C
Regelen van de ademhaling
D
Opwarmen van ingeademde lucht
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een van de belangrijkste functies van de mondholte bij de ademhaling?
A
Het bevochtigen van de lucht
B
Het versnellen van de luchtstroom wanneer de neus onvoldoende lucht kan doorlaten
C
Het filteren van de lucht
D
Het verhogen van de zuurstofopname
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een belangrijk verschil tussen ademhaling door de neus en door de mond?
A
De mond filtert de lucht beter dan de neus
B
De neus verwarmt en bevochtigt de lucht beter dan de mond
C
De mond zorgt voor een tragere luchtstroom dan de neus
D
De neus verhoogt de zuurstofopname sneller dan de mond
Slide 7 - Quizvraag
De Keelholte (Farynx)
De keelholte is een doorgang voor zowel lucht als voedsel. Het helpt lucht naar de luchtpijp en voedsel naar de slokdarm te sturen.
Slide 8 - Tekstslide
Wat voorkomt dat voedsel in de luchtwegen terechtkomt tijdens het slikken?
A) Het strottenklepje sluit de toegang tot de farynx af B) De farynx duwt het voedsel naar de luchtpijp C) Het strottenklepje sluit de toegang tot de luchtpijp af D)
A
Het strottenklepje sluit de toegang tot de farynx af
B
Het strottenklepje sluit de toegang tot de luchtpijp af
C
De farynx duwt het voedsel naar de luchtpijp
D
De farynx perst lucht terug naar de mondholte
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de functie van de farynx bij de ademhaling?
A
Het transporteren van lucht van de neus- en mondholte naar de luchtpijp
B
Het reguleren van de luchtdruk in de longen
C
Het filteren van de lucht voordat het de luchtpijp bereikt
D
Het verwarmen van de lucht voordat het de longen binnendringt
Slide 10 - Quizvraag
Het Strottenhoofd (Larynx)
Het strottenhoofd bevat de stembanden en is verantwoordelijk voor het beschermen van de luchtweg tijdens het slikken. Het reguleert ook de doorgang van lucht.
Slide 11 - Tekstslide
Wat is de belangrijkste functie van de larynx tijdens het ademhalen?
A
Het filteren van de lucht voordat het de longen bereikt
B
Het produceren van geluid door middel van de stembanden
C
Het beschermen van de luchtwegen door de sluiting van het strottenklepje
D
Het verhogen van de zuurstofopname in de longen
Slide 12 - Quizvraag
Wat gebeurt er in de larynx wanneer je spreekt?
A
De luchtstroom wordt volledig afgesloten door het strottenklepje
B
De stembanden trillen als de lucht langs de larynx stroomt, waardoor geluid ontstaat
C
De stembanden worden ontspannen om een hogere toon te produceren
D
De luchtstroom wordt versneld om luidere geluiden te produceren
Slide 13 - Quizvraag
De Luchtpijp (Trachea)
De luchtpijp is een buis die lucht van het strottenhoofd naar de bronchiën vervoert. Het is bekleed met trilhaartjes om stofdeeltjes uit de longen te houden.
Slide 14 - Tekstslide
Wat is de belangrijkste functie van de trachea tijdens de ademhaling?
A
Het filteren van zuurstof uit de lucht
B
Het vervoeren van lucht van de larynx naar de bronchiën
C
Het regelen van de luchtdruk in de longen
D
Het verwijderen van koolstofdioxide uit het bloed
Slide 15 - Quizvraag
Hoe voorkomt de trachea dat de luchtpijp tijdens de ademhaling dichtklapt?
A
Door kraakbeenringen die de trachea openhouden
B
Door een sterke luchtstroom die de luchtpijp openhoudt
C
Door een laag spierweefsel rondom de trachea
D
Door het aanspannen van de stembanden
Slide 16 - Quizvraag
De Bronchiën en Bronchiolen
De luchtpijp splitst zich in de linker- en rechterbronchiën, die de lucht naar beide longen voeren. Deze bronchiën vertakken zich verder in kleinere bronchiolen.
Slide 17 - Tekstslide
Wat is de primaire functie van de bronchiën in het ademhalingssysteem?
A
Het transporteren van lucht van de trachea naar de bronchiolen
B
Het filteren van zuurstof uit de lucht
C
Het produceren van slijm om de longen vochtig te houden
D
Het reguleren van de bloedtoevoer naar de longen
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het belangrijkste verschil tussen bronchiën en bronchiolen?
A
Bronchiën zijn groter en bevatten kraakbeen, terwijl bronchiolen kleiner zijn en geen kraakbeen bevatten
B
Bronchiolen transporteren zuurstof naar het bloed, terwijl bronchiën koolstofdioxide vervoeren
C
Bronchiën zijn verantwoordelijk voor de gasuitwisseling, terwijl bronchiolen de luchtstroom reguleren
D
Bronchiën bevinden zich alleen in de bovenste luchtwegen, terwijl bronchiolen in de longen zitten
Slide 19 - Quizvraag
De Longblaasjes (Alveoli)
De bronchiolen eindigen in longblaasjes. Hier vindt de gasuitwisseling plaats: zuurstof gaat het bloed in en koolstofdioxide verlaat het bloed.
Slide 20 - Tekstslide
het transporteren van zuurstof naar het bloed en het verwijderen van koolstofdioxide.
Slide 21 - Tekstslide
Waarom hebben longblaasjes een groot oppervlak en dunne wanden?
A
Om de luchtstroom naar de longen te versnellen
B
Om de opname van zuurstof en afgifte van koolstofdioxide efficiënter te maken
C
Om de warmte van de ingeademde lucht te reguleren
D
Om de bloedtoevoer naar de bronchiën te verhogen
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste functie van de longblaasjes (alveoli) in de longen?
A
Het filteren van stofdeeltjes uit de lucht
B
Het uitvoeren van de gasuitwisseling tussen zuurstof en koolstofdioxide
C
Het transporteren van lucht naar de bronchiolen
D
Het reguleren van de luchtdruk in de longen
Slide 23 - Quizvraag
Het Middenrif en Ademhalingsspieren
Het middenrif is een grote spier onder de longen die samentrekt om inademing te veroorzaken. De tussenribspieren helpen de ribbenkast uit te zetten.
Slide 24 - Tekstslide
Wat is de functie van het middenrif tijdens de ademhaling?
A
Het verhogen van de zuurstofopname in de longen
B
Het verhogen van de luchtdruk in de longen om uit te ademen
C
Het samentrekken om de borstholte te vergroten en de longen te vullen met lucht
D
Het ontspannen om lucht naar de longen te trekken
Slide 25 - Quizvraag
Welke van de volgende spieren speelt een belangrijke rol bij de ademhaling naast het middenrif?
A
De tussenribspieren
B
De buikspieren
C
De rugspieren
D
De biceps
Slide 26 - Quizvraag
Regelmechanismen van de Ademhaling
De hersenstam detecteert veranderingen in zuurstof- en koolstofdioxide-niveaus en past de ademhalingssnelheid aan.
Slide 27 - Tekstslide
Welke factor heeft de grootste invloed op het verhogen van de ademhalingsfrequentie?
A
Een hoge concentratie van koolstofdioxide in het bloed
B
Een lage concentratie van zuurstof in het bloed
C
Een lage concentratie van koolstofdioxide in de longen
D
Een hoge concentratie van zuurstof in de longen
Slide 28 - Quizvraag
Waar bevinden zich de belangrijkste centra die de ademhaling reguleren?
A
In het hart en de longen
B
In de hersenstam, met name in de medulla oblongata en de pons
C
In de hypothalamus en de hypofyse
D
In de longblaasjes en de bronchiën
Slide 29 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste functie van het ademhalingsstelsel?
A
Zintuiglijke waarneming mogelijk maken
B
Zuurstof opnemen en koolstofdioxide afgeven
C
Voedsel verteren en afvalstoffen uitscheiden
D
Bloedcirculatie reguleren
Slide 30 - Quizvraag
Hoe transporteert het ademhalingsstelsel zuurstof naar de cellen?
A
Via de bloedsomloop
B
Via het spijsverteringsstelsel
C
Via het endocriene systeem
D
Via het zenuwstelsel
Slide 31 - Quizvraag
Waar vindt de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide plaats?
A
In de maag
B
In de nieren
C
In de longblaasjes
D
In de lever
Slide 32 - Quizvraag
Wat is de rol van het middenrif bij de ademhaling?