Pedicure proeftoets

Pedicure oefentoets 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
uiterlijke verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pedicure oefentoets 

Slide 1 - Tekstslide

Welke behandeling geef je bij een ingegroeide nagel?

A
Rond knippen van het nageluiteinde, daarna met de hoektang de zijkanten wegknippen, frezen met de fissuur frees, copeline gedrenkt in alcohol plaatsen.
B
Recht knippen van het nageluiteinde, frezen met de fissuur frees, instrumenteel met de excavator behandelen , copeline gedrenkt in alcohol plaatsen.
C
Lengte nageluiteinde lang laten om ingroei te voorkomen, instrumenteel met de excavotor behandelen en copeline gedrenkt in alcohol plaatsen.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de juiste benaming voor een ramshoornnagel?


A
Onycholysis
B
Onychomycose
C
Onychogryphosis

Slide 3 - Quizvraag

Ramshoornnagel
extreme toename (hypertrofie) van de nagel. In eerste instantie zal de nagel verdikken zoals bij een hoornnagel. In een later stadium vertoont de nagelplaat afwijkingen waarbij deze de vorm aanneemt van een ‘ruwe klauw’ met een voorwaartse en/of zijwaartse kromming

Slide 4 - Tekstslide


Diabetici kunnen te maken krijgen met verschillende complicaties. Waar moet je als voetverzorger rekening mee houden bij het behandelen van een diabeet? Meerder antwoorden kunnen mogelijk zijn (max. punten 2)?


A
Slechte wondgenezing
B
Gevoelig voor infecties
C
Zenuwen naar de voeten raken beschadigd
D
Kans op een hypo en hyper

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn de verschijnselen van een pes transversus/spreidvoet?




A
De lengtebogen zijn beide doorgezakt en het hielbeen wordt vaak naar buiten geduwd.
B
Hiel raakt de grond niet en cliënt loopt op de tenen.
C
De kopjes van 2e, 3e,4e middenvoetsbeentjes zijn doorgezakt en de voorvoet is breder.

Slide 6 - Quizvraag

pes transversus/spreidvoet?
Afwijking waarbij (ook onbelast) één of meerdere middenvoetsbeentjes zijn verzakt, de voorvoetboog is doorgezakt.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een hallux valgus?




A
Dit is een standsafwijking van de grote teen, waarbij de grote teen naar lateraal wijst.
B
Dit is een standsafwijking van de grote teen, waarbij de grote teen naar mediaal wijst.
C
Dit is een standsafwijking van de grote teen, waarbij de grote teen naar dorsaal wijst

Slide 8 - Quizvraag

Hallux Valgus
-Een hallux valgus is een vergroeiing van de grote teen.

-Daardoor gaat de grote teen scheef staan.

-Er ontstaat een knobbel bij de grote teen.

Slide 9 - Tekstslide

Wat doe je NIET bij een wondbehandeling (2 punten)
A
Spoelen met zoutoplossing, ontsmetten
B
Frezen, wondje verzwijgen
C
Hanschoenen verwisselen, mesje vervangen
D
Pleister plakken, voorlichting geven over nazorg

Slide 10 - Quizvraag

Wonbehandeling
- Spoelen met zoutoplossing
- Ontsmetten
- Hanschoenen verwisselen
- Mesje vervangen
- Pleister plakken
-Voorlichting geven over nazorg

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een neuro vasculaire likdoorn?
A
Een likdoorn met een wrat
B
Een likdoorn met een meegroeiende zenuw
C
Een likdoorn met een meegroeiende zenuw en bloedvat

Slide 12 - Quizvraag

Neuro vasculaire likdoorn
- Neuro = zenuwen
- Vasculaire = bloedvaten
- Likdoorn 

Slide 13 - Tekstslide

Dermatomycose wordt veroorzaakt door:


A
Bacteriën
B
Schimmel
C
Virus

Slide 14 - Quizvraag

Bekijk onderstaande gegevens van een nieuwe cliënt: wat schrijf je op in het behandelplan?
1. Een aantal jaar geleden is ze tijdens haar vakantie voor de eerste keer door een pedicure behandeld.
2. Sinds haar jeugd is ze allergisch voor veel stoffen.
3. Ze gebruikt sinds 20 jaar medicijnen wegens een te hoge bloeddruk.

A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een subluxatie?




A
Een totale ontwrichting waarbij de kop zich niet meer in de kom bevindt.
B
Een gedeeltelijke ontwrichting waarbij de kop zich nog gedeeltelijk in de kom bevindt.
C
Een volledige kapselscheuring waarbij het gewricht nog intact is.

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer ontstaan primair verworven afwijkingen?


A
Tijdens de bevruchting
B
Tijdens de geboorte
C
Vlak na de geboorte

Slide 17 - Quizvraag

Welk mogelijk doel heeft een pedicure om een dynamische blauwdruk af te nemen?


A
Het bepalen van de lichaamslast
B
De lengtebogen vaststellen
C
De afwikkeling van de voet bepalen.

Slide 18 - Quizvraag

Wat vertelt de dynamische afdruk ons ?

Slide 19 - Tekstslide

Wat vertelt de statische afdruk ons?

Slide 20 - Tekstslide

Bij het beoordelen van een dynamische blauwdruk zie je een afwikkeling over de laterale zijde van de voet. Van welk voetype is hier sprake van?


A
Van een holvoet.
B
Van een knikvoet
C
Van een supinatievoet.

Slide 21 - Quizvraag

Knikvoet
Holvoet

Slide 22 - Tekstslide

Welke van onderstaande gegevens worden door de pedicure vastgesteld door middel van inspectie?


A
Eeltvorming
B
Allergieën
C
Leefgewoontes

Slide 23 - Quizvraag

Welke soort afwikkeling heeft een holvoet.


A
Een afwikkeling over lateraal.
B
Een afwikkeling over mediaal
C
Een rechte afwikkeling.

Slide 24 - Quizvraag

Bij welke afwijking is sprake van een zijwaartse kromming van de wervelkolom?


A
Bij hyperkyhose
B
Hyperlordose
C
Bij scoliose

Slide 25 - Quizvraag

Scoliose

Slide 26 - Tekstslide

Hoe wordt een stijve, onbuigzame grote teen genoemd?


A
Een hallux rigidus
B
Een hallux valgus
C
Een hallux limitus

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van een open fractuur?


A
Het bot steekt uit het weefsel
B
Het weefsel is intact gebleven.
C
Het weefsel is licht beschadigd.

Slide 28 - Quizvraag

Welke fase van afwikkeling aan de voet wordt vooraf ingezet bij een dorsaalflexie.


A
Het heffen van de hiel.
B
Het neerkomen van de hiel.
C
Het neerkomen van de voet.

Slide 29 - Quizvraag

Wat kan de pedicure vaststellen bij het maken van een statische blauwdruk?



A
De afwikkeling van de voet tijdens het lopen.
B
De hoeveelheid vetpolster die aanwezig is.
C
De rigiditeit van de voet bij eversie.

Slide 30 - Quizvraag

Hoe verloopt een juiste afwikkeling van de voet tijdens het lopen?




A
Hiel, laterale zijde, middenvoetsbeentjes 5 tot 2 en over de hallux.
B
Hiel, mediale zijde, middenvoetsbeentjes 2 tot 5 en over de hallux.
C
Hiel, voorvoet, middenvoetsbeentjes 5 tot 2 en over de hallux.

Slide 31 - Quizvraag

Welke aandoening wordt veroorzaakt door een schimmelinfectie?


A
Een voetwrat
B
Psoriasis
C
Zwemmerseczeem

Slide 32 - Quizvraag

Zwemmerseczeem
- Voetschimmel
- Vaak tussen de tenen
- Slecht afdrogen

Slide 33 - Tekstslide

De mediale kant van je rechtervoet is?


A
De bovenzijde
B
De buitenzijde
C
De binnenzijde

Slide 34 - Quizvraag

Einde toets
Bij 15 vragen goed is een 6.0

Slide 35 - Tekstslide

Wat is een oorzaak van een schimmelnagel?
A
voetschimmel
B
ontstekingen
C
nauwe schoenen
D
stoten

Slide 36 - Quizvraag

Hoe lopen de groeven bij verouderde nagels?
A
Dwars
B
Overlangs
C
Beide

Slide 37 - Quizvraag