kwaliteitszorg toekomst

Kwaliteitszorg
 Focus op kwaliteit en vernieuwing

 Het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Kwaliteitszorg
 Focus op kwaliteit en vernieuwing

 Het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Controlerende instanties
Onderwijs:
1. Onderwijsinspectie

Kinderopvang:
1.GGD (Gemeentelijke gezondheidsdienst

Slide 3 - Tekstslide

Onderwijsinspectie
  • De onderwijsinspectie houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs in Nederland. Ze kijkt naar individuele scholen en typen onderwijs, zoals het middelbaar beroepsonderwijs.
  • Voor elk onderwijstype heeft de inspectie een zogenoemd toezichtkader. Hierin staan de kwaliteitseisen waaraan het onderwijs en de organisatie moeten voldoen. 
  • De inspectie onderzoekt – op basis van documenten en gegevens – of een school aan de kwaliteitseisen voldoet. Bij een deel van de scholen legt ze inspectiebezoeken af, om de kwaliteit nader te onderzoeken.
  • Wat als de kwaliteit van het onderwijs onder de maat is? Dan neemt de onderwijsinspectie maatregelen. Die kunnen variëren van advies en stimulering tot het bevel een onderwijsinstelling te sluiten.

Slide 4 - Tekstslide

GGD
  • Kinderopvangorganisaties en peuterspeelzalen moeten zich houden aan wettelijke kwaliteitseisen die zijn opgesteld. De gemeenten in Nederland zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de kinderopvang.
  • De Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) houdt namens de gemeenten toezicht op de kwaliteit van de kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, voorzieningen voor gastouderopvang en peuterspeelzalen. De GGD controleert of de organisaties voor kinderopvang voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen. De GGD controleert onder meer het pedagogisch beleidsplan van de organisatie. Wat staat daarin? En klopt dat ook met de praktijk? Ook kijkt de GGD of de groepsleidsters bevoegd zijn (de juiste diploma's hebben).

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht (G)PM
Bespreek in tweetallen en schrijf op:

- Wat, welke zaken/thema’s, maken dat een kinderdagverblijf of BSO goed wordt gevonden?
- Wie vinden dat dan: ouders, kinderen, de directie, toezichthouders, de inspectie, GGD?
- En, hoe wordt dat dan onderzocht? Waar wordt naar gekeken/welke criteria zijn van belang?
Tip: gebruik de bronnen of zoek op internet (Wet kinderopvang/Rijksoverheid)
Tijd: 10 minuten
Na 10 minuten klassikale brainstorm




Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

(G)PM
Scan het rapport van LKK 2023 (landelijke kwaliteitsmonitor Kinderopvang) en zoek verbeterpunten die momenteel spelen in de kinderopvang. Je mag in tweetallen werken.

https://www.monitorlkk.nl/ 
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

De functie van een protocol
Naast het sturen van eenduidig handelen, heeft een protocol nog meer functies.
Denk aan:

  • wetten vertalen naar gedrag
  • kwaliteitsverbetering
  • naslagwerk
  • hulpmiddel bij instructie.

Slide 9 - Tekstslide

Praktijkvoorbeeld


Kim krijgt van een ouder de vraag of zij haar dochter om 12.00 een medicijn kan toedienen.
Kim mag dit alleen doen als de moeder een formulier invult waarop zij aangeeft dat ze toestemming geeft dat Kim het betreffende medicijn aan haar dochter geeft. En dat voldoet aan alle voorwaarden die daarop staan.



Slide 10 - Tekstslide

Calamiteitenplannen en protocollen
Elke kinderopvangorganisatie dient een risico-inventarisatie (RIE) uit te voeren op het gebied van gezondheid en veiligheid en deze uit te werken in actieplannen en beleid. In dit gezondheid- en veiligheidsbeleid staan veelal kleine risico’s beschreven en enkele grotere risico’s. Voor grotere risico’s schrijft men daarnaast een calamiteitenplan of protocol.

Slide 11 - Tekstslide

Calamiteit
Onder calamiteit verstaan we een onverwachte gebeurtenis die omvangrijke schade of letsel veroorzaakt. 
  • Je kunt hierbij denken aan een groot ongeval waarbij één of meerdere kinderen gewond raken, een brand of een indringer. 
  • Om goed te kunnen inspelen op calamiteiten zijn er protocollen en calamiteitenplannen. 
  • Deze plannen en protocollen geven de pedagogisch medewerkers, de leidinggevende en andere betrokkenen handvatten hoe te handelen in het geval van een calamiteit.

Slide 12 - Tekstslide

PDCA-Cyclus
  • Een instrument dat helpt bij de systematische kwaliteitszorg is de PDCA-cyclus van William Deming.
    PDCA staat voor: Plan, Do, Check en Act.
  • Plan: in deze fase maak je een plan om een verbeterpunt aan te pakken. Het plan is zo concreet mogelijk, want alleen dan kun je de verbeteringen in een latere fase ook toetsen.
  • Do: je voert nu het plan uit.
  • Check: je evalueert of de verbetering het effect heeft dat je wilt. Zo niet, dan kijk je welke bijstelling nodig is om het wel te laten werken.
  • Act: je voert nu het bijgestelde plan uit.

Het doel van de cyclus is de kwaliteit verhogen, door continu te verbeteren en de verbeteringen te evalueren. Het gaat erom de behaalde kwaliteit te borgen. Deze cyclus kun je toepassen voor de organisatie als geheel, maar ook voor een team, de afdeling en je eigen werk.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide