- Door de tekst oriënterend te lezen
- De tekst te bekijken (titel, foto's, plaatjes, tussenkopjes)
- Door naar woorden te kijken/zoeken die anders gedrukt zijn
(Vet, schuin, GROOT, onderstreept, kleur)
- De eerste alinea lezen
- De vraag stellen: Waarover gaat deze tekst? / Waar gaat de tekst over?