Examenvoorbereiding duurzaamheid

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Examenvoorbereiding duurzaamheid

Lesdoelen

- Aan het einde van de les weet je wat nog moet doen/maken voor een GO voor je examen (zwerfafval en recycling).

- Aan het einde van de les weet je wat je voor je examen moet doen.

Eisen voor examen

Alle opdrachten van het vak duurzaamheid moeten in de lessen gemaakt zijn.

Compleet en gemaakt: lesopdracht Zwerfafval OF Duurzaamheid en voedsel;

Compleet en gemaakt: lesopdracht Recycling OF Fairtrade.

Wanneer je portfolio akkoord bevonden wordt, ontvang je een “GO” van je docent.

Deadline

19 februari portfolio inleveren:

- de foto's zwerfafval/recycling (en handtekeningenblad)

- de folder recycling (en handtekeningenblad)

Als je dit niet doet, kun je niet op examen. Je hebt namelijk een GO nodig.

Examen

Je maakt een verslag of een vlog. 

Verslag: minimaal een A4 en maximaal drie A4.

Vlog: minimaal 4 en maximaal 6 minuten.

1. Je schrijft een verslag of maakt een vlog aan de hand van de examenopdracht.

2. Je voert een criteriumgericht interview (CGI) met de beoordelaar.

Examenvraag 1

Je hebt voor dit keuzedeel informatie gezocht over duurzaamheid en duurzaam

handelen. Welke informatie heb je gevonden?

Dit is de informatie in de opdrachtenboekjes, denk aan de plasticsoep, recyclen, de teksten in je boekje en de informatie die op stage hebt opgehaald.

Daarnaast informatie zoeken over hoe je duurzaam kan handelen.

Examenvraag 2

Wat heb je ontdekt over je eigen gedrag op het gebied van duurzaamheid? Vind je

jouw handelen duurzaam of niet? Waarom wel of niet?

Denk bijvoorbeeld aan de recycling opdracht (thuis). Je hebt net informatie gezocht over duurzaam handelen, handel jij duurzaam?

Kijk ook naar de top 10.

Examenvraag 3

Op welke manieren draag je zelf bij aan duurzaamheid? Benoem jouw sterke en

zwakke punten als het gaat om duurzaam handelen.

Kijk naar je sterkte en zwakte analyse. En gebruik de informatie die je net gevonden hebt.

Examenvraag 4

Je hebt kennis opgedaan over de vier duurzaamheidsprincipes. Aan welke

duurzaamheidsprincipe(s) lever jij een positieve bijdrage? Op welke wijze?

1. minder afhankelijk worden van delfstoffen en fossiele brandstoffen.

2. afkomen van slecht afbreekbare kunststoffen of giftige stoffen voor mens en natuur.

3. natuurlijke bronnen zo weinig mogelijk aantasten (voorraad schoon water, voorraad schone lucht en voorraad biodiversiteit).

4.de voorraad arbeid en de voorraad welvaart eerlijk verdelen (hier en daar, noord en zuid, arm en rijk).

Examenvraag 5

 Je hebt door dit keuzedeel inzicht gekregen in je eigen gedrag op het gebied van

duurzaamheid. Wat wil je verbeteren aan je eigen gedrag? Hoe ga je dat doen?

Beschrijf een aantal verbeterpunten.

Bijvoorbeeld: Thuis en op het werk let ik erop dat ik lichten en apparaten uitzet als ik ze niet gebruik.

Ik probeer minder lang te douchen om water en energie te besparen.