1. Maak
woordkaartjes met aan de ene kant het Engelse of Duitse woord en aan de andere kant de vertaling.
Gebruik voor Duits de QUIZLET!! 2. Maak schema's, mindmaps of samenvattingen van het stof.
3. Leer schrijvend en niet alleen maar uit je hoofd. Gebruik veel kladpapier terwijl je leert.
4. Woordjes en grammatica oefen je op papier! (Regel feesttenten opschrijven!!)
5. Veel docenten zetten oefenmateriaal op ELO of Google Drive/ Classroom. Dat gebruik je uiteraard ook.