In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Revolutie (1789) en Napoleon (1799-1815)
Hoofdvraag: Waarom moet jij niet op het
land werken voor de Heer van Borculo?
Slide 1 - Tekstslide
Liberalen:
Politieke groep die vindt dat ieder mens zoveel mogelijk vrijheid moet hebben. De overheid moet zich daarom zo weinig mogelijk met de samenleving en economie bemoeien
Slide 2 - Tekstslide
17e eeuw: Absolute monarchie
18e eeuw: Verlichting en revolutie
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
Code Napoleon
Burgerlijk wetboek -->
iedereen gelijke rechten (1804)
Slide 6 - Tekstslide
1815: Franse revolutie ten einde
Congres van Wenen: Restauratie
Slide 7 - Tekstslide
Revolutie: opgebouwde spanning komt tot uitbarsting
Antithese:
Particularisme/ Opstand 16e eeuw
Verlichting 18e eeuw
Democratisering 19e eeuw 1848>
Slide 8 - Tekstslide
1848: Revolutiejaar
Roep om Liberale hervormingen in o.a. Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk
Slide 9 - Tekstslide
Grondwetswijziging 1848 Nederland
Ministers niet langer verantwoordelijk aan de koning, maar aan parlement.
De Tweede Kamer wordt direct verkozen en mag wetten aanpassen.
Invoering van de vrijheid van onderwijs, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van drukpers, en vrijheid van vereniging en vergadering.
Slide 10 - Tekstslide
In Nederland:
Armoede meer zichtbaar
Werk in fabrieken zwaar en gevaarlijk
(gevolgen industrialisatie)
Burgers en arbeiders eisen veranderingen
(socialisme)
Vakbonden en stakingen
(Vergelijk met nu)
Slide 11 - Tekstslide
Check de leerdoelen:
7. Je kunt uitleggen welke factoren leidden tot de invoering van de grondwet van 1848.
8. Je kunt uitleggen op welke manier de grondwet van 1848 de rechten van de koning beperkte en de rechten van het parlement en de burgers vergrootte.