2H 1.5 Gezonde luchtwegen

Welkom, en
fijn dat je er bent!


Biologie
Mevrouw Valentijn
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom, en
fijn dat je er bent!


Biologie
Mevrouw Valentijn

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Mijn regels
  • Je komt rustig binnen en gaat zitten
  • Je jas en oortjes doe je uit, capuchon / pet doe je af, je telefoon is weg
  • Je pakt je boek en je pen (Je hebt altijd je spullen bij je)
  • Je eet en drink niet in de klas (flesje water mag wel)
  • Je praat niet door mij of anderen heen
  • Je doet actief met de les mee
  • Je gaat onder de les niet naar de toilet
  • Laat het mij weten als er een probleem is (maar graag niet door de les heen)

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf de antwoorden op in je schrift!
Startopdracht
1. Wat wijst nummer 2 aan?
2. Is het koolstofdioxidegehalte bij      1 hoog of laag?
3. Is het zuurstofgehalte bij 3 hoog of laag?
4. Welke gassen moeten bij de letters P en Q staan?

Slide 4 - Tekstslide

1. Wat wijst nummer 2 aan?
2. Is het koolstofdioxidegehalte bij      1 hoog of laag?
3. Is het zuurstofgehalte bij 3 hoog of laag?
4. Welke gassen moeten bij de letters P en Q staan?
1. Luchtpijptakje (longblaasje)
2. Laag
3. Laag
4. P = zuurstof
Q = koolstofdioxide
Startopdracht antwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg 1.5 --> gezonde luchtwegen
  • Video hooikoorts --> 1.5 min. 
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 6 - Tekstslide

Verbranding en ademhaling
1.1 Stofwisseling
1.2 Verbranding
1.3 Het ademhalingsstelsel
1.4 Ademhalen
1.5 Gezonde luchtwegen
1.6 Ademhaling bij dieren
1.7 Roken en blowen
1.8 Koudbloedig en warmbloedig

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 1.5
  • Je kunt uitleggen wat je zelf kunt doen om je luchtwegen gezond te houden.
  • Je kunt beschrijven wat hooikoorts is.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is goed voor je longen?
  • Niet roken --> rokerslongen (afbeelding)
  • Ademhalen door de neus (niet je mond)
  • Bewegen --> sporten versterkt de ademhalingsspieren
  • Zingen en muziek maken --> sterkere longen
  • Veel ventilatie

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Moeite met ademen
Door:
- Slechte luchtkwaliteit (smog)
- Aandoeningen
- Overgevoeligheid voor 
  bepaalde stoffen (allergie)
- Zelf toedienen van slechte stoffen (roken)

Slide 11 - Tekstslide

Frisse lucht
Frisse lucht in klaslokaal is heel belangrijk.

  • Veel leerlingen in een lokaal → zuurstof neemt af en koolstofdioxide neemt toe.
  • Hierdoor concentratieverlies, hoofdpijn en vermoeidheid.  
  • Bacteriën en virussen kunnen zich makkelijker verspreiden.
  • Ventileer regelmatig!

Slide 12 - Tekstslide

Hooikoorts
  • Allergisch voor stuifmeelkorrels van planten
  • Voorjaar en zomer --> door windbloemen
  • Stuifmeelkorrels op neusslijmvlies --> branderig of jeukend gevoel --> hooikoorts

  • Lange tijd niezen achter elkaar, voorkomen 
van blootstelling aan pollen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Huiswerk
Lezen 1.5
Maken opdracht 1 t/m 3 en 5 t/m 9





Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen 1.5
  • Je kunt uitleggen wat je zelf kunt doen om je luchtwegen gezond te houden.
  • Je kunt beschrijven wat hooikoorts, astma en COPD zijn.

Slide 16 - Tekstslide

Hooikoorts is een soort allergie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Als je niet goed ventileert dan neemt de hoeveelheid... toe en de hoeveelheid ... af.
A
Zuurstof - koolstofdioxide
B
Zuurstof - koolstofmonoxide
C
Koolstofmonoxide - zuurstof
D
Koolstofdioxide - zuurstof

Slide 18 - Quizvraag

De kans op smog is groter bij..
A
Veel zon
B
Weinig wind
C
Veel wind
D
Weinig zon

Slide 19 - Quizvraag

Leerdoelen 1.5
  • Je kunt uitleggen wat je zelf kunt doen om je luchtwegen gezond te houden.
  • Je kunt beschrijven wat hooikoorts is.

Slide 20 - Tekstslide

De laatste 5 minuten van de les 
Dit is wat ik van jullie verwacht:
  • Iedereen is stil en kijkt mijn kant op.
  • Iedereen zit recht op zijn stoel en focust zich. 
  • Je pakt je spullen nog NIET in. 
  • Als ik een vraag stel, denkt iedereen mee over het antwoord. (bliksembeurten --> vraag - pauze - naam)
  • Als ik een opdracht geef, dan maak je deze in stilte. (Zs)

Slide 21 - Tekstslide