Thema 6 Waarneming, regeling & gedrag

Waarneming, regeling en gedrag
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 300 min

Onderdelen in deze les

Waarneming, regeling en gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reageren op 
een prikkel
  1. Prikkel
  2. Waarneming 
  3. Reactie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwen
Prikkel
Zintuig
Waarneming
Click mee
Een impuls is een signaal dat door een zintuig wordt verstuurd als het wordt geprikkeld. (bewegende onderdeel in afbeelding)

 De volgorde bij een waarneming is: prikkel > zintuig > impuls > zenuwen > hersenen
Impuls

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkel
Een prikkels is informatie uit je omgeving. 

Zintuigen zijn gevoelig voor prikkels.

Elk zintuig is gevoelig voor een specifieke prikkel.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen en prikkels
Elk zintuig is gevoelig voor een prikkel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag wordt veroorzaakt door een Prikkel

Een prikkel is een invloed / verandering vanuit je omgeving, waarop jij (mensen en dieren) kan reageren. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een impuls
Zenuwen
Prikkel
Zintuig
Waarneming
Click mee
Een impuls is een signaal dat door een zintuig wordt verstuurd als het wordt geprikkeld. (bewegende onderdeel in afbeelding)

 De volgorde bij een waarneming is: prikkel > zintuig > impuls > zenuwen > hersenen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een impuls?
Je hersenen moeten de informatie van buiten (of binnen) het lichaam wel begrijpen.  Daarom zetten je zintuigen de informatie om in een elektrisch signaal: 

Een impuls

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reageren
Prikkel -> zintuig -> impuls -> hersenen -> waarnemen (bewust worden)
Hersenen -> impuls -> spieren -> stoppen


hiervoor heb je de delen nodig die samenwerken:                                                           Zintuigenstelsel      
Zenuwstelsel
Spierstelsel

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het zenuwstelsel
Zenuwen lopen in je rug via je ruggenmerg naar de hersenen. 

  • Het zenuwstelsel bestaat uit: zenuwen, ruggenmerg en hersenen.

  • De hersenen en het ruggenmerg heten samen het centraal zenuwstelsel.

  • Centraal zenuwstelsel + zenuwen = Zenuwstelsel

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw zenuwstelsel
Het zenuwstelsel: 
centrale zenuwstelsel zenuwen.

Centrale zenuwstelsel
hersenen en ruggenmerg

Zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De huid 
Tastzintuigen: lichte aanraking.
Drukzintuig: druk op de huid.
Warmtezintuig: aanraking met iets dat warmer is dan je huid.
Koudezintuig: aanraking met iets dat kouder is dan je huid.
Pijnpunt: gevoel van pijn.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen in je huid
Warmtezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat warmer is dan je huid.
Koudezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat kouder is dan je huid.
Drukzintuigen reageren als er op je huid wordt gedrukt.
Tastzintuigen reageren op een lichte aanraking van je huid.
Pijnpunt gevoel van pijn.

Slide 13 - Tekstslide

Met je tastzintuigen kun je waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen, bijvoorbeeld glad, ruw, hard of zacht. De tastzintuigen liggen in tastknopjes.
Lagen van de huid (3D)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De opperhuid

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen in je huid
opperhuid: hoornlaag; dode cellen,                                                                         bescherming
                         kiemlaag; levende cellen /                                                                     aanvulling

lederhuid: zintuigen, zenuwenn, pijnpunten, bloedvaten, zweetklieren

onderhuidse bindweefsel: opslag van vet

Slide 16 - Tekstslide

Met je tastzintuigen kun je waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen, bijvoorbeeld glad, ruw, hard of zacht. De tastzintuigen liggen in tastknopjes.
Pupilreflex

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pupilreflex

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pupilreflex

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine opdracht
Smaak waarnemen
Wat?: Teken in tweetallen op deze manier de route die een smaakprikkel, aflegt naar de hersenen.
Zet daarbij de begrippen: Tong, smaakstof (zout, zuur, zoet, bitter), Prikkel, Impuls, smaakzenuw, Hersenen & signalen.

Hoelang: 5min





Op deze manier 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tong
neus

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het reukzintuig 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reukzintuig
Belangrijk bij smaken!!!

Smaak is combinatie van 
smaakprikkel van tong 
en geurprikkel van de neus


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Smaakzintuig

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag
  • Alles wat mensen en dieren doen is gedrag.
    Bijv. Lachen, slapen, eten, dansen, schreeuwen enz.
  • Gedrag bestaat uit handelingen
  • de ene handeling leidt tot de andere handeling: gedragsketen

Slide 25 - Tekstslide

Gedrag is in essentie alles wat dieren en mensen doen. Of het nu dansen is, schreeuwen, eten of slapen. Dit is allemaal gedrag.

En gedrag bestaat uit verschillende handelingen. Denk aan eten, je moet het vinden, voorbereiden op eten en afruimen als je klaar bent.
Hoe gedraag je je?
Bepaald door aangeboren en aangeleerd gedrag.

Aangeboren = iets meteen kunnen, zonder dit te hoeven leren.
                               Voeden bij de moeder.

Aangeleerd = door te leren.
                             Leren eten met mes en vork.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verdovende middelen

alcohol, drugs, medicijnen
-effect op stemming & gedrag
-geen rem, geheugen + concentratie problemen, geen zelfkritiek

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag wordt veroorzaakt door prikkels
Respons --> reactie op een prikkel
Inwendige prikkel --> prikkel die in het lichaam ontstaat (honger)
Uitwendige prikkel --> prikkel die van buiten het lichaam komt
Motivatie --> de bereidheid te reageren op prikkels

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De gevolgen van alcohol

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen alcohol
Korte termijn
Lange termijn
Opwekkend
Alert, ontspannen, makkelijk praatje
Hartslag gaat omhoog
Verstoort ontwikkeling van de hersenen
Verminderde remming
Reactiesnelheid omlaag
Geheugen wordt minder
Verstoorde hormoonbalans
Verminderde controle
Emotioneel
Black-outs
Beschadiging van lever, hersenen, maag en hart
Verdoving van zintuigen
In de war, weet niet meer wat hij hoort/ziet
Geheugenverlies en verminderde school-, studie- en werkprestaties

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het hormoonstelsel

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormoonklieren
Het hormoonstelsel bestaat uit een aantal hormoonklieren.
  • Hypofyse
  • Hypothalamus
  • Schildklier
  • Bijnieren
  • Eilandjes van Langerhans
  • Testes/ovaria

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormoonklieren
Het hormoonstelsel regelt
langzame, langdurige processen

-stofwisseling
-voortplanting
-groei & ontwikkeling

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormoonklieren
klieren maken hormonen, komen in je bloed

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diabetes
= suikerziekte
Glucosegehalte/bloedsuikerspiegel  wordt geregeld

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eilandjes van Langerhans
  • Eilandjes van Langerhans: zijn groepjes cellen in de alvleesklier
  • Eilandjes van Langerhans produceren insuline en glucagon (hormonen)
  • Regelen glucosegehalte/ bloedsuikerspiegel




Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veel glucose dan insuline, glucose daalt
Weinig glucose dan glucagon, glucose stijgt

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eilandjes van Langerhans
  1. glucose is brandstof van ons lichaam
  2. bij veel bewegen verbrandt je glucose
  3. glucosegehalte daalt onder 0,1%
  4. eilandjes van Langerhans maken glucagon
  5. het glucosegehalte stijgt dan weer!

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diabetes (suikerziekte)
Diabetes type 1: erfelijk​
Diabetes type 2: oa. door een slechte livestyle

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies