Anatomie huid en wondzorg

Anatomie en fysiologie huid
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Anatomie en fysiologie huid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesinhoud van vandaag
  • Functies van de huid
  • Anatomie (bouw) van de huid
  • Theorie over wondzorg
  • Oefenen met wonden beoordelen
  • Decubitus
  • Praktijkvaardigheden wondzorg

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem de functies van de huid

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De functies van de huid
  1. Lichaamstemperatuur regelen. 
  2. Receptoren om pijn, druk, warmte en kou te voelen.
  3. Stoffen uitscheiden: zouten en afbraakproducten via zweet.
  4. Lichaam beschermen tegen schadelijke invloeden van buitenaf. (organen beschermen)
  5. Vet opslaan in het onderhuids bindweefsel. 
  6. Vormen van vitamine D:  groei en het behoud van botten en tanden. 



Slide 4 - Tekstslide

Beschermen: zichtbare en onzichtbare barriere: hoornlaag en biochemische barriere (zweet en talgklieren d.m.v. melk- en vetzuur + melanine beschermt tegen zonlicht)

In welke voedingsmiddelen zit ook nog vitamine D?

A
in groente en fruit
B
in melkproducten
C
in vette vis en boter
D
in vlees

Slide 5 - Quizvraag

Lichaamstemperatuur regelen. Als de lichaamstemperatuur daalt, wordt de doorbloeding van de huid minder. Er wordt dan minder warmte aan de omgeving afgegeven en de huid ziet bleek. Wanneer de lichaamstemperatuur te hoog dreigt te worden, verhoogt de doorbloeding van de huid. Er wordt dan meer warmte aan de omgeving afgegeven en de huid ziet rood. De lichaamstemperatuur wordt ook beïnvloed door de zweetklieren in de huid. Door de verdamping van transpiratievocht gaat er lichaamswarmte verloren en daalt de lichaamstemperatuur.
Bouw van de huid
De huid

  • opperhuid;
  • lederhuid;
  • onderhuids bindweefsel


Slide 6 - Tekstslide

Het dunste stukje huid, de oogleden, is maar een halve millimeter dik. Het dikste stukje huid zit op de voetzolen en kan wel vijf millimeter dik zijn. 
Wat is het dunste stukje huid en waar is je huid het dikst?

Slide 7 - Open vraag

Het dunste stukje huid, de oogleden, is maar een halve millimeter dik. Het dikste stukje huid zit op de voetzolen en kan wel vijf millimeter dik zijn. 
Opperhuid
  • Hoornlaag: dode en verhoornde cellen
  • Kiemlaag: cellen delen zich. 
  • In kiemlaag zit pigment

Slide 8 - Tekstslide

kubusvormige epitheelcellen. Als ze naar boven schuiven, worden ze platter, want onderweg verliezen ze vocht en verdwijnt hun celkern. Uit het protoplasma van die cellen wordt de hoornstof gevormd. Zo ontstaat de hoornlaag die uiteindelijk wordt afgestoten.
Opperhuid
Hoornlaag: houdt bacteriën en virussen buiten en water binnen. Alleen bij zweetklieren water loslaten. Verhoornde cellen.

Heldere laag bevat keratine. Eiwit dat huid stevig en soepel houdt.
Korrellaag: keratine wordt hier gemaakt.

Ontkiemende laag (bestaat uit stekelige laag en kiemlaag): celdeling
Hoe lang duurt het totdat je een volledig nieuwe huid hebt gemaakt?




Slide 9 - Tekstslide

30 dagen (tijd tussen delen van cellen en afschilfering)
Lederhuid
  • De lederhuid bestaat uit bindweefselcellen met veel elastische vezels.  
  • Bevat veel bloedvaten en zenuwen. 
  • De cellen van de opperhuid worden gevoed vanuit de bloedvaten in de lederhuid. 
  • Bevat zweetklieren, talgklieren en haarwortels, zenuwuiteinden 

Slide 10 - Tekstslide

Elke haarfollikel staat in verbinding met een klier: de talgklier.
Dankzij de talg blijven haar en huid soepel en kan de huid geen water opzuigen, waardoor de huid wordt beschermd tegen het binnendringen van micro-organismen.
Onderhuids bindweefsel

  • vormt de verbinding tussen de opperhuid/lederhuid en de botten/spieren
  • losmazig weefsel en voor een groot deel gevuld met vet
  • veel bloedvaten en zenuwvezels

Functies:
- vet opslaan
- bescherming bieden 
  (stootkussen en isolatie)

Slide 11 - Tekstslide

Het vet is reservevoedsel, dient als beschermlaag en zorgt voor warmte-isolatie. 
In welke laag zitten de zweetklieren, talgklieren en haarfollikels?
A
Opperhuid
B
Lederhuid
C
Onderhuids bindweefsel

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wondverzorging

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke oorzaken voor
wonden ken jij?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Oncologisch
Stralingswonden
Soorten wonden

Slide 18 - Tekstslide

Opperhuid: Kiemlaag en hoornlaag

Lederhuid (dermis): talgklieren, lymfevaten, zenuwen, bloedvaatjes en zweetklieren

Subcutis (onderhuids bindweefsel): vetcellen, zenuwcellen en bloedvaten


Ontstekingsverschijnselen

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ontstekingsverschijnselen

Roodheid
Warmte
Zwelling
Pijn
Verstoorde lichaamsfunctie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wondgenezing
Reactiefase: 
bloedingsfase en ontstekingsfase
Bloedplaatjes klonteren samen en vormen een stolsel
Bloedvatverwijding:
ontstekingsverschijnselen te zien.

Primaire of secundaire wondgenezing.



Slide 21 - Tekstslide

Haarvaten worden beter doorlaatbaar voor eiwitten, elektrolyten en water -> zwelling.  Zwelling geeft druk op omliggende zenuwstructuren -> pijn. Daardoor ontzie je de wond.
Secundaire wondgenezing
Inflammatie: ontstekingsreactie met pus
Proliferatie:
groei, granulatieweefsel
Remodellering:
littekenvorming

Slide 22 - Tekstslide

In de reactiefase stopt de bloeding en worden dode cellen en bacteriën opgeruimd. Bloedvaten vernauwen en korstvorming. De dode cellen en bacteriën worden opgeruimd door witte bloedcellen. Bij witte bloedcellen komt ook vocht en eiwitten erbij.
Standaard ontstekingsverschijnselen: roodheid, zwelling en pijn.


regeneratiefase vormt zich nieuw weefsel en sluit de wond. (nieuwe bloedvaatjes en granulatieweefsel)

Rijpingsfase: overmatige bloedvaatjes afgebroken. Littekenweefsel. 

Wat heeft een negatieve
invloed op wondgenezing?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Van invloed op wondgenezing
  • de conditie ;
  • de leeftijd;
  • het medicijngebruik;
  • mogelijke andere aandoeningen: b.v. diabetes mellitus;
  • slechte doorbloeding (veneuze/arteriële insufficiëntie, lymfoedeem);
  • de plaats van de wond;
  • de oorzaak van de wond;
  • de voeding (of voldoende voedingsstoffen worden aangevoerd: eiwitten, vitamine A en E, mineralen);
  • nicotine;
  • ontsteking van de wanden van bloedvaten (vasculitis) of andere ontstekingen/infecties;
  • stress.

Slide 24 - Tekstslide

Medicatie: immuunsuppresiva (remmen werking van afweersysteem), cytostatica, ontstekingsremmers, bloedverdunners. 

Diabetes: bloedvaten aantasten door langdurig hoog bloedglucosegehalte.
Nicotine: vaatwanden trekken samen.
Wat kan de wondgenezing
bevorderen?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

https://www.isala.nl/patientenfolders/8158-voedingsadvies-bij-wondgenezing/


arginine = aminozuur
Wondbehandeling
Reinigen: wondtoilet, spoelen wond met water/nacl/spoelvloeistof (necrose evt verwijderen)
Sluiten: hechten < 12 uur, zo nodig antibiotica
Beschermen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies van
wondverband

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Functies wondverband
  • opvangen wondvocht
  • bestrijden van infecties
  • verwijderen van afgestorven weefsel
  • stoppen van aanwezige bloedingen
  • creëren van vochtig wondmilieu
  • rust en ondersteuning bieden aan lichaamsdeel

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Het model is niet toepasbaar op brandwonden en bij de oncologische wonden en ulcera.

Slide 31 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Rode wond
Doel: beschermen en vochtig houden. Verband mag niet aan de wond plakken.

Granulatieweefsel is korrelig en vaatrijk bindweefsel dat zich vormt op de bodem van een wond.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                                 Skin Tears

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gele wond
Doel: 
  • schoonmaken wondbed (verwijderen debris/beslag)
  • zorgen voor vochtig milieu,
  • absorberen exsudaat.

B.v. in NACL gedrenkte gazen, hydrogel of alginaat.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwarte wond
Necrose kan ook bruin/grijs/gelig zijn.

Harde necrose (korst) en natte necrose (gangreen).

Harde necrose: laten zitten, beschermen.
Natte necrose: verwijderen.

Door arts: scalpel/schaar.
Of met wondproduct: gazen gedrenkt in NACL, hydrogel, enzymatisch necrose oplossend product.



Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

In de praktijk zal een wond niet altijd helemaal zwart, geel of rood zijn, maar gelijktijdig meerdere kleuren vertonen. De behandeling is dan altijd gericht op de meest storende factor.
Waar let je op als
iemand een wond heeft?

Slide 37 - Woordweb

de grootte;
de diepte;
de kleur;
de geur;
de aanwezigheid van exsudaat (wondvocht);
ontstekingsverschijnselen;
wondranden en omliggende huid;
koorts;
pijn.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Wonden beoordelen volgens TIME

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies