6.4 Komt de overheid rond? deel 2

Vak: Economie 
Hoofdstuk: 6.4 Komt de overheid rond? 
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3. 
Mini-check + arrangementen
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Vak: Economie 
Hoofdstuk: 6.4 Komt de overheid rond? 
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3. 
Mini-check + arrangementen
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van economie en je schrift van economie. 
Laat je boek nog even dicht op tafel liggen. 


Huiswerkcontrole.




Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel +Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- weet je wat een begrotingstekort is en wat de overheid daaraan kan doen.

Leergebiedoverstijgende doelen:
Reflecteren
- Schat in wat nodig is om een leerdoel te beheersen (uitleg strategie, oefentijd, herhaling nodig)
- Vertelt wat de waarde is van deze opdracht voor zichzelf.


Slide 3 - Tekstslide

3. Mini-check + arrangementen
Verdiept (8 of hoger) --> Bregje & Nick
Je maakt opdracht 53 t/m 61 op blz. 172/173


De rest doet mee met de mini-check.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een begrotingstekort?
A
Inkomsten zijn groter dan uitgaven.
B
Uitgaven zijn groter dan inkomsten.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is er aan de hand bij een begrotingsoverschot?
A
Dan zijn de uitgaven meer als de inkomsten
B
Dan zijn de inkomsten meer dan de uitgaven
C
Dan zijn de inkomsten gelijk aan de uitgaven
D
Dan is er te veel aanbod op de arbeidsmarkt

Slide 6 - Quizvraag

Wie maakt wat?
Had je de vragen goed, dan mag je zelfstandig aan de slag. Je maakt opdracht 53 t/m 61 op blz. 172 t/m 173


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 7 - Tekstslide

Begrotingstekort
Als de overheid meer uitgaven dan inkomsten verwacht, heeft ze een begrotingstekort. 

Tegenovergestelde is een 
begrotingsoverschot. 


Slide 8 - Tekstslide


Begrotingsoverschot

Wanneer er in een jaar meer inkomsten, dan uitgaven worden verwacht. Het overschot kan dan aan anderen dingen worden besteed. 

Bijv. zorg of schulden terugbetalen. 

Slide 9 - Tekstslide

Is er sprake van een begrotingstekort of een begrotingsoverschot?

A
Begrotingstekort
B
Begrotingsoverschot

Slide 10 - Quizvraag

5. Begeleid inoefenen
Vind je het lastig of had je alle vragen van de mini-check fout? Dan maken we samen opdracht 59

Slide 11 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig paragraaf 6.4 opdracht 53 t/m 61
op blz. 172 t/m 173


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na en verbeter je.
Daarna maak je de rekenopdrachten 6 t/m 13 op blz. 184/185
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog opdrachten waar je moeite mee hebt?

- weet je wat een begrotingstekort is en wat de overheid daaraan kan doen?




Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk en toetsen
Huiswerk: 
Woensdag 5 juli
6.4 opdracht 172 t/m 173
Toetsen: 


Slide 14 - Tekstslide