past simple en past continuous

....


Vandaag bespreken we de verleden tijd
Eerst een filmpje van Meester gijs
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2,3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

....


Vandaag bespreken we de verleden tijd
Eerst een filmpje van Meester gijs

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

de past simple van to walk is?
A
walks
B
walkt
C
walked
D
gewalkt

Slide 3 - Quizvraag

de past simple van to buy is?
A
buyd
B
gebuyed
C
gebought
D
bought

Slide 4 - Quizvraag

1. Fill in ◊
1 The train __________ (stop) at every station this morning.


Slide 5 - Open vraag

2 All my relatives __________ (send) me birthday cards last week.

Slide 6 - Open vraag

3 A minute ago the teacher __________ (answer) my question.

Slide 7 - Open vraag

4 The famous pop group __________
( play) at the concert last month.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

past simple-past continuous
Hoe maak je de past continuous ook alweer?

Om de past continuous te maken heb je altijd 2 werkwoorden nodig, namelijk een vervoeging van to be (was of were) + werkwoord met -ing erachter.
Dus: I was playing with her.

Slide 10 - Tekstslide

past simple-past continuous
We gaan nu een oefening maken..
Als je WHEN in de zin hebt staan staat er een past simple en een past continuous in de zin.
De past continuous duurt langer. He was working
De past simple is een moment en kort.. WHEN she arrived.

Slide 11 - Tekstslide

I ...... (to breath) very strongly, when I ran up that hill.

Slide 12 - Open vraag

She ..... (to feel) pretty sick yesterday, when my mother .....(to visit) me.
alleen de vormen opschrijven..

Slide 13 - Open vraag

I ..... (to drive) home, when the policeman .......(to shout) at me.

Slide 14 - Open vraag

When they ..... (to calculate) the total costs to buy the house, the broker suddenly .......(to get)ill.

Slide 15 - Open vraag

Snap je de past simple/past continuous met WHEN zinnen?
A
yes
B
no
C
een beetje

Slide 16 - Quizvraag