2HC E E/I WECHSEL

Klinkerwisseling
E wordt I / IE
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Klinkerwisseling
E wordt I / IE

Slide 1 - Tekstslide

Sterke werkwoorden 
  • Klinkerwisseling
  • Nederlands sterk werkwoord is in het Duits meestal ook sterk


Slide 2 - Tekstslide

Sterke werkwoorden.

Sterke werkwoorden met een
-e- in de stam.

Slide 3 - Tekstslide

E/i-Wechsel

De 'e' verandert bij du & er/sie/es in een i of in ie.

* werkwoorden met een korte e (helfen) -> i
* werkwoorden met een lange e (sehen) -> ie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Stappenplan
Hoe pas je dit toe?
Stap 1: Welk persoonlijk voornaamwoord staat er in de zin? ich - du - er/sie/es - wir - ihr - sie - Sie
Stap 2: du of er/sie/es? Dan klinkerwissel! ich fahre - du fährst, ich gebe - du gibst
Stap 3: vul de juiste vorm van het werkwoord in met de uitgangen die je kent van feesttenten

ich                    wohn e
du                     wohn st     klinkerwissel!
er/sie/es        wohn t        klinkerwissel! 
wir                    wohn en
ihr                    wohn t
sie/sie            wohn en

Slide 7 - Tekstslide

Vul de juiste vervoeging in.
sprechen
Mein Onkel .......... gut Deutsch.
A
sprecht
B
spriecht
C
spreekt
D
spricht

Slide 8 - Quizvraag

sehen
Du ........... jetzt mein Gesicht.
A
sehst
B
siehst
C
siehts
D
sieht

Slide 9 - Quizvraag

helfen
Er ........... mit.
A
hilft
B
helft
C
helfst
D
hilfst

Slide 10 - Quizvraag

Bij welke personen vindt er een E/I-Wechsel plaats?
A
ich
B
ihr
C
du
D
er,sie,es

Slide 11 - Quizvraag

a/ä und e/i Wechsel
(essen) Was .... er am liebsten?
A
esst
B
isst
C
iesst
D
ist

Slide 12 - Quizvraag

e/i Wechsel
(lesen) Petra ...... ein spannendes Buch
A
lest
B
list
C
liest

Slide 13 - Quizvraag

e/i Wechsel
(essen) Was .... er am liebsten?
A
esst
B
isst
C
iesst
D
ist

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Bij welke 3 sterke werkwoorden met een 'e' in de stam vindt er geen e/i- wissel plaats?
A
sehen, geben, bewegen
B
stehen, lesen, gehen
C
stehen, gehen, bewegen
D
gehen, sehen, geben

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Ik begrijp wanneer a/ä wordt en ik snap de e/i(e) Wechsel !
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Danke! 

Slide 20 - Tekstslide