Oude Beschavingen - Egypte

Oude Beschavingen - Egypte
Volg de les via je Chromebook, 
je telefoon heb je nodig tijdens de les.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oude Beschavingen - Egypte
Volg de les via je Chromebook, 
je telefoon heb je nodig tijdens de les.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
In de toetsweek krijg je een toets over Oude Beschavingen. De komende weken herhalen we de leerstof:
  • Egyptenaren
  • Grieken
  • Romeinen

Vandaag: Egypte

Slide 2 - Tekstslide

Egyptenaren

Slide 3 - Woordweb

Taak 2. 
Piramides en mummies

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen - Taak 2.
  • Wat zijn piramides? 
  • Waarom liggen de piramides dicht bij de Nijl? 
  • Wat zijn mummies? 
  • Wie zijn Cheops en Toetanchamon? Kun je een verschil en overeenkomst
    noemen? 
  • Hoe verloopt het proces van mummificeren? Wie werden er wel en niet
    gemummificeerd? 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een piramide?
A
Een opslagplaats voor oogst.
B
Een graf van een farao.
C
Een museum waar je veel over faroa's kan leren.
D
Een woning voor de slaven.

Slide 6 - Quizvraag


Wat is een piramide?
Een piramide is een graf van een farao. In het graf werd ook eten en kostbaarheden neergezet. Er werden hele gangenstelsels gemaakt om te voorkomen dat de kostbaarheden gestolen konden worden.

Slide 7 - Tekstslide

Waarom werden piramides in Egypte aan de rivier de Nijl gebouwd?
A
Zodat de stenen makkelijk verplaatst konen worden.
B
Zodat de farao er elke dag langs kon varen.
C
Zodat de slaven daar konden zwemmen.
D
Zodat toeristen vanuit hun boot de piramides kunnen zien.

Slide 8 - Quizvraag

Piramides aan de Nijl
De stenen van een piramide zijn erg zwaar. Via het water konden ze makkelijk verplaatst worden.
Naast de piramides waren dorpen voor de slaven die de piramides bouwden.

Slide 9 - Tekstslide

Cheops
  • Een bekende farao die de grootste piramide van Egypte liet    bouwen. Hij ging elke dag bij de bouw van zijn eigen          piramide kijken. 

  • De kostbaarheden van Cheops zijn gestolen.

Slide 10 - Tekstslide

Toetanchamon
Een onbelangrijke en onbekende farao. Daarom was zijn graf (in het dal der Koningen) niet leeggeroofd!  En omdat zijn graf dus vol met schatten lag, is hij een heel bekende farao geworden!

Slide 11 - Tekstslide

Cheops en Toetanchamon waren beide farao's. Noem een verschil tussen hen.

Slide 12 - Open vraag

Wat zijn mummies?
A
In toiletpapier gerolde levende mensen.
B
Snoepjes
C
Overblijfselen van een dode.
D
Gelovige mensen

Slide 13 - Quizvraag

Mummies
Overblijfselen van een dode. Doordat het lichaam op een speciale manier is
behandeld, vergaat het niet.

Mummificeren gebeurde in meerdere stappen

Slide 14 - Tekstslide

Mummificeren
  1. Wassen en insmeren met palmolie.
  2. Ingewanden eruit halen
  3. Lichaam met zout en soda bedekken.
  4. Lichaam in windsels wikkelen.
  5. Bedekken met doek
  6. Kleed met god Osiris

Slide 15 - Tekstslide

Noem de zes stappen van mummificeren (in de juiste volgorde).

Slide 16 - Open vraag

Taak 3. 
Sociale lagen en de Nijl

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen - Taak 3.
  • Wat betekende het ontstaan van landbouw voor de jagers/verzamelaars? 
  • Waarom was de Nijl zo belangrijk voor Egypte? De Nijl bracht ook slib met zich mee. Wat is slib en waarom is dat zo belangrijk? 
  • Hoeveel seizoenen kenden de oude Egyptenaren? Wat was het verschil tussen de seizoenen? 
  • Hoe werkte een irrigatielandbouw? Wat zijn de gevolgen van irrigatielandbouw?
  • Hoe heeft de irrigatielandbouw ervoor gezorgd dat het bestuur van Egypte verder is ontwikkeld? 
  • Wat waren de taken van een ambtenaar? 
  • Welke sociale lagen bestonden er in Egypte? 

Slide 18 - Tekstslide

Het ontstaan van landbouw
Als de Nijl overstroomt, blijft er een klein laagje vruchtbare slip achter. Het land rond de Nijl is daarom erg geschikt voor landbouw. Daarom is de Nijl erg belangrijk voor Egypte.

Slide 19 - Tekstslide

Wat gebeurde er met de jagers & verzamelaars door het ontstaan van landbouw?
A
De jagers & verzamelaars werden ook boer.
B
De jagers & verzamelaars werden weggejaagd.
C
De jagers & verzamelaars bleven ook langs de Nijl leven.
D
De jagers & verzamelaars gingen voor de farao werken.

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heet het vruchtbare laagje dat achterblijft nadat de Nijl overstroomt?
A
Modder
B
Slib
C
Akker
D
Roest

Slide 21 - Quizvraag

Irrigatielandbouw
Door de irrigatielandbouw kon het water van de Nijl veel verder op het land komen, waardoor er meer akkers konden worden aangelegd.

Slide 22 - Tekstslide

In het oude Egypte waren drie seizoenen
  • Overstromingstijd 
  • Zaaitijd
  • Groei- en oogsttijd

Slide 23 - Tekstslide

Tijdens welk seizoen werkte de boeren voor de farao?
A
Overstromingstijd
B
Zaaitijd
C
Groei- en oogsttijd

Slide 24 - Quizvraag

Tijdens welk seizoen waren de boeren aan het oogsten, slootjes onderhouden en irrigeren?
A
Overstromingstijd
B
Zaaitijd
C
Groei- en oogsttijd

Slide 25 - Quizvraag

Tijdens welk seizoen waren de boeren aan het ploegen, zaaien en dijkjes onderhouden?
A
Overstromingstijd
B
Zaaitijd
C
Groei- en oogsttijd

Slide 26 - Quizvraag

Gevolgen irrigatielandbouw
Er was een goed bestuur nodig om de irrigatielandbouw te controleren en de opbrengst van de oogst hoog te houden.

Door de hoge opbrengst van de oogst hoefde niet iedereen meer boer te zijn, waardoor er andere beroepen ontstonden.

Slide 27 - Tekstslide

Sociale lagen
Door de verschillende beroepen ontstonden er sociale lagen in Egypte. De belangrijkste persoon was de farao, de bestuurder van het land.

Slide 28 - Tekstslide

Wat is een ambtenaar?
A
De leider van Egypte.
B
Iemand die voor de farao (het bestuur) werkt.
C
De overblijfselen voor een dode.
D
Iemand die op het land werkt.

Slide 29 - Quizvraag

Welke groep mensen hoort tot de laagste sociale laag?
A
ambachtslieden
B
soldaten
C
slaven
D
handelaren

Slide 30 - Quizvraag

De grootste sociale laag bestond uit:
A
priesters
B
geleerden
C
schrijvers
D
boeren en handwerklieden

Slide 31 - Quizvraag

Einde herhalingsles Egypte
Geen vragen? Dan mag je vertrekken.
Vragen? Blijf dan nog even hangen.

Leertip: beantwoord nu de leervragen van taak 2 en taak 3 in het 'Wat moet je leren?' bestand (Classroom)

Slide 32 - Tekstslide