4H Economie par. 7.1 en 7.2

hoofdstuk 7
in magister staat de werkplanner en de checklist.
Deze periode hoofdstuk 7,8 en 9
we beginnen met hoofdstuk 7 arbeidsverdeling en productie. 

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

hoofdstuk 7
in magister staat de werkplanner en de checklist.
Deze periode hoofdstuk 7,8 en 9
we beginnen met hoofdstuk 7 arbeidsverdeling en productie. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Productiefactoren

Slide 3 - Tekstslide

4 Productiefactoren
- Kapitaal
- Arbeid
- Natuur
- Ondernemerschap

Slide 4 - Tekstslide

Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
showroom
bedrijfsterrein
automonteur
Elon Musk

Slide 5 - Sleepvraag

Formele sector (officieel geregistreerd):
Al het geld dat in de formele sector verdiend wordt, wordt opgegeven aan de belastingdienst en telt mee dus in ons nationaal inkomen.

Informele sector (verborgen economie):

In de informele sector vind productie plaats die niet aan de belastingdienst wordt opgegeven en dus niet meetelt in het BBP (niet officieel geregistreerd). Er kan zijn van legale productie (vrijwilligerswerk, doe-het-zelf klussen, etc.) of illegale productie (zwart werken).

Slide 6 - Tekstslide

Productie

Productie in Enge zin: Formele productie

Productie in Ruime zin: Formele productie + Informele productie

Slide 7 - Tekstslide

Harry en Nancy besluiten vanaf 2021 zelf de ramen van hun huis te gaan wassen i.p.v. een glazenwasser in te huren. De formele productie zal hierdoor ...(1) en de informele productie zal hierdoor ...(2)
A
1 stijgen 2 stijgen
B
1 stijgen 2 dalen
C
1 dalen 2 stijgen
D
1 dalen 2 dalen

Slide 8 - Quizvraag

Harry en Nancy besluiten vanaf 2021 zelf de ramen van hun huis te gaan wassen ipv een glazenwasser in te huren. De productie in ruime zin zal hierdoor .....
A
Dalen
B
Gelijk blijven
C
Een beetje stijgen
D
Sterk stijgen

Slide 9 - Quizvraag

Soorten goederen
Primair <------------------------> Secundair

Stoffelijk <----------------------> Onstoffelijk ( diensten )

Individueel <--------------------> Collectief

Slide 10 - Tekstslide

primaire goederen en luxe goederen 
  • Primaire goederen: noodzakelijke goederen die je nodig hebt om te leven, eerste (eten, drinken, kleding, onderdak). Dus bij een prijsverandering blijf je er toch ongeveer hetzelfde van kopen.
  • Luxe goederen: Goederen die je niet echt nodig hebt. Als die duurder worden koop je er dus direct minder van. 

Slide 11 - Tekstslide

COLLECTIEF OF NIET?
Collectieve giederen zijn niet splitsbaar en niet uitsluitbaar. (iedereen kan er 'zomaar'gebruik van maken
Het zijn goederen die je dus niet individueel kan leveren/verkopen. 
Dat kan bij individuele goederen wel.

ZIJN DE GOEDEREN OP DE VOLGENDE DIA'S COLLECTIEVE OF INDIVIDUELE GOEDEREN?

Slide 12 - Tekstslide

STRAATLANTAARN
A
COLLECTIEF
B
INDIVUDUEEL

Slide 13 - Quizvraag

AUTO
A
COLLECTIEF
B
INDIVIDUEEL

Slide 14 - Quizvraag

DIJK
A
COLLECTIEF
B
INDIVIDUEEL

Slide 15 - Quizvraag

PRETPARK
A
COLLECTIEF
B
INDIVIDUEEL

Slide 16 - Quizvraag

BIOSCOOP
A
COLLECTIEF
B
INDIVIDUEEL

Slide 17 - Quizvraag

Huiswerk
Maken checklist par. 7.1 
staat op magister

Slide 18 - Tekstslide

week 1 les 2 paragraaf 7.2
arbeidsverdeling en sectoren

Slide 19 - Tekstslide

Arbeidsverdeling
Taken verdelen
Specialisatie 
is technische arbeidsverdeling

Maatschappelijke arbeidsverdeling --> productie verdelen over sectoren. 

Slide 20 - Tekstslide

Productiesectoren
Primaire sector: Leveren goederen uit de natuur
Secundaire sector: Verwerken de goederen die ze uit de primaire sector krijgen
Tertiaire sector: verkopen de goederen en diensten uit de secundaire sector
Quartaire sector: verkopen de goederen en diensten uit de secundaire sector (maar niet commercieel)


Hoe werken de sectoren ?

Slide 21 - Tekstslide

Arbeidsverdeling

Betere prijs-kwaliteit verhouding

Efficiëntere productie door taakverdeling
Specialisatie -> Hogere arbeidsproductiviteit (= de gemiddelde productie per werknemer per tijdseenheid) ->
-> Lagere loonkosten per product

Slide 22 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit
Redenen hogere arbeidsproductiviteit:

- Arbeidsverdeling / Specialisatie
- Mechanisatie / Automatisering
- Scholing
- Arbeidsomstandigheden

Slide 23 - Tekstslide

Internationale arbeidsverdeling

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Globalisering
Bedrijven zien de hele wereld als hun werkterrein. De mogelijkheid om geld, goederen en fabrieken over de hele wereld te verplaatsen noemen we ook wel globalisering. Afstanden doen er niet meer toe. Een product kan overal worden geproduceerd en kan overal worden gekocht. Toyota bijvoorbeeld, werelds grootste autoproducent, heeft fabrieken in 27 verschillende landen en hun auto’s worden in 160 landen verkocht.

Slide 26 - Tekstslide

Nederlanders kopen vaak Duitse- en Japanse auto's
Een fabriek maakt het product, de supermarkt verkoopt het
Jan zaagt de planken en Kees timmert de planken tot tafels
Interne arbeids verdeling
Externe arbeids verdeling
Internationale arbeids verdeling

Slide 27 - Sleepvraag

Aan de slag!
maken checklist 7.2

Slide 28 - Tekstslide