Diagnostische test periode 1.

Diagnostische test periode 1
 H.4: Paragraaf 1 tot en met 4!

Niveau: 3 mavo 
Boek: Geschiedeniswerkplaats
Onderwerp: Tijdvak 9: Tijd van wereldoorlogen.
Punten: 60
Vragen: 35
Behaald: Bij cijfer 6,5

1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Diagnostische test periode 1
 H.4: Paragraaf 1 tot en met 4!

Niveau: 3 mavo 
Boek: Geschiedeniswerkplaats
Onderwerp: Tijdvak 9: Tijd van wereldoorlogen.
Punten: 60
Vragen: 35
Behaald: Bij cijfer 6,5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep 

Bij sleepvragen
de onderdelen naar het juiste vak. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op:


Door... 
Op de bron te klikken wordt deze vergroot!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veel succes!



Neem je tijd en doe je best!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 4.1: Een wereldoorlog.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Tweede Wereldoorlog

Het succes van het Duitse leger verklaren.  
Je kan

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Wat is een blitzkrieg?
A
Het bondgenootschap dat Italië en Duitsland hadden
B
Een snelle manier van oorlogvoeren met bombardementen en tanks
C
De Tweede Wereldoorlog
D
De naam van de geallieerde tegenaanval

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was het doel van de Blitzkrieg?
A
Om zo snel mogelijk veel land te bezetten
B
Om Frankrijk te verslaan
C
Om het Duitste leger te verslaan
D
Om veel gebieden te vernietigen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Slag om Engeland was:



A
een luchtoorlog tussen Groot-Brittannië en Duitsland waarin Groot-Brittannië overleefde
B
een zeeoorlog tussen Groot-Brittannië en Duitsland waarin Groot-Brittannië overleefde
C
een luchtoorlog tussen Groot-Brittannië en Duitsland waarin Groot-Brittannië werd verslagen
D
een zeeoorlog tussen Groot-Brittannië en Duitsland waarin Groot-Brittannië werd verslagen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slag om Engeland is een succes voor Hitler
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat verstaan we onder Operatie Barbarossa?
A
De Duitse inval van Nederland
B
De Japanse aanval op Indonesië
C
De Duitse aanval op de Sovjet-Unie
D
De Japanse aanval op Hawaï

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Operatie Barbarossa was in
A
1941
B
1942
C
1940
D
1943

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geallieerden
Asmogendheden
Engeland
Japan
Duitsland
Rusland
Frankrijk
Italië

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stalin
Roosevelt
Churchill
Hitler
Mussolini
Keizer Japan
Geallieerden
Asmogendheden

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Tweede Wereldoorlog

De ommekeer tijdens de tweede wereldoorlog verklaren.

Je kan

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Vul in. De slag bij Stalingrad was een .....in de oorlog.
A
oorzaak
B
aanleiding
C
keerpunt
D
einde

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer vond de Slag om Stalingrad plaats?
A
1943
B
augustus 1941-februari 1942
C
augustus 1943-februari 1944
D
augustus 1942-februari 1943

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom was de Slag om Stalingrad een keerpunt in de Tweede Wereldoorlog?
A
Dat was het niet.
B
Het Russische leger begon nu aan een opmars.
C
De Duitsers kregen voor het eerst geen hulp van Italië
D
De Russen werden nu geholpen door Amerika.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurde er op D-Day?
A
De geallieerden vallen Duitsland aan
B
De centralen vallen Duitsland aan
C
Duitsland valt Rusland aan
D
Rusland valt Duitsland aan

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gebeurtenissen
D-day
Slag om Stalingrad
Inval Polen
Battle of Britain
Hiroshima en Nagasaki
Operatie Barbarossa

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

1941
1939
1940
1941
1944
Blitzkrieg
Aanval op SU
Pearl Harbor
Polen
D-Day

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Battle of Britain
Blitzkrieg
Aanval op Polen
Operatie Barbarossa
Pearl Harbor
D-Day
Overgave

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Tweede Wereldoorlog

Beschrijven hoe andere werelddelen betrokken waren bij de tweede wereldoorlog. 

Je kan

Slide 23 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Waarom viel Japan Pearl Harbor aan?
A
Pearl Harbor bezat veel grondstoffen.
B
VS uitschakelen zodat Japan zijn gang kon gaan in Azië.
C
Pearl Harbor lag lekker dichtbij om aan te vallen.
D
Japan dacht dat de VS makkelijk te verslaan was.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een keerpunt in de oorlog in Azië
A
Pearl Harbor
B
Inval Indonesië
C
Midway
D
Bataan

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gooide de VS twee atoombommen op Hiroshima en Nagasaki?
A
De VS deed dit als wraakactie voor een bombardement op L.A.
B
De oorlog ging niet snel genoeg voor de VS en er gingen veel soldaten dood.
C
De VS moest dit van Engeland doen.
D
Het was een uit de hand gelopen experiment van de VS.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 4.2: Burgers in oorlog.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Tweede Wereldoorlog

Begrijpen hoe het leven van burgers werd beinvloed door oorlogsgeweld. 
Je kan

Slide 28 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Na het bombardement op de stad ......... gaf Nederland zich over
A
Amsterdam
B
Eindhoven
C
Rotterdam
D
Deventer

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de twee kenmerken die nationaal-socialisme wel kent, maar fascisme niet?
A
Rassenleer en het leidersbeginsel
B
Leidersbeginsel en Lebensraum
C
Rassenleer en Lebensraum
D
Leidersbeginsel en verheerlijking van geweld

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke mensen moesten niet vernietigd worden volgens de rassenleer?
A
Poolse mensen
B
Joden
C
Arische mensen
D
Politieke tegenstanders

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Tweede Wereldoorlog

Begrijpen hoe het leven van burgers werd beinvloed door onderdrukking. 
Je kan

Slide 32 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Tekst
Tekst
Censuur
Verzet
Gelijkschakeling
onderduiken

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Combineer de acht begrippen (links) met de omschrijvingen (rechts) door te slepen:
bezetting
censuur
collaboratie
gelijkschakeling
onderduiken
propaganda
razzia
de vijand helpen.
een land bestuurt een ander land met dwang.
georganiseerde jacht op een groep mensen.
je verbergen, om niet te worden opgepakt.
onder controle van de nazi's brengen.
reclame maken voor ideeen. 
toezicht houden op mediaberichten. 

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plan Market Garden
Februari Staking
Hongerwinter

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren de drie oorzaken voor de Hongerwinter? Sleep ze naar het vak. 
Oorzaken Hongerwinter

Op 5 mei werd Nederland door de geallieerden bevrijd
De geallieerde aanval bij de grote rivieren was mislukt
Er was groot gebrek aan voedsel en brandstof
Geallieerde vliegtuigen dropten voedselpakketten
22.000 Nederlanders stierven door honger en gebrek
De winter van 1944 was zeer streng 

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 4.3: De Holocaust.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Tweede Wereldoorlog

Beschrijven hoe het antisemitisme in nazi-Duitsland groeide.
Je kan

Slide 38 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Bij welke fase (rechts) hoort deze stap uit de jodenvervolging?
buitensluiten
terreur
deportatie
moord
razzia's
Kristallnacht
vergassing Auschwitz
joden-ster

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Chronologievraag: Sleep de gebeurtenissen van vroeger naar later.

Vroeger
Later
Hitler pleegt een staatsgreep
Hitler wordt rijkskanselier.
Er komt een wet waardoor Hitler zonder het parlement kan beslissen.
Duitsland is een dictatuur dus geen democratie meer.
De Neurenberger wetten worden ingevoerd.
Kristalnacht.

Slide 40 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kristalnacht
Rassenwetten
Übermenschen
Untermenschen
Endlösung

Slide 41 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Tweede Wereldoorlog

beschrijven hoe de nazi´s joden vervolgde tijdens de tweede wereldoorlog.  


Je kan

Slide 42 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Wat wordt bedoelt met de Holocaust?
A
De achterstelling van Joden door het instellen van de Neurenberger Rassenwetten
B
De bijeenkomst van de hoge nazi's in 1942 waarin ze over het lot van de joden beslisten
C
De razzia's in de Joodse buurten tijdens de Tweede Wereldoorlog
D
De vernietiging van zes miljoen Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog in vernietingskampen

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was de aanleiding voor de Februaristaking?
A
Het oppakken van joden in Amsterdam
B
Het executeren van leiders van een staking
C
Het neerschieten van verzetstrijders
D
De inval in Polen

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke gebeurtenis wordt in de bron beschreven? 
En wat was het gevolg van de beschreven gebeurtenis?
A
de mobilisatie de Februaristaking
B
de mobilisatie de Spoorwegstaking
C
een razzia de Februaristaking
D
een razzia de Spoorwegstaking

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 4.4: De wereld van Anne Frank.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Tweede Wereldoorlog

beschrijven hoe het leven van Anne Frank verliep.  


Je kan

Slide 47 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Noem een juiste uitspraak over Anne Frank zijn juist?
A
Anne was blij dat haar boek zo beroemd is geworden
B
Anne woonde in Nederland toen ze moest onderduiken
C
Anne Frank was een joods Meisje
D
Anne Frank is nooit in Nederland geweest

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke oorzaak hoort bij welk gevolg?
Duitsers bezetten Nederland
Anne Frank is Joods
Duitsers verplichten Joden voor hen te werken
Veel Duitse mannen zitten in het leger
De familie Frank zit in een kleine ruimte en moet stil zijn
Er zijn te weinig Duitse arbeiders
De familie Frank duikt onder
In Nederland gelden Duiste regels
Anne Frank moet een davidster dragen
Het leven in het achterhuis is geen pretje

Slide 49 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
Anne en haar familie wonen in het Achterhuis.
Anne woont in Frankfurt an Main in Duitsland.
Anne wordt weggevoerd naar een concentratiekamp.
De familie Frank vlucht naar Nederland.

Slide 50 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aanpassing
Collaboratie
Verzet
Spullen aan duitse soldaten verkopen.
Joden verstoppen voor de Duitsers
NSB'er doorschieten
Anne Frank verraden.
Vechten bij de Duitse SS.
De duitse wetten volgen. 

Slide 51 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je klaar bent, kijk dan alle vragen nog even na en lever dan je toets in

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies