Negatieve getallen vermenigvuldigen en delen

Welkom!!
Deze les:
Planning periode 2
Paragraaf 4.2
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom!!
Deze les:
Planning periode 2
Paragraaf 4.2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

negatieve getallen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Negatieve getallen optellen
4+-3=
A
7
B
1
C
-1
D
-7

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Negatieve getallen optellen
-84+-3=
A
87
B
81
C
-81
D
-87

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Negatieve getallen aftrekken
-17-3=
A
20
B
-14
C
-20
D
14

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Negatieve getallen aftrekken
-42--3=
A
-39
B
-44
C
-45
D
-38

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Negatieve getallen vermenigvuldigen en delen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1) Negatieve getallen vermenigvuldigen 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermenigvuldigen met negatieve getallen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

los op: 6 x 4 =
A
24
B
-24

Slide 10 - Quizvraag


Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vermenigvuldigen met negatieve getallen
Wanneer één van de twee getallen negatief is, dan is het antwoord ook negatief. 

Wanneer beide getallen negatief zijn, dan is het antwoord positief. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

los op: -6 x 4 =
A
24
B
-24

Slide 13 - Quizvraag


los op: 6 x -4 =
A
24
B
-24

Slide 14 - Quizvraag


los op: -6 x -4 =
A
24
B
-24

Slide 15 - Quizvraag


vermenigvuldigen met negatieve getallen


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2) Negatieve getalle delen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Negatieve getallen :

 6 :  2=
 6 : -2=
-6 :  2=
-6 : -2=
 
Bedenk eerst zelf de antwoorden voordat je verder gaat!   
delen
positief getal : positief getal = positief getal
positief getal : negatief getal = negatief getal
negatief getal : positief getal = negatief getal
negatief getal : negatief getal = positief getal

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Negatieve getallen :

 6 :  2= 3
 6 : -2= -3
-6 :  2= -3
-6 : -2= 3
 

delen
positief getal : positief getal = positief getal
positief getal : negatief getal = negatief getal
negatief getal : positief getal = negatief getal
negatief getal : negatief getal = positief getal

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Met negatieve getallen delen
Rekenregels delen
plus : plus = 
plus : min =
min : plus =
min : min = 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met negatieve getallen delen
Rekenregels delen
plus : plus = plus
plus : min = min
min : plus = min
min : min = plus

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Los op:
45 : -5 =
A
-9
B
9
C
-7
D
7

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Los op:
60 : 12 =
A
-5
B
5
C
-4
D
4

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Los op:
-72 : -9 =
A
-6
B
-8
C
8
D
-6

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Los op:
-81 : -3 =
A
-27
B
-29
C
27
D
-9

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tips en Tops

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Einde van de les
 bedankt en tot de volgende keer

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies