4.4 Op vakantie les 2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Cursus 4.4: Op vakantie!

Log in met de gamepin 

+ je voornaam!

Wat gaan we doen deze les?

1. Wat heb je deze les nodig?

2. Korte terugblik naar vorige les: mini quiz.

3. Samen de leerstof van cursus 4.4 bespreken.

4. Aan de slag met de vragen! (+ vragen stellen)

5. Les afsluiten: 3 vragen + mededeling huiswerk.

Terugblik vorige les.

Er komen 5 meerkeuzevragen in beeld.

Kies telkens het juiste antwoord!

Wie heeft de meeste vragen goed?

Nodig: Blz. 26 en 27!

Wat is een ander woord voor een luie vakantie?

1. Zomervakantie
2. Passieve vakantie
3. Bergvakantie
4. Actieve vakantie

Welke activiteit hoort NIET bij een actieve vakantie?

1. Mountainbiken in de bossen
2. Snowboarden in de bergen
3. Op het terras zitten in de stad
4. Kanoën in de Ardennen

Hoe gebeurt dit nu?

met een voorbeeld.

Plooiingsgebergten ontstaan doordat...

1. Twee platen tegen elkaar duwen
2. Twee platen uit elkaar schuiven
3. Doordat een vulkaan uitbarst
4. Doordat een tsunami de grond wegspoelt

Een dubbelseizoen in de bergen betekent...

1. Dat er alleen in de zomer toeristen komen
2. Dat er in de zomer en in de winter toeristen komen
3. Dat er alleen in de winter toeristen komen
4. Dat er helemaal geen toeristen komen

In Nederland komen geen bergen voor omdat...

1. Wij bij een breuk liggen
2. Wij geen vulkanen hebben
3. Wij geen zware aardbevingen hebben
4. Wij midden op een plaat liggen

Voor je plezier

Samen lezen. Blauwe blokje op blz. 28

Lees mee! Er komen meerdere lezers.

Naar het buitenland

Samen lezen. Blauwe blokje op blz. 29

Lees mee! Er komen meerdere lezers.

Voor je plezier

Vrije tijd = tijd die je niet gebruikt voor werken / school /huishouden /slapen.

Recreatie = Alles wat je voor je plezier doet in je vrije tijd.

--> voetballen, gamen, televisie kijken, spelletjes doen.

Toerisme = als je voor je recreatie naar een ander gebied gaat.

Vakantie = voor je plezier naar een ander gebied gaan en er blijven slapen. 

Je gaat een week naar Friesland om daar met jouw familie te zeilen. Wat is dit?

1. Toerisme
2. Recreatie

Wat zijn de voordelen van toerisme?

1. Het wordt gezellig druk in de plaatsen langs de kust
2. De mensen leren daardoor andere culturen kennen
3. Het levert werk en geld op
4. Het zorgt voor goede vriendschappen tussen landen

Ik ga in m'n vrije tijd voetballen

1. Vakantie
2. Toerisme
3. Recreatie

Wat wordt bedoeld met vrije tijd die je gebruikt voor je plezier?

1. vrije tijd
2. recreatie
3. vakantie
4. vrije dag

Naar het buitenland

Massatoerisme =

veel toeristen bij elkaar in een 

vakantiegebied. 

Voordeel: er wordt geld 

verdiend aan toeristen.

Nadeel: Files en vervuiling door achtergebleven rommel.

       

Aan de slag met de vragen!

Cursus 4.4: Op vakantie

Nakijken vraag 8, 9 en 10

Aan de slag met de vragen!

15 minuten de tijd. 

Cursus 4.4: Op vakantie

Test jezelf op blz. 42

- vraag 10 t/m 13

Zelf nakijken vraag 1-2-4-5 en 6 

Cursus 4.4 Antwoordstencils liggen bij mij